Gebruiker:DhJ/Jezus in India

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Gezien de huidige omstandigheden stel ik dit werkje, wat nu nog slechts plusminus 85% klaar is en waar ik nog verschillende dingen aan wil toevoegen en ook wil uithalen, beschikbaar op mijn eigen pagina, alleen en enkel zodat een beetje duidelijker is op welke manier ik het betreffende onderwerp wil behandelen. Ik weet dat er nog fouten inzitten en ik ben bezig met onderzoek om deze eruit te halen, of te nuanceren. Maar de grote lijn of vorm van het artikel is er reeds, en met dit begrip zet ik deze tekst nu hier. Hier mogen andere overigens niets in veranderen, en ik beschouw het nog als mijn eigen tekst. Indien iemand met goede bedoelingen en een open geest een zinnige bijdrage kan leveren, graag op het overleg. Met vriendelijke groet, --DhJ 6 nov 2005 11:20 (CET)

In de theorie van het leven van Jezus in Kasjmir wordt beweerd dat Jezus Christus de kruisiging overleefd zou hebben, en dat hij zich vervolgens in Kasjmir (in het huidige noordwesten van India) heeft gevestigd, waar hij een beroemd leraar zou zijn geworden en op 80- of 120-jarige leeftijd zou zijn overleden. Soms wordt in verband met deze theorie ook gesteld dat Jezus Christus mogelijk als jonge man naar Kasjmir reisde en een (traditioneel joodse en mogelijk gedeeltelijk boeddhistische) spirituele opleiding genoten heeft, waarna hij naar Israël is teruggekeerd.

De theorie van het leven van Jezus in Kasjmir vindt haar oorsprong in diverse oude geschriften van de christelijke, islamitische, boeddhistische en hindoeïstische religieuze tradities, en is ook terug te vinden in oude verhalingen van de geschiedenis van Kasjmir. Het is hiernaast ook een oude lokale traditie van de bewoners van Kasjmir. Zo'n 150 jaar geleden is de theorie internationaal bekender geworden door de opname in de leer van het Ahmaddiya en door publicaties van diverse westerse 19e-eeuwse esoterische schrijvers. De afgelopen tientallen jaren zijn er verschillende boeken over het leven van Jezus in Kasjmir verschenen, waaronder diverse wetenschappelijke studies.

Invloed van opvoeding, geloof en persoonlijke opinies[bewerken | brontekst bewerken]

Jezus Christus is een belangrijk en voornaam figuur in verschillende religies, welke vaak een grote nadruk leggen op 'geloven'. Naast een wetenschappelijke bevestiging of verwerping van deze theorie, vindt er bij sommige mensen dan ook wel een instinctuele verwerping of acceptatie van deze theorie plaats.

Sommige christenen kunnen door hun religieuze opvoeding en geloof geen alternatief van de traditioneel-christelijke versie van de dood van Jezus Christus aan het kruis accepteren, terwijl sommige lokale mensen in Kasjmir, door dezelfde oorzaken, de dood van Jezus Christus aan het kruis juist niet kunnen accepteren; Jezus leefde en stierf volgens hun immers in Kasjmir.

Weer anderen vinden de theorie van het leven van Jezus in Kasjmir aantrekkelijk omdat het een verbinding tussen Jezus en de diverse oosterse religies kan suggereren. Veel Moslims vinden juist dat Jezus niet naar Kasjmir gereisd kan zijn omdat hij niet gestorven is, maar al levend in de hemel is opgenomen. Voor al deze persoonlijke verwerpingen of acceptaties van de verschillende theorieen is een vorm van blind geloof een voorname faktor.

Textuele bronnen voor Jezus in Kashmir[bewerken | brontekst bewerken]

Verwijzingen naar Jezus Christus in andere talen[bewerken | brontekst bewerken]

In de diverse oude niet-christelijke textuele bronnen worden verschillende namen gebruikt welke in de context van het leven van Jezus in India vaak geinterpreteerd worden als verwijzend naar Jezus Christus. Deze namen zijn onder andere: Yesu, Yusu, Isa, Issa, Yuz Asaf, Yuzasaph en Budasaf.

De woorden Masih (in Afghanistan) en Masīha of Masīho (in Sanskriet teksten) worden vaak verondersteld een lokale variant te zijn van Masjiach (Hebreeuws voor het Nederlandse Messias).

Deze woorden komen in de betreffende textuele bronnen vaak samen voor met vermelding van de regio van Kasjmir, een beschrijving van een op het christendom gelijkende leer, en diverse elementen van het uit het traditionele Christendom reeds bekende leven van Jezus Christus.

Vroegste bronnen[bewerken | brontekst bewerken]

De vroegste textuele bronnen voor de theorie van het leven van Jezus in Kasjmir zijn te vinden in het christelijk (gnostisch) apocrief geschrift Acta Thomae, de geschriften van de vroege kerkvader Irenaeus, en in het negende boek van de hindoeistische Puranas; de Bhavishya Maha Purana.

Bhavishya Maha Purana[bewerken | brontekst bewerken]

Een verwijzing naar een mogelijk leven van Jezus in Kasjmir is te vinden in het hindoeistisch geschrift van de Bhavishya Maha Purana, welke in het jaar 115 na Christus samengesteld is. In dit geschrift wordt melding gemaakt van een ontmoeting van Koning Shalivahan met een blanke, in het wit geklede man, welke plaatsvond in Ladakh. De koning vroeg deze man wie hij was, waarop de man antwoordde dat hij de Ishvara Putaram (Sanskriet voor 'de zoon van God') genoemd wordt, voortkwam uit de baarmoeder van een maagd (Sanskriet: Kumarigarbhasambhava), de waarheid predikt aan 'buitenlanders' of 'barbaren' (Sanskriet: mleccha), en zichzelf continue wijdt aan waarheid en religieuze observaties' (Satyavrataparayanam). Daarna vermeldde hij dat hij van een buitenlands land afkomstig was, waar er geen waarheid meer was en waar het kwaad geen grenzen kent. In dit land van buitenlanders verscheen hij als de 'Masīho' of 'Masīha' (geen Sanskriet woord; vergelijk met messias). Hij vertelde dat hij daarna echter aan de verschrikkelijke (barbaarse) demon Ishamasi uitgeleverd werd op een manier die in dat land gewoonlijk is, en dat hij uiteindelijk ook in de 'wereld van Isamasi' belandde. Dit laatste wordt soms ook alternatievelijk vertaald als 'en ik lijdde in hun handen'.

Een alternatieve vertaling van dezelfde tekst vermeld dat 'Isamasi' een (demonische) godheid is welke zichzelf in een verschrikkelijke vorm aan 'de barbaren' openbaarde. De man werd vervolgens voor deze godheid geleid op de manier van de barbaren, maar behaalde 'Masīha-tva' (het Messias-schap) en bracht religie naar de barbaren of ongelovigen.

De man vertelde verder dat zijn leer bestond uit purificatie van geest en 'het impure lichaam'. Na het zoeken van toevlucht in de gebeden van de Naigama zal men de Eeuwige aanbidden. Door de beoefening van rechtvaardigheid, waarheid, meditatie en eenheid van geest zal men de weg naar Isa (Sanskriet: kan de alternatieve betekenissen van God, Zelf of Heer dragen). Isa verblijft in het centrum van het licht, is ferm als de zon, en ontbind alle onbestendige dingen voor altijd (dit laatste gedeelte werd ook alternatievelijk vertaald als 'uiteindelijk zal Isa de geest van alle ronddwalende wezens in zichzelf verenigen'). Op deze manier werd de Isamasi vernietigd, en de Vorm van Isa werd geopenbaard in het hart, altijd puur en geluk brengend. De beschrijving van de leer eindigd met de uitspraak "En ik werd Isa-masīha genoemd".

Acta Thomae[bewerken | brontekst bewerken]

In het apocrief geschrift Acta Thomae (Handelingen van Thomas), dat in het jaar 495 door de Katholieke Kerk tot een heretisch geschrift werd verklaard, wordt de kruisdood van Jezus Christus niet genoemd. Dit geschrift behandelt de evangelische missie van de apostel Thomas in India. De huidige Indische Orthodoxe Kerk is van origine gebaseerd in de Malabar kust in het westen van India, en claimt dat zij afkomstig is van deze missie van de apostel Thomas.

Het Acta Thomae bevat onder andere een verslag van een ontmoeting met koning Gondophares, die van 21 tot minimaal 47 na Christus koning was van de regio van de Punjab in Noord-India, en van de Kabul vallei in Afghanistan; beide regios zijn niet ver van Kashmir gelegen.

In de Acta Thomae wordt melding gemaakt van de verschijning van Jezus Christus tijdens een trouwceremonie in de plaats Taxila in de Punjab, in het jaar 49 na Christus. Hij wordt tijdens deze ceremonie aangezien voor de apostel Thomas die op hetzelfde bruidsfeest ook aanwezig was, waarop Jezus zegt dat hij niet Thomas is, maar zijn broer (of broeder).

Irenaeus: Adversus Haereses[bewerken | brontekst bewerken]

In zijn geschrift Adversus Haereses, gedateerd geeft Irenaeus een intrigerend bericht over het door verschillende getuigen gesignaleerd zijn van Jezus Christus in Azië, toen Jezus een oud man was:

"Maar vanaf het veertigste en vijftigste jaar begint een man tot ouderdom af te zakken, hetgeen onze Heer bezat toen hij nog de functie van leraar vervulde, en zoals het Evangelie en al de ouderen getuigen; diegenen die in Azië converseerden met Johannes, de discipel van de Heer, (bevestigen) dat Johannes hun deze informatie had overgedragen. En hij bleef onder hun tot de tijd van (de Romeinse keizer) Trajan. Sommigen echter, zagen niet alleen Johannes, maar ook de andere apostelen, en hoorden hetzelfde verhaal van hen, en getuigen over (de correctheid van) dit bericht." (Adversus Haereses, Boek II, hoofdstuk 22, paragraaf 5)

Ireneaus claimt dus dat hij dit verhaal van vele getuigen gehoord had, en dat deze getuigen het niet van slechts Johannes, maar ook van de andere apostelen gehoord hebben. De kern van het verhaal is dat Irenaeus geloofde dat Jezus Christus een oud man geworden was. Over verdere conclusies uit het bovenstaande stukje tekst kunnen twee opinies bestaan:

  1. De eerste opinie is dat uit de tekst kan worden opgemaakt dat Jezus leefde tot de tijd van de Romeinse keizer Trajan, die keizer werd in het jaar 98 na Christus. Daar de informatie voornamelijk van Johannes lijkt te komen, en deze zich in Azië bevond, kan ook uit de bovenstaande tekst opgemaatk worden dat Jezus zich waarschijnlijk ook in Azië bevond.
  2. De tweede opinie is dat het gedeelte over keizer Trajan in de bovenstaande tekst van toepassing is op apostel Johannes, wat zou betekenen dat (volgens Iraneaus) Johannes tot 98 na Christus in Azië was, en Ireneaus geen verder informatie geeft over de verblijfplaats van Jezus, noch zijn sterfdatum. Ook hier blijft echter staan dat Jezus een niet nader gespecificeerde oude leeftijd bereikte, van minimaal 50 jaar oud.

Vermeld moet echter ook worden dat Irenaeus geloofde dat Jezus op oude leeftijd de kruisdood stierf; hij verschilt op dit punt dus met andere historische geschriften welke melden dat Jezus als oud man in Kasjmir stierf.

Het Nieuwe Testament[bewerken | brontekst bewerken]

Onderzoekers die het leven van Jezus in Kashmir ondersteunen, claimen vaak dat een kritische lezing van het Nieuwe Testament nodig is om latere aanpassingen van de tekst te ontdekken en een zeker patroon in deze aanpassingen te ontdekken. Zij geloven vaak dat de tekst in de vroege eeuwen van het Christendom aangepast is om haar beter overeen te laten komen met de versie van het Christendom welke de apostel Paulus in Rome onderwees, en om deze versie van het Christendom meer populair onder de lokale Romeinen te maken. Deze onderzoekers gaan bij dit onderzoek uit van de mogelijkheid dat Jezus de kruisiging overleefd zou kunnen hebben, en onderzoeken het Nieuwe Testament op onlogische of onwaarschijnlijke vertellingen, en betrekken hierbij de redenen die de vroege Romeins-katholieke Kerk gehad kan hebben om bepaalde stukken uit de teksten te verwijderen of aan te passen, of de gehele tekst als heretisch te verklaren. De geschriften uit de Nag Hammadi bibliotheek en de Dode Zee rollen worden ook vaak in het onderzoek betrokken.

Wanneer deze onderzoekers het Nieuwe Testament op deze kritische manier bekijken, zijn zij van mening dat er voldoende grond bestaat voor het maken van de hypothese dat Jezus Christus niet dood was toen hij van het kruis werd gehaald. Zij stellen dat hij wellicht bewusteloos werd door het beademen van de bedwelmende lucht van een doekje wat hem door zijn volgelingen werd aangereikt. Dit verklaart volgens deze onderzoekers waarom Jezus al na zes uur op het kruis voor dood werd verklaard, terwijl het sterven van een kruisdood (volgens onderzoek) normaliter enkele dagen in beslag neemt.

In dit verband wordt ook vaak de Lijkwade van Turijn in het verhaal betrokken. Op de Lijkwade zijn sporen te vinden van bloed uit de wonden van Jezus. Een dood lichaam heeft geen hartslag en zou daardoor niet zoveel bloed verliezen als uit de Lijkwade opgemaakt kan worden. Verlmeld dient te worden dat de lijkwade op basis van sommige wetenschappelijke onderzoeken als een vervalsing beschouwd wordt, terwijl andere wetenschappelijke onderzoeken erop wijzen dat de Lijkwade echt zou kunnen zijn.

De onderzoekers die de theorie van het leven van Jezus in Kashmir ondersteunen, stellen dat diverse Romeinse bevelhebbers (zoals Pontus Pilatus) en soldaten door rijke volgelingen van Jezus (zoals Jozef van Arimathea) omgekocht kunnen zijn om toestemming te geven om Jezus snel na zijn (veronderstelde) dood van het kruis te halen, en te laten herstellen van zijn wonden in een nabijgelegen graf.

Latere bronnen (tot circa 1800 na Chr.)[bewerken | brontekst bewerken]

Grugtha Thams-chand kyi Khuna dan Dod-Thsul Ston-pe Legs Shad Shel-gyi Melong[bewerken | brontekst bewerken]

Het Tibetaans geschrift van het Grugtha Thams-chand kyi Khuna dan Dod-Thsul Ston-pe Legs Shad Shel-gyi Melong is een (beknopte) vertaling (gedateerd 1802 na Christus) door Le-zan Chhes-kyi Nima van een oud Chinees document getiteld The History of Religion and Doctrines - The Glass Mirror. Het bevat een beknopte beschrijving en historie van de leer van Yesu.

"Yesu, leraar en stichter van de religie, die op wonderlijke wijze geboren was, verkondigde zichzelf de Redder van de Wereld. Hij beval zijn discipelen de Tien Geboden te volgen. ... Hij predikte dat kwade acties men tot in de hel leiden, en de behaling van eeuwige vreugde door goede daden. Een zonde welke bewust uitgevoerd wordt kan niet getolereerd of vergeven worden. ... Zijn leer verspreidde zich niet ver, maar werd in Azië gedurende een lange tijd behouden."

Overeenkomsten tussen Het Boek van Balauhar en Budasaf, en de Ikmal-ud-Din[bewerken | brontekst bewerken]

..revisie is nodig op basis van nieuwe informatie..

Het Boek van Balauhar en Budasaf[bewerken | brontekst bewerken]

Er bestaat een oud boeddhistisch (in verschillende talen), genaamd het Boek van Balauhar en Budasaf. Budasaf wordt door velen beschouwd als een aanpassing van de term Yuz Asaf.

Dit geschrift verhaalt dat Budasaf Kasjmir bereikte, en daar stierf. Hij liet zijn erfenis na aan een discipel genaamd Ababid, die hem gediend had. Hij benoemde deze Ababid als nieuwe leider en plaatsvervanger van hemzelf. De laatste religieuze instructies die Budasaf aan Ababid gaf worden ook vermeld.

De Qisa Shazada Yuzasaph wo hakim Balauhar[bewerken | brontekst bewerken]

De Qisa Shazada Yuzasaph wo hakim Balauhar is een Urdu versie van het Boek van Balauhar en Budasaf, waar de term Yuzasaph gebruikt wordt in plaats van Budasaf. De titel van het boek betekent Het verhaal van Prins Yuzasaph en de filosoof Balauhar.

De 'Qisa Shazada Yuzasaph wo hakim Balauhar' vermeld dat Yuzasaph verschillende steden bezocht en uiteindelijk in Kasmir aankwam, waar hij zich vestigde en ook stierf. Voordat hij stierf riep hij een van zijn discipelen bij zich, genaamd Yabid. Yabid had zijn meester met veel devotie gediend en een hoge spirituele status bereikt. Na het vaststellen van zijn erfenis, gaf Yuzasaph een laatste instructie aan Yabid, en stierf vervolgens.

De Ikmal-ud-Din[bewerken | brontekst bewerken]

De Ikmal-ud-Din is geschreven door Al-Shaikh Al-Said-us-Sadiq Abi Jaffar Muhammad Ibn-i-Ali Ibn-i-Hussain Ibn-i-Musa Ibn-i-Baibuyah al-Qumm, die stierf in het jaar 965 na Christus. Hij reisde naar verchillende landen om het materiaal voor zijn boek te verzamelen. De Ikmal-ud-Din bevat een geschiedenis van het leven van Yuz Asaf in Kashmir, gebaseerd op de lokale traditie die de schrijver in Kasjmir hoorde vertellen.

Volgens deze traditie zwierf Yuz Asaf door vele steden, totdat hij uiteindelijk in Kajmir aankwam. Hij stierf daar ook, en gaf voor zijn dood enige laatste instructies aan zijn discipel Ba’bad, welke Juz Asaf bediende en in alle onderwerpen deskundig was.

De Ain-ul-Hayat[bewerken | brontekst bewerken]

..meer toevoegen..

Overeenkomst tussen deze drie boeken[bewerken | brontekst bewerken]

Deze drie aparte boeken (het boek van Balauhar en Budasaf, de De Qisa Shazada Yuzasaph wo hakim Balauhar, en de Ikmal-ud-Din) komen in de volgende details overeen in hun vertelling over het leven van Jezus in India:

Tarikh-i-Kashmir door Mullah Nadri[bewerken | brontekst bewerken]

De Tarikh-i-Kashmir door Mullah Nadir is een boek welke verhaalt over de geschiedenis van Kashmir, geschreven door Mullah Nadri (1420-1470)). Deze geschiedenis noemt vroege koningen van de regio Kasjmir welke namen in de taal Pali hebben; een van de oude talen van het boeddhisme. Een van deze koningen (Raja Gopadatta) had een minister genaamd Suleiman. De lokale bewoners protesteerden tegen deze minister, omdat deze minister uit een andere religie kwam. 'Hazrat Yuz Asaf' arriveerde gedurende deze tijd in het koninkrijk van Koning Gopadatta; het jaar was (volgens de Tarikh-i-Kashmir) 54 na Christus. En deze Hazrat Yuz Asaf liet de koning bevelen om de minister Suleiman de reparatie van de tempel op de top van de Solomon Berg (de Tahkat Suleiman tempel) te overzien. Deze Suleiman liet vervolgens een Perzische instriptie in deze tempel maken welke vermeld dat 'hij was Yusu, Profeet van de Kinderen van Israel'. Gezegd moet hier wel worden dat sommigen het bestaan van dit boek van Mullah Nadri tegenspreken. Het boek staat op de lijst van boeken in een bibliotheek in Srinagar, maar is niet vertaald en in het Perzisch.

Er bestaan verschillende Tarikh-i-Kashmir, geschreven door verschillende personen in verschillende periodes. Tarikh-i-Kashmir betekent letterlijk "geschiedenis van Kasjmir", en werd gebruikt voor vele oude geschiedkundige boeken in de islamitische traditie.

Officieel Decreet van de Hoge Raad van de Grote Mufti van Kasjmir[bewerken | brontekst bewerken]

De vertelling uit de Tarikh-i-Kashmir van Mullah Nadri wordt herhaald in een "Officieel Decreet van de Hoge Raad van de Grote Mufti van Kasjmir", gedateerd 1774 na Christus.

Rajatarangini[bewerken | brontekst bewerken]

De kasjmirologist Parves Devas zegt over Kasjmir's oudste geschiedenisboek (de Rajatarangini door de historicus Kalhana, uit de 11e eeuw) dat het een onambigueuze referentie bevat naar een ´´op Christus gelijkende ziener die gedood werd door een op Herod gelijkende koning, welke leefde in en regeerde over Kasjmir, mogelijk in de eerste eeuw na Christus´´.

Historische monumenten in Kashmir[bewerken | brontekst bewerken]

Rozal Bal[bewerken | brontekst bewerken]

In Srinagar in Kasjmir is er een (vermeend) graf van Jezus Christus te vinden. Dit graf (genaamd de Roza Bal) wordt door de lokale moslims als het echte graf van Jezus Christus beschouwd. Buiten de Rozal Bal staat een tekst welke in steen gehouwen is. De tekst is door Khwaja Azam Deddmari, die ook een Tarikh-i-Azam (geschiedenis van Kasjmir) schreef, in ongeveer 1729 A.D.

De tekst vermeld: Hiervlakbij is gesitueerd de grafsteen die, volgens de bevolking, toebehoort aan de profeet uit de antieke tijd, die van een vergelegen plaats afkomstig was. Gezalfd voor Kajmir: Deze plaats staat bekend als de rustplaats van een berichtgever: Ik heb in een oud geschrift gelezen dat een prins uit het buitenland hier aankwam en zichzelf met vroomheid en gebed bezig hield. Hij werd een berichtgever van God voor de mensen in Kasjmir. In dat oude boek zijn naam wordt vermeld als Yuz Asaf.

Westerse wetenschappers hebben door het gewelddadig conflict in Kasjmir nog niet de kans gekregen het graf in de Roza Bal te onderzoeken, al hebben zij dit wel geprobeerd. Het doel van dit onderzoek is onder andere het vergelijken van het DNA uit het graf van de Roza Bal met het DNA van het bloed van Jezus in de Lijkwade van Turijn. Op deze manier zouden zowel de lijkwade van Turijn als de Roza Bal geverifieerd kunnen worden als authentiek.

In de Roza Bal zelf is verder een stenen beeltenis van de afdruk van een paar voeten aanwezig. Deze voeten vertonen bepaalde afwijkingen, welke volgens sommigen overeenkomen met de afwijkingen in de voeten van iemand die een kruisiging ondergaan heeft.

Takhat Suleiman tempel[bewerken | brontekst bewerken]

In de stad Srinagar in Kasjmir staat er een zeer oude tempel welke van origine de Takhat Sulaiman genoemd werd. Door diverse schrijvers aangenomen wordt dat Sulaiman een lokale verbastering is van Solomon. In deze tempel zijn ook oude perzische inscripties te vinden, welke melding maken van Jezus.

In 1848 werd de Takhat Suleiman tempel omgenoemd tot de Sankarachariya tempel.

Grafsteen van Mozes[bewerken | brontekst bewerken]

In de buurt van Srinagar is ook een grafsteen te vinden, waarvan door de lokale bevolking aangenomen wordt dat het de grafsteen van Mozes is. In werkelijkheid valt dit echter niet te conformeren.

De lokale naam van het graf vertoont overeenkomsten met de naam 'Mozes', en details van de omschrijving van de sterfplaats van Mozes in de Bijbel vertonen verder een overeenkomst met de plaatsnamen van de dorpjes in de buurt van het graf, en met de geografie van de lokale omgeving.

Lokale gebruiken in Kasjmir[bewerken | brontekst bewerken]

De volgende argumenten richten zich meer op de achtergrond van de huidge cultuur in Kasjmir, en de gebuiken die in die cultuur aanwezig zijn. Centraal hier staat dat sommige onderzoekers de aandacht gevestigd hebben op de overeenkomsten van de gebruiken in Kasjmir, welke in bepaalde aspecten niet overeenkomen met de gebruiken in de grotere regio, en in die aspecten vaak wel overeenkomen met traditionele Joodse gebruiken. Deze redenering wordt vaak gebruikt als ondersteuning van de theorie van het leven van Jezus Christus in Kashmir.

Lokale traditie in Gandhara, Afghanistan[bewerken | brontekst bewerken]

..meer toevoegen..

De verloren jaren van Jezus Christus[bewerken | brontekst bewerken]

Er is geen informatie beschikbaar over het leven van Jezus Christus tussen zijn 12e en 29e levensjaar. Het afwezig zijn van informatie maakt dat het in principe mogelijk is dat Jezus, na geboren te zijn in Israel, zijn vorming in het spirituele in Kasjmir ondergaan heeft, waarna hij teruggekeerd is naar Israel. De zijderoute was reeds een vaak-bereisde route in de tijd van Jezus Christus, hetgeen het reizen tussen Israel en Kasjmir toendertijd betrekkelijk gewoon, en een stuk eenvoudiger gemaakt zou hebben.

Bronnen[bewerken | brontekst bewerken]

De volgende boeken en websites zijn (onder andere) gebruikt als referentie: ´´Jesus Lived in India: His Unknown Life Before and After the Crucifixion´´ door Holger Kersten, 1994. ISBN: 1852305509 ´´Strange Tales about Jezus: A Survey of Unfamiliar Gospels´´ door Per Boskow. ISBN: 0800616863 Tomb of Jezus website Against Heresies - Book II, ch. 22, par. 5 door kerkvader Ireneaus

Externe links[bewerken | brontekst bewerken]

Tomb of Jezus website

Suzanne Olsson, pictures of tomb, DNA of Roza Bal Survival of the Crucifixion: Traditions of Jesus within Islam, Buddhism, Hinduism and Paganism (online editie van een boek door James W. Deardorff, 1993) Jesus in India] (online editie van een boek door Hazrat Mirza Ghulam Ahmad of Qadian van de Ahmaddiya beweging) De Solomon Tempel in Kashmir