Belfort van Brugge

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door GeoBE (overleg | bijdragen) op 18 feb 2007 om 17:37.
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Belfort van Brugge, zicht vanop de markt.

Op de plaats van het huidige belfort van Brugge stond oorspronkelijk een aantal hallen. Bij de uitbreiding van dit complex werd vanaf 1240 ook een belfort opgetrokken in steen met een houten spits. De hallen bestonden uit verschillende overdekte markten voor voornamelijk wol- en lakenhandel en opslagplaatsen. De toren had een meer administratieve functie: hij bevatte een schatkamer en het archief van de stadsrekeningen.

In 1280 brandde het bovenste deel af en daarmee ging het archief van voor 1280 verloren. Dit zorgde ervoor dat er een apart stadhuis werd gebouwd op de Burg waar de meeste administratieve functies naartoe verhuisden. In 1296 werd de toren hersteld met de twee onderste vierkante bouwdelen en een houten spits.

De stadshallen werden verder in de 15e eeuw uitgebreid en van 1483 tot 1487 werd het achthoekige gotische bovengedeelte gebouwd, ook met een houten spits waarop het beeld van Sint-Michiel verscheen. Door een blikseminslag in 1493 brandde dit bovenste gedeelte opnieuw af alsook de stadsklokken. Bij de herstelling werd een houten spits met opklimmende leeuw gebouwd.

In de 16e eeuw werd er achteraan de Hallen een galerij bijgebouwd. Ook de rechthoekige binnenplaats kreeg enkele galerijen op de eerste verdieping.

Het belfort (7 nov 2004)

In 1741 brandde de torenspits opnieuw af en werd in 1753 hersteld. In 1822 kreeg de toren de huidige neogotische kroon-afwerking in plaats van een spits.

Het belfort van Brugge of de Halletoren is 83 meter hoog en helt lichtjes over (1 meter naar links). Om de top te bereiken moeten er 366 treden beklommen worden.

Functie

De hallen onder de toren hadden een commerciële functie. Ze bestonden uit verschillende zalen waar telkens andere ambachtsproducten met stadskeur verhandeld werden. Op de tweede verdieping was er een schatkamer en stadsarchief. De jaarrekeningen vanaf 1281 zijn nagenoeg allemaal bewaard gebleven; tot 1300 in Latijn, daarna in de volkstaal opgesteld.

Vanop het balkon boven de toegangspoort werden vanaf de 14e eeuw door een amman, in aanwezigheid van minstens twee schepenen of andere overheidspersonen, alle reglementen afgeroepen, de zogenaamde Hallegeboden. Dit omvatte wetgeving in verband met openbare orde en handel en nijverheid (waaronder vonissen en aankondigingen van bankroet). Deze regelmenten werden ook afgeroepen op andere plaatsen in de stad en later op borden aangeplakt voor het stadhuis. Vanaf 1769 gebeurde deze bekendmaking vanaf de pui van het stadhuis, al werd de benaming Hallegeboden behouden.

De toren diende vooral als wachttoren voor het ontdekken van brand in de stad.

Beiaard

De klokken van het belfort

Voor de 16e eeuw werden klokken manueel geluid. Het luiden van de klokken had een specifieke betekenis, zoals:

  • het openen en sluiten van de stadspoorten;
  • een werkklok die het begin en einde van de werktijden aangaf - het was verboden om met onvoldoende licht te werken;
  • een klok die aangaf vanaf wanneer het niet meer toegelaten was om zonder toorts door de straten te lopen;
  • feestelijke klokken luidden tijdens allerhande feestelijkheden, zo bijvoorbeeld tijdens de Heilig-Bloedprocessie.

Vanaf 1523 zorgde een trommel, aangedreven door een uurwerk, voor het regelmatig spelen van bepaalde klokken (zoals voor het aangeven van het uur). Met de trommel werd het ook mogelijk om (wereldlijke en geestelijke) liederen af te spelen. Vanaf 1604 werd door het stadsbestuur een beiaardier ingehuurd om dit te doen tijdens zon-, feest- en marktdagen.

In 1675 bestond de beiaard uit 35 klokken, ontworpen door de Antwerpenaar Melchior de Haze. Na de brand van 1741 bestaat de beiaard uit 47 klokken, gebouwd door Joris Dumery, samen zo'n 26 ton. Deze zijn nog steeds in gebruik.

Externe links