Frederik Sophie Wilhelm Gautier

Frederik Sophie Wilhelm Gautier
Algemene informatie
Volledige naam	Frederik Sophie Wilhelm Gautier
Geboren	18 augustus 1857
Overleden	21 februari 1940
Politieke functies
1890-1905	Burgemeester van Gouderak
1890-1905	Burgemeester van Berkenwoude
Portaal	Politiek ; Nederland

Frederik Sophie Wilhelm Gautier (Streefkerk, 18 augustus 1857 - Virginia (V.S.), 21 februari 1940) was een Nederlandse burgemeester.

Leven en werk[bewerken | brontekst bewerken]

Gautier werd in 1857 in Streefkerk geboren als zoon van Hendrik Gautier en van Margaretha Carolina van Beekum.^[1] Gautier werd in 1881 benoemd tot secretaris van de gemeenten Meerkerk, Leerbroek en Nieuwland. In 1890 werd hij benoemd tot burgemeester en tevens secretaris van zowel Gouderak als van Berkenwoude. In 1905 kwam er abrupt een einde aan zijn bestuurlijke loopbaan. Gautier werd beschuldigd van valsheid in geschrifte en verduistering. Hij werd in laatste instantie, na cassatie bij de Hoge Raad, veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes weken.^[2]

Gautier trouwde op 12 oktober 1881 te Nieuw-Lekkerland met Teuntje Johanna Smit. Hij overleed in februari 1940 op 82-jarige leeftijd in Virginia in de Verenigde Staten.

Familie[bewerken | brontekst bewerken]

Zijn broer Pieter werd evenals zijn vader burgemeester van Streefkerk en van Bleskensgraaf. Zijn zonen Adrianus en Marius werden eveneens burgemeester.

Noten

↑ Zijn vader was vanaf 1854 burgemeester van Streefkerk en vanaf 1855 tevens van Bleskensgraaf en Hofwegen
↑ De rechtbank van Rotterdam veroordeelde hem tot een gevangenisstraf van zes weken, in hoger beroep werd dit vonnis bevestigd door het gerechtshof in 's-Gravenhage en vervolgens door de Hoge Raad na cassatie (Leidsch Dagblad d.d. 10 mei, 15 juni, 12 oktober en 20 december 2005 en 2 februari 1906)

Voorganger: M. Bron	Burgemeester van Gouderak 1890 - 1905	Opvolger: J.J. Rupke
Voorganger: M. Bron	Burgemeester van Berkenwoude 1890 - 1905	Opvolger: J.J. Snel

[1] Zijn vader was vanaf 1854 burgemeester van Streefkerk en vanaf 1855 tevens van Bleskensgraaf en Hofwegen

[2] De rechtbank van Rotterdam veroordeelde hem tot een gevangenisstraf van zes weken, in hoger beroep werd dit vonnis bevestigd door het gerechtshof in 's-Gravenhage en vervolgens door de Hoge Raad na cassatie (Leidsch Dagblad d.d. 10 mei, 15 juni, 12 oktober en 20 december 2005 en 2 februari 1906)

[1]

[2]