Het vrouwtje wordt 5 tot 7 mm lang, het mannetje 4,5 tot 5 mm. Het kopborststuk is roodachtig. Het achterlijf bevat vier wenkbrauwachtige strepen, bij de mannetjes zijn dit stippen.
Bronnen, noten en/of referenties
↑Hahn, C. W. (1833). Die Arachniden. Nürnberg, Erster Band, pp. 77-129; Zweite Band, pp. 1-16.