Belgische kriel

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

De Belgische kriel is een kriel van Belgische afkomst.

Achtergrond[bewerken | brontekst bewerken]

De Belgische kriel werd vanaf 1900 in de omgeving van Luik gekweekt door selectie uit lokale krielen.[1] Naast de Belgische kriel werd tegelijk de Bassette gekweekt uit lokale krielen. In die periode werden in verschillende landen soortgelijke krielrassen gekweekt; in Nederland bijvoorbeeld de Hollandse kriel. De ongespecificeerde lokale krielen worden in Vlaanderen Engelse kippen (Engelse kiekens, Engelse kiekskes) genoemd.[2]
De rasstandaard voor de Belgische kriel werd vastgelegd in 1934. In 2000 werd de Landsbond van Fokkers van Neerhofdieren erkend voor het bijhouden van het register voor het ras.[3] Het ras is vooral verspreid in Vlaanderen, weinig in Wallonië en Nederland.

Uiterlijk[bewerken | brontekst bewerken]

De Belgische kriel is een klein, sierlijk ras, iets groter dan de Hollandse kriel. Een haan weegt 550 tot 650 gram, een hen 500 tot 550 gram.[4] Ze onderscheiden zich van een aantal andere krielrassen door hun rode oortjes.
De rug is kort en gaat vloeiend over in de staart. De staart van de haan is volbevederd.[5]
De benen zijn blauw. Belgische kriel heeft een enkele kam. Hiermee onderscheidt ze zich van de Waasse kriel, die een rozenkam heeft.[6]

Kleurslagen[bewerken | brontekst bewerken]

De volgende kleurslagen zijn officieel erkend: blauw, blauwpatrijs, blauwzilverpatrijs, geelpatrijs, patrijs, roodgeschouderd blauwzilverpatrijs, roodgeschouderd zilverpatrijs, tarwe, wit, witpatrijs, zilverpatrijs, zilvertarwe, zwart.[7] De patrijskleur en zilverpatrijs zijn het meest voorkomend. De andere kleuren zijn zeldzaam.

Eigenschappen[bewerken | brontekst bewerken]

De Belgische kriel is een sierras. De kippen kunnen goed vliegen; daarom laat men ze vrij loslopen, ofwel overdekt in de ren. Het is een sterk ras dat weinig eisen stelt en op een kleine oppervlakte gehouden kan worden. Ze kunnen gemakkelijk tam gemaakt worden als ze in een kooi gehouden worden. Als men ze los laat lopen, laten ze zich moeilijk dichtbij benaderen. Bij vrije loop kunnen zonder problemen meerdere hanen gehouden worden.[8]

De Belgische kriel wordt zelden gehouden voor de eieren. De hen legt jaarlijks ongeveer 120 witte eitjes van ongeveer 30 gram.[9] Als men ze los laat lopen, zullen ze de eitjes verstoppen.
De hennetjes zijn goede broedsters.

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]

Externe link[bewerken | brontekst bewerken]