Biomineralisatie

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verweerde dimensiesteen met schelpen, aanwezig bij de Tempel van Zeus in Olympia, Griekenland

Biomineralisatie is een proces van biologische afbraak waarbij door organismen mineralen op een gestructureerde manier worden gevormd.

De bekendste vorm van biomineralisatie is de vorming van de schelp van een schelpdier. Het mineraal dat daarbij wordt afgezet is kalk CaCO3 meestal in de aragonitische kristalvorm maar soms ook als calciet. Er zijn ook organismen die andere materialen, bijvoorbeeld silicaten, als bouwmateriaal gebruiken. Een goed voorbeeld daarvan zijn de diatomeeën. Botten van gewervelde dieren zoals de mens bevatten vooral het mineraal calciumfosfaat.

Het interessante aan biomineralisatie is dat in alle gevallen sprake is van een biochemisch mechanisme dat de kristallisatie van het mineraal bestuurt. Dat zorgt ervoor dat het mineraal op een bepaalde manier en in een bepaalde vorm aangroeit. Dit is des te opmerkelijker aangezien de nucleatie en groei van kristallen een zeer ingewikkelde zaak is die in het laboratorium maar met grote moeite onder de knie gekregen kan worden.

De eerste onderzoeker op dit gebied was Pieter Harting.

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]