Camponotus gigas

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Camponotus gigas
Camponotus gigas borneensis
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Arthropoda (Geleedpotigen)
Klasse:Insecta (Insecten)
Orde:Hymenoptera (vliesvleugeligen)
Onderorde:Apocrita
Superfamilie:Vespoidea (Wespachtigen)
Familie:Formicidae (Mieren)
Onderfamilie:Formicinae (Schubmieren)
Geslachtengroep:Camponotini
Geslacht:Camponotus
Soort
Camponotus gigas
(Latreille, 1802)
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Insecten

Camponotus gigas is een grote mier die leeft in het regenwoud van Zuidoost-Azië, onder andere Sumatra en Thailand. Het is een van de grootste levende mieren.

Uiterlijke kenmerken[bewerken | brontekst bewerken]

Werksters meten 20,9 mm en soldaten 3 mm.[1][1]

Het is een grote mier met een zwarte kop en borststuk. Het achterlijf is bruin.[1]

Leefwijze[bewerken | brontekst bewerken]

Voedsel[bewerken | brontekst bewerken]

Hun voedsel bestaat voornamelijk uit honingdauw (90%) maar ook insecten en uitwerpselen van vogels staan op het menu.

Het nest[bewerken | brontekst bewerken]

De kolonie bestaat uit ongeveer 7000 werksters, eventueel verspreid over 8 tot 14 verschillende nesten.[1] Sommige mieren gaan overdag naar buiten maar 's nachts komen er massa's werksters uit het nest om in het bladerdek op zoek te gaan naar voedsel.[1]

Grensbewaking[bewerken | brontekst bewerken]

Camponotus gigas vertoont goed ontwikkeld territoriaal gedrag. Kolonies verdedigen hun gebied tegen soortgenoten en andere soorten. Tijdens deze verdediging kunnen er heftige gevechten ontstaan.[1]

Aan de grens liggen zogeheten 'baraknesten'. Deze bevatten naar verhouding meer soldaten die tijdens grensdisputen rituele gevechten voeren met andere mieren van dezelfde soort. Hierbij gaan twee mieren op hun achterpoten staan en slaan elkaar met hun voorpoten. De mier die het langst op zijn achterpoten kan blijven staan en zijn tegenstander weet om te gooien, wint. Deze gevechten duren dagen en soms zelfs weken waarin de mieren nacht na nacht tegenover elkaar staan.[1]

Territorium[bewerken | brontekst bewerken]

Nesten worden vaak gemaakt in de bodem van het regenwoud maar het territorium zelf kan zich uitstrekken tot in de hoogste bomen. Een volledig territorium kan wel 8000 m² bestrijken.[1]

Verspreiding[bewerken | brontekst bewerken]

Camponotus gigas komt voor in regenwouden tot lage veengronden en van mangroves tot bergwouden in Zuidoost-Azië.[1]

Referenties[bewerken | brontekst bewerken]