Al Gorgoni

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Al Gorgoni
Plaats uw zelfgemaakte foto hier
Algemene informatie
Geboren 11 oktober 1939Bewerken op Wikidata
Geboorteplaats Philadelphia, Pennsylvania, VS
Land Vlag van Verenigde Staten Verenigde Staten
Werk
Jaren actief Jaren 60 - heden
Genre(s) Singer-songwriter
Beroep zanger, songwriter, sessiemuzikant, producer
Instrument(en) Zang, Gitaar
Label(s) Buddah, Kapp, Colpix
(en) AllMusic-profiel
(en) Discogs-profiel
(en) MusicBrainz-profiel
Bekende instrumenten
Akoestische Gitaar
Portaal  Portaalicoon   Muziek

Al Gorgoni is een Amerikaanse gitarist, tekstschrijver, componist en arrangeur. Hij deed veel werk als sessiemuzikant, en werkte samen met Trade Martin en Chip Taylor.

Carrière[bewerken | brontekst bewerken]

In 1959 begon Gorgoni te werken bij Aldon Music, een muziekuitgeverij van de beroemde Don Kirshner en Al Nevins. Kirshner en Nevins waren grote namen in de jaren 60, en werkzaam in het fameuze Brill Building. Ze waren mede verantwoordelijk voor wat nu de Bril Building Sound wordt genoemd. Ze hadden veel songwriters onder contract zoals Neil Sedaka, Howard Greenfield, Carole King, Gerry Goffin, Neil Diamond, Phil Spector & Barry Mann. Gorgoni speelde gitaar op veel demo's van deze songwriters, die in die dagen nog weleens uitdraaiden tot echte single opnames.

Hij kwam onder de aandacht van meer producers en songwriters, en algauw kon hij aan de slag als studiomuzikant. Hij begon te werken voor andere Leiber & Stoller, Mickey Leonard & Herb Martin, Burt Bacharach & Hal David, Jeff Barry & Ellie Greenwich, en Paul Simon.

Als sessiemuzikant is hij te horen op veel hits uit de jaren 60, zoals onder andere "Sugar, Sugar" van The Archies, "My Heart Has a Mind of Its Own" van Connie Francis, "Sherry", "Big Girls Don't Cry", "Walk Like A Man" en "Ragg Doll" van The Four Seasons, "Our day will come" van Ruby & the Romantics, "Leader of the Pack" van de Shangri-Las en "Chapel of Love" van The Dixie Cups.

Ook is hij te horen op verschillende hits van Neil Diamond zoals, "Solitary Man", "Cherry Cherry" en "Kentucky Woman".

Andere grote hits waar Al Gorgoni op te horen is zijn onder andere, "The Sound of Silence" van Simon & Garfunkel, "Brown Eyed Girl" van Van Morrison, "I'm a Believer" van The Monkees, "At Seventeen" van Janis Ian, en "Brand New Key" van Melanie.

Verder werkte hij met veel grote artiesten als, Blood, Sweat & Tears, Bob Dylan, Joan Baez, Aretha Franklin, Marvin Gaye & Tammi Terrell, Astrud Gilberto en James Taylor.[1]

In de jaren tachtig opent hij zijn eigen Lightstream Studios. Hij werkte daar samen met zijn zoon Adam, tot Adam besluit naar Los Angeles te gaan om een carrière te beginnen als filmmuziek componist. Recent heeft hij twee albums geproduceerd, een van de Amerikaanse flamenco-gitarist Dennis Koster,[2] en klassiek gitarist Jerry Willard.[3]

Hij heeft ook bijgedragen aan de jazz-instructieboeken, Pentatonic Khancepts en Contemporary Chord Khancepts van de Amerikaanse jazzgitarist Steve Khan.[4]

Met Chip Taylor & Trade Martin[bewerken | brontekst bewerken]

In 1963 speelde Al mee op een demo van Chip Taylor, ze raakten bevriend en hij gaat nummers met hem schrijven. Vanaf 1965 schrijven ze enkele nummers voor de toen nog jonge zangeres Evie Sands, zoals Angel of the Morning. Taylor schrijft de tekst en Al is de arrangeur, en samen doen ze de productie. Het wordt geen hit voor Sands, maar later wordt het eerst voor Merrilee & the Turnabouts een grote hit in 1968, en in 1981 een wereldhit voor Juice Newton. Ook schrijven ze I Can't let go. Ook dit nummer wordt eerst opgenomen door Evie Sands, maar is een hit geworden voor The Hollies in 1966, en in 1980 voor Linda Ronstadt.[5]

In 1966 brengen ze als het duo Just Us de single I can't grow peaches on a lemon tree uit. Deze bereikte de 3e positie in de Billboard Adult Contemporary-hitlijst en de 34e positie in de Billboard hot 100[6]. De single werd ook in Engeland, Duitsland en Nederland uitgebracht onder het CBS-label, zonder succes.[7] Ze nemen daarna direct een gelijknamig album op, dat wordt uitgebracht op het Kapp Records-label.[8]

In 1966 produceerde Al Gorgoni samen met Chip Taylor een album van de eerste band van James Taylor, "The Original Flying Machine", Gorgoni speelde ook Klavecimbel en toetsen op het album. Het album werd in 1971 uitgebracht.

In 1971 schreven Gorgoni en Taylor samen met Trade Martin, en vormden ze korte tijd het trio, Gorgoni, Martin & Taylor. Ze brachten in 1971 het album Gotta Get Back To Cisco uit, gevolgd door "Gorgoni, Martin & Taylor" in 1972.[9] Ook brachten ze een aantal singles uit.

Privé[bewerken | brontekst bewerken]

Al Gorgoni is getrouwd en heeft twee zonen.

Credits in films en series[bewerken | brontekst bewerken]

Discografie[bewerken | brontekst bewerken]

Just us[bewerken | brontekst bewerken]

Albums:

Jaar Album Label
1966 I Can't Grow Peaches on a Cherry Tree Kapp Records

Singles:

Jaar Titel Format Label Album
1965 I Can't Grow Peaches On A Cherry Tree 7" Minuteman I Can't Grow Peaches On A Cherry Tree
1966 Listen To The Drummer 7" Kapp Records I Can't Grow Peaches On A Cherry Tree
1966 Sorry 7" Kapp Records I Can't Grow Peaches On A Cherry Tree
1967 What Are We Gonna Do 7" Kapp Records
Barry Mann And Al Gorgoni[bewerken | brontekst bewerken]
Jaar Album Label
1970 I Never Sang For My Father (soundtrack) Bell Records
James Taylor and the Original Flying Machine[bewerken | brontekst bewerken]

Album

Jaar Album Label
1971 James Taylor and the Original Flying Machine Euphoria

Singles

Jaar Titel Format Label Album
1967 Night Owl 7" Rainy day James Taylor and the Original Flying Machine
1971 Brighten Your Night With My Day 7" Euphoria [Jubilee] James Taylor and the Original Flying Machine
Gorgoni, Martin & Taylor[bewerken | brontekst bewerken]

Albums:

Jaar Album Label
1971 Gotta Get Back To Cisco Buddah
1972 Gorgoni, Martin & Taylor Buddah

Singles:

Jaar Titel Format Label Album
1971 Sweet Dream Woman 7" Buddah Gotta Get Back To Cisco
1972 Toly Toly Guyluesha 7" Buddah Gorgoni, Martin And Taylor
1972 I Can't Let Go 7" Buddah Gorgoni, Martin And Taylor

Externe links[bewerken | brontekst bewerken]