Gebruiker:Geschiedenisnerd/Onzichtbare vrouwen

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Onzichtbare vrouwen: Waarom we leven in een wereld voor en door mannen ontworpen
Auteur(s) Caroline Criado Perez
Portaal  Portaalicoon   Literatuur

Onzichtbare vrouwen: Waarom we leven in een wereld voor en door mannen ontworpen is een boek van de Britse feministische auteur Caroline Criado Perez. Het boek, dat in eerste instantie in 2019 werd uitgegeven onder de Engelse titel Invisible women - exposing data bias in a world designed for men, is intussen vertaald naar meer dan 30 verschillende talen en wordt wel beschreven als een wereldwijd succes.[1][2]

Inhoud[bewerken | brontekst bewerken]

Criado Perez probeert een genderdatakoof in haar boek aan te tonen die volgens haar al terug te zien was bij Aristoteles en waaraan ook de wetenschap niet ontsnapt. Door deze kloof en de samenleving die door interactie met de koof deze herbevestigt en versterkt, wordt de man volgens Criado Perez als universeel gezien en de vrouw als marginaal. Wanneer er initiatieven ontstaan om de positie van man en vrouw meer gelijkwaardig te maken en de vrouw te demarginaliseren, wordt dit volgens haar zwaar bestreden. De genderdatakloof herbevestigd hierbij zichzelf; omdat witte mannen van zichzelf niet vinden dat zij een identiteit hebben, zoals groepen die in hun ogen doen aan identiteitspolitiek, zouden zij het uitgangspunt moeten zijn. Zij zien informatie over zichzelf dan ook als universele informatie.

Deel I - Dagelijks Leven[bewerken | brontekst bewerken]

Criado Perez probeert vervolgens uit te leggen dat informatie over witte mannen helemaal niet zo gemakkelijk te extrapoleren is naar vrouwen. Zij doet dat in twee hoofdstukken, het ene hoofdstuk gefocust op sneeuwruimen, het andere op openbare toiletten.

Kan sneeuwruimen seksistisch zijn?[bewerken | brontekst bewerken]

In het eerste hoofdstuk legt ze uit dat mannen en vrouwen andere behoeften als het aankomt op sneeuwruimen. Mannen en vrouwen hebben namelijk andere reispatronen. Omdat mannen voornamelijk forenzen, is het voor hen belangrijk om allereerst de grote hoofdwegen vrij te maken van sneeuw. Aangezien transport (en daarmee sneeuwruimen) als werkveld gedomineerd is door (mannelijke) forenzen, is dit de traditionele wijze van sneeuwruimen. In Karlskoga keek men echter er ook een meer vrouwvriendelijke wijze van sneeuwruimen bestond. Dat bleek het geval. Vrouwen hebben vaker dan mannen zorgtaken, hebben daardoor vaak ouderen, gehandicapten en kleine kinderen bij zich en doen aan trip chaining waarbij zij verschillende kleinere trips opeenvolgend samenvoegen tot één grote rit. Ook gebruiken zij vaker het openbaar vervoer of lopen zij naar hun bestemming. In Karlskoga besloot men daarop eerst de kleinere wegen sneeuwvrij te maken in plaats van de wegen die forensen gebruikten. Dit leidde tot een afname van valpartijen en bespaarde ziekenhuiskosten voor de samenleving.

Criado Perez geeft aan dat BBP stijgt als vrouwen werken, maar dat hun onbetaalde werk dan niet te veel tijd moet kosten door moeilijkheden met transport. Beleid moet er dan ook heel bewust op gericht zijn om niet alleen de datakloof te overbruggen (veel data wordt niet uitgesplitst naar gender als het op transport aankomt) én ook de gevonden data bewust te benutten. Zo hebben vrouwen door zonering - waarbij gebieden zoveel mogelijk uitgesplitst worden naar bestemming - minder vrije tijd. Zij moeten voor hun verschillende zorgtaken verder reizen. Wanneer de overheid echter kiest voor een gemengde bestemming van ruimte, komt dit vrouwen tegemoet.

Genderneutraal met urinoirs[bewerken | brontekst bewerken]

Op vergelijkbare wijze probeert Criado Perez in het volgende hoofdstuk aan te tonen dat gelijke behandeling voor vrouwen en mannen niet altijd leidt tot gelijke resultaten. Dit doet ze aan de hand van (openbare) toiletten. Ze legt hierbij uit dat toiletten met een gelijk vloeroppervlakte voor mannen en vrouwen voor lange rijen zorgen voor vrouwentoiletten, maar een relatief goede doorstroom bij mannentoiletten. Ze ziet hiervoor verschillende redenen, zoals het gebruik van urinoirs bij de herentoiletten, waardoor meer toiletten in dezelfde ruimte passen, maar benoemt ook dat vrouwen gemiddeld 2,3 keer zo lang doen over de toiletgang. Dit wordt veroorzaakt door veel verschillende redenen. Zo worden vrouwen vaak ouder, zijn daardoor vaker gehandicapt, worden ongesteld en moeten vaak een stuk (mantel)zorg doen, zelfs op het toilet.

Het probleem van ongelijke uitkomsten bij ogenschijnlijk gelijke behandeling extrapoleert Criado Perez vervolgens naar de gehele openbare ruimte. Ze geeft aan dat vrouwen - in tegenstelling tot mannen - vaak bang zijn in de openbare ruimte, vooral 's avonds. Ook dit heeft weer verscheidene oorzaken, maar de grootste oorzaak lijkt toch wel te zijn dat er een grote datagendergap is, waardoor vrouwen wanneer zij aangifte proberen te doen of klagen over (seksueel) grensoverschrijdend gedrag niet serieus worden genomen. dit versterkt vervolgens de kloof weer. Daarnaast zijn openbare ruimtes vaak ingericht met een mannelijke gebruiker als uitgangspunt, wat ook maakt dat vrouwen vaak (onbewust) uit de openbare ruimte worden geweerd.

Deel II - Op het werk[bewerken | brontekst bewerken]

Vrouwen werken in zowel betaalde als onbetaalde banen en maken daardoor meer uren dan hun mannelijke tegenhangers. Dit heeft veel ongezonde en economische effecten op vrouwen. De negatieve effecten op vrouwen worden ook nog eens versterkt door het idee dat veel bedrijven en individuen hebben dat zij mensen op hun eigen verdiensten beoordelen, hoewel seksisme hier in veel gevallen ook veel invloed op blijkt te hebben. Vrouwen hebben op de werkvloer hun eigen moeilijkheden, zo wordt bij het opstellen van arbeidsnormen weinig rekening gehouden met hun fysieke verschillen van mannen en hebben zij vaak lossere dienstverbanden. De volgende vier hoofdstukken gaan op al deze arbeidskwesties in.

De lange vrijdag[bewerken | brontekst bewerken]

Dit hoofdstuk over werk trapt af met een uitleg over de IJslandse Vrouwenstaking op vrijdag 24 oktober 1975, het Internationaal Jaar van de Vrouw. Hoewel deze staking in IJsland zorgde voor meer gelijkheid, ziet Criado Perez hier en ook wereldwijd toch nog een enorm verschil in de waardering van betaald en onbetaald werk en dan specifiek ook in emotionele arbeid, waarbij vrouwen voor een groot deel het onbetaalde werk en de emotionele arbeid voor hun rekening nemen. Dit zorgt voor een hoger stressniveau, armoede in ouderdom doordat zij vaak minder werken en daardoor minder pensioen opbouwen en weinig ruimte voor zorgtaken op de werkvloer doordat in veel landen een (te) kort of (deels) onbetaald zwangerschapsverlof wordt aangeboden. De realiteit is dat zorgtaken vooral naar vrouwen gaan. Criado Perez pleit er voor om vaderschapsverlof in te voeren zodat dit wat gelijker wordt verdeeld, maar ook op meer ruimte voor deze zorgtaken in het betaalde werk, omdat de huidige regelingen vrouwen juist benadelen.

De mythe van de meritocratie[bewerken | brontekst bewerken]

In het vierde hoofdstuk probeert Criado Perez wat ze zelf aanduid als de mythe van de meritocratie aanduidt onderuit te halen. Zij noemt de mythe 'een dekmantel [...] voor de institutionele bevoorrechting van witte mannen. Bovendien is het ontmoedigend genoeg een mythe die opvallen resistent is voor alle onderzoeksresultaten, waarvan sommige al decennia oud, die aantonen dat de mythe een illusie is.' Criado Perez probeert het idee dat we op basis van onze inzet en verdiensten beloond worden, gauw onderuit te halen; juist seksisme en benadeling van vrouwen kan bij organisaties en personen die denken dat ze hierop inzetten hoogtij vieren. Dit zien we bijvoorbeeld bij tech-bedrijven, maar ook in de academie, waar vrouwen op veel verschillende, stuk voor stuk seksistische, manieren worden benadeeld, maar waar een al vroeg aangeleerd 'briljantheidsvooroordeel', waarbij zelden genialiteit aan vrouwen, maar veel vaker aan (incapabelere) mannen wordt gekoppeld, is wellicht het hardnekkigst. Dit vooroordeel zien we ook sterk in de IT terug, waar het wellicht een sterke oorzaak was voor het lagere aantal vrouwelijke programmeurs en computertechnici. Vooroordelen over vrouwen en mannen en benadeling van vrouwen zien we ook terug in het selectieproces voor vrouwen en in de algoritmen die de IT produceert. In dit laatste geval wéten we dit vaak niet eens, omdat veel van deze algoritmen geheim worden gehouden. Wanneer deze worden ingezet bij werving, krijg je hierbij dus een zwarte doos-effect. Criado Perez stelt een makkelijke oplossing voor voor werving: simpelweg blinde wervingen op basis van merites. Ook toezicht bij promoties zou kunnen bijdragen aan meer gelijkheid.

Het Henry Higgins-effect[bewerken | brontekst bewerken]

Ook op werk wordt uitgegaan van mannelijke universaliteit, waarna Criado Perez verwijst in de titel. Henry Higgins verzucht in My Fair Lady dat het jammer is dat vrouwen niet wat meer zoals mannen zijn. Toch kan een man niet als universeel uitgangspunt worden genomen. Dit is in veel gevallen simpelweg fout - zo zou de temperatuur op kantoren vijf graden hoger moeten staan als men uit ging van vrouwen - en soms zelfs gevaarlijk. Zo gaat men bij onderzoek naar werk gerelateerde blessures vaak uit van mannen, hoewel het werk dat vrouwen doen niet altijd vergelijkbaar is, maar niet per se minder fysiek uitdagend. Ook zorgen fysieke verschillen tussen mannen en vrouwen - zo hebben vrouwen een dunnere huid waardoor ze sneller (giftige) stoffen opnemen - ook voor gevaar als dit niet erkend wordt. Zo kunnen vrouwen door bepaalde hormoonontregelende stoffen borstkanker krijgen, iets wat vaak niet erkend wordt, of zelfs niet onderzocht is. Ook worden vrouwen vaak (door een combinatie van betaald en onbetaald werk) blootgesteld aan een cocktail van stoffen die mannen minder treffen. De genderdatagap moet gedicht worden met informatie over arbeidsomstandigheden gesplitst naar mannen en vrouwen én deze data moet dan ook in beleid worden opgenomen. Zou zou gebruikte arbeidsuitrusting aangepast kunnen worden op het lichaam en de lichaamsgrootte voor vrouwen.

Minder waar zijn dan een schoen[bewerken | brontekst bewerken]

Hoewel vrouwen meer werken, zijn ze in veel gevallen gebonden aan onzeker werk en hebben zij niet al te sterke arbeidscontracten of worden ze zelfs ingezet als ZZP'er binnen een bedrijf. Hierdoor zijn ze weinig beschermd en zijn ze bang zich te beroepen op hun rechten. omdat ze snel ontslagen kunnen worden. Daarnaast vergroot dit de loonkloof omdat mensen met uitzendwerk lagere lonen krijgen dan mensen in vaste dienst. Ook worden mensen met een dergelijk contract ook losser ingezet en krijgen zij vaak op het laatste moment hun rooster, wat het plannen van zorgtaken bemoeilijkt. Tot slot ondervinden vrouwen met onzekere contracten en onregelmatig werk meer (seksuele) intimidatie en geweld.

Deel III - Ontwerp[bewerken | brontekst bewerken]

De ploeghypothese[bewerken | brontekst bewerken]

Ester Boserups ideeën over de wijze waarop landbouw met zware, door dieren getrokken ploegen ingericht is voor mannen en lichtere zwerflandbouw veel makkelijker is voor vrouwen, staan in dit hoofdstuk centraal. Criado Perez toont aan hoe ook de moderne landbouw gericht is op mannen en geeft aan dat we geen goede data over genderverdeling hebben. Ze pleit ervoor bij ontwikkelingshulp in landbouw en andere zaken waar vrouwen bij betrokken zijn, deze vrouwen te vragen om hun input. Ze gebruikt hiervoor het voorbeeld van moderne fornuizen die - ondanks allerlei tekortkomingen, ingezet werden bij ontwikkelingshulp maar al gauw niet gebruikt werden, tot vrouwen om input werd gevraagd.

One-size-fits-men[bewerken | brontekst bewerken]

Piano's, IPhone's en datasets hebben volgens dit hoofdstuk allemaal één ding gemeen: ze zijn gericht op mannen. Bij piano's en IPhone's kan dit leiden tot fysieke blessures, maar in het geval van datasets kan dit nog grotere gevolgen hebben. De sets worden namelijk gebruik om kunstmatige intelligentie te trainen, wat kan leiden tot stemherkenningssoftware die vrouwenstemmen niet of minder goed herkent, software die vindt dat vrouwen in de keuken thuis horen en daarom hun cv bij een digitale voorselectie opzij legt of zelfs levensbedreigende situaties waarbij diagnoses gemist worden omdat AI een voordiagnose doet die een seksistische ondertoon heeft. Criado Perez geeft echter ook goed nieuws: door aandacht voor dit probleem te hebben, kan de AI getraind worden om minder (onterechte) vooroordelen te hebben.

Een zee vol kerels[bewerken | brontekst bewerken]

Dit hoofdstuk focust op wat Criado Perez 'een zee vol kerels' noemt: STEM, IT en start-ups en de venture kapitalisten die deze steunen. Het hoofdstuk start met de verstrekkers van durfkapitaal die grotendeels mannen zijn en daardoor start-ups die gericht op vrouwen zijn niet snel steunen. Dat vrouwen de naam hebben gekregen weinig interesse in technologie te hebben, helpt hier niet bij. Binnen STEM en IT zien we hetzelfde verschijnsel. Het hoofdstuk eindigt met een focus op crashtestdummies, die vrijwel allemaal gemodelleerd zijn naar de 'standaard' man en daardoor minder goed de veiligheid van vrouwen in auto's kan voorspellen.

Deel IV - Bij de dokter[bewerken | brontekst bewerken]

De medicijnen helpen niet[bewerken | brontekst bewerken]

Het Yentl-syndroom[bewerken | brontekst bewerken]

Deel V - Het Openbare leven[bewerken | brontekst bewerken]

Kosteloze productiemiddelen[bewerken | brontekst bewerken]

Van handtas naar portefeuille[bewerken | brontekst bewerken]

Vrouwenrechten zijn mensenrechten[bewerken | brontekst bewerken]

Deel VI - Als het misgaat[bewerken | brontekst bewerken]

Wie neemt de herbouw op zich?[bewerken | brontekst bewerken]

Je gaat niet dood aan de ramp zelf[bewerken | brontekst bewerken]

  1. Leeuw de, Suzanne, Gelijke behandeling niet hetzelfde is als gelijke uitkomsten. Bazarow (22 juni 2020).
  2. (en) Invisible women in translation. Caroline Criado Perez. Geraadpleegd op 31 januari 2024.