Air Force One (roepletters)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
(Doorverwezen vanaf Air Force Two)
Air Force One boven Mount Rushmore
Lyndon B. Johnson wordt twee uur na de moord op President John F. Kennedy beëdigd als de nieuwe president van de VS in de Air Force One, toen nog een Boeing 707

Air Force One is de roepnaam die door de luchtverkeersleiding wordt gebruikt voor elk vliegtuig van de luchtmacht van de Verenigde Staten waar de president van de Verenigde Staten in zit.

Sinds 1990 bestaat de presidentiële luchtvloot uit twee gemodificeerde Boeing 747-200-vliegtuigen - door de luchtmacht aangeduid als Boeing VC-25 - die alleen Air Force One heten wanneer de president aan boord is, maar door de buitenwacht algemeen zo worden aangeduid.

De VC-25 heeft een grote actieradius en capaciteit voor meer dan 70 passagiers. Voordat de huidige toestellen in gebruik genomen werden, werden (sinds 1962) twee Boeing 707-320B-vliegtuigen gebruikt (luchtmacht: VC-137) - een van deze toestellen wordt nu tentoongesteld in de Ronald Reagan Presidential Library. [1]

Het is de bedoeling dat de huidige Boeings 747-200 in 2024 worden vervangen door twee Boeings 747-8.[2]

Onderhoud en gebruik[bewerken | brontekst bewerken]

De vliegtuigen worden onderhouden als militaire vliegtuigen door de Presidential Airlift Group, gelegerd op Andrews Air Force Base bij Camp Springs en in Clinton, Maryland. Ook de presidentiële helikopter met roepnaam Marine One is hier gelegerd.

Air Force Two[bewerken | brontekst bewerken]

Als niet de president, maar de vicepresident aan boord is, dan is de roepnaam Air Force Two. Om veiligheidsredenen mogen de president en de vicepresident nooit samen vliegen.

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]

Mediabestanden die bij dit onderwerp horen, zijn te vinden op de pagina Air Force One op Wikimedia Commons.