Spoelhoren

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Spoelhoren
Spoelhoren
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Mollusca (Weekdieren)
Klasse:Gastropoda (Slakken of buikpotigen)
Informele groep:Lagere Heterobranchia
Familie:Acteonidae (Spoelhorens)
Geslacht:Acteon
Soort
Acteon tornatilis
(Carl Linnaeus, 1758)
Originele combinatie
Bulla tornatilis
Synoniemen
Lijst
  • Tornatella fasciata Lamarck, 1816
  • Actaeon tornatilis (Linnaeus, 1758)
  • Acteon candidulus Monterosato, 1923
  • Acteon augustoi Nobre, 1932
  • Acteon subulatus Wood S., 1848
  • Tornatella pellucida MacGillivray, 1843
  • Turbo ovalis da Costa, 1778
  • Voluta bifasciata Gmelin, 1791
  • Voluta luteofasciata Megerle von Mühlfeld, 1824
  • Voluta tornatilis Linnaeus, 1758
  • Acteon tornatilis var. bullaeformis Jeffreys, 1867
  • Acteon tornatilis var. ancilla Monterosato, 1917
  • Pseudactaeon luteofasciatus (Megerle von Mühlfeld, 1829)
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Spoelhoren op Wikispecies Wikispecies
(en) World Register of Marine Species
Portaal  Portaalicoon   Biologie

De spoelhoren (Acteon tornatilis) is een slakkensoort uit de familie van de Acteonidae.[1] De wetenschappelijke naam van de soort werd in 1758 voor het eerst geldig gepubliceerd door Carl Linnaeus.

Kenmerken[bewerken | brontekst bewerken]

De spoelhoren is een primitieve zeeslak in een dikke, ondoorzichtige, roze, uitwendige schelp van maximaal 2-3 cm die wordt gemarkeerd door 1-3 witte banden op de lichaamskrans en één witte band op de rest. Aan weerszijden van elke band is een smalle marge van donkerroze. Het kan zijn hele lichaam terugtrekken in zijn schelp, die vervolgens wordt afgesloten door een amberkleurig operculum. De schelpopening is goed voor tweederde van de schelplengte. In de lip van de schaal bevindt zich een onderscheidende tand. De kop van de spoelhoren heeft vier grote lobben en een kopschild die wordt gebruikt om korte tunnels door schoon, fijn zand te graven, samen met een kleine voet met stompe, propodiale tentakels. Aan de binnenkant van de schelp zitten gevouwen mantelflappen.

Leefwijze[bewerken | brontekst bewerken]

Zijn voedsel bestaat uit een bepaald soort zeewier (zeesla).

Verspreiding en leefgebied[bewerken | brontekst bewerken]

Deze soort komt voor in Europa op zanderige zeebodems en is aanwezig in de Faeröer, Shetlandeilanden, Noorwegen, Britse kusten, de Atlantische kusten van Frankrijk tot aan de Middellandse Zee en de Zee van Marmara. Leeft voornamelijk in de diepere delen van de Noordzee, doch langs de hele zuidoostelijke Nederlandse Noordzeekust spoelen regelmatig lege huisjes van de spoelhoren aan.[2]