Gebruiker:KendryDV/Kladblok

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is het persoonlijke kladblok van KendryDV.
Een kladblok is een subpagina van iemands gebruikerspagina. Het dient als testruimte voor de gebruiker en om nieuwe artikelen of langere toevoegingen aan bestaande pagina's voor te bereiden.

Let op: je kladblok opslaan gaat met de knop 'publiceren'. De pagina wordt daarmee nog niet in de openbare encyclopedie geplaatst en blijft een kladpagina. De kladblokpagina is wel zichtbaar (voor iedereen die wat meer van Wikipedia) en mag dus geen onoorbare dingen te bevatten.

Het is, ook in een kladblok, uitdrukkelijk niet toegestaan om zonder toestemming auteursrechtelijk beschermd materiaal van derden te publiceren.
Enkele handige links: Spiekbriefje | Snelcursus

Andere testplaatsen: De algemene zandbak | De probeerpagina van de snelcursus | De sjabloonzandbak

https://nl.wikipedia.org/wiki/National_Security_Agency#War_on_Terror

War on Terror[bewerken | brontekst bewerken]

In mei 1999 moest de toenmalige baas van de NSA, Michael Hayden zich verantwoorden in het Huis van Afgevaardigden (Verenigde Staten) voor het ECHELONprogramma. Dit programma pleegde volgens de republikein BoB Barr inbreuken op de privacy van burgers. De burgers hadden volgens hem het recht om door de overheid met rust gelaten te worden. In die tijd onderschepte de NSA al dataverkeer in de VSA en dataverkeer van en naar de VSA. Toen dit programma aan het licht kwam, werd er in Europa gevreesd voor bedrijfsspionage door de NSA. Als antwoord hierop werd een volledig onderzoek door het Europees Parlement opgestart. Het besluit van dit onderzoek was dat de NSA alle e-mails, telefoongesprekken en faxen onderschepte. Deze informatie werd via Londen via een satelliet doorgestuurd naar Fort George G. Meade, het hoofdkwartier van de NSA.[1]

In 1999 had de NSA al kennis over deoperationele commandopost van Alqaida in Yemen. Deze commandopost toen gelinkt aan Osama bin Laden en aan de aanslagen op de Amerikaanse ambassades in Tanzania en Kenia. Ondanks alle tegenstand van het ECHELONprogramma onderschepte de NSA in eind december 1999 een telefoongesprek tussen leden van Alqaida. In dit bericht werd uitdrukkelijk vermeld dat twee personen; Khalid en Nawaf, zich via Kuala Lumpur naar de Verenigde Staten zouden begeven. Toen de NSA dit bericht aan de CIA en de FBI doorstuurde, werden enkel de voornamen van deze personen doorgegeven. Niemand binnen de NSA had eraan gedacht deze naam door hun database te halen. Hierdoor ontbrak dit bericht allerlei relevante informatie. Door het ontbreken van de familienaam konden inlichtingendiensten niet weten dat Nawaf al-Hamzi - een vermoedelijke terrorist - een visum voor de VSA had aangevraagd. Binnen de NSA vonden ze dat dit niet hun taak was om de identiteit van vermoedelijke terroristen te onderzoeken. Dit kwam mede door de concurrentie met het Counterterrorism Center van de CIA.[1]

Toen Khalid en Nawaf in de VSA aankwamen, raakten zij zonder problemen voorbij de identiteitscontrole. Met ondersteuning van Omar al-Bayoumi kregen de vermoedelijke terroristen onderdak en werden deze geïntroduceerd bij de lokale moslimgemeenschap. Al snel bleek de huur te kostelijk, toen bood Abdussattar Shaikh - een gepensioneerde professor aan de San Diego State University - onderdak in zijn huis aan. Ondanks het feit dat Abdussattar een FBI informant was, gaf hij enkel de voornamen van zijn gasten door. Na verloop van tijd misten Hazmi en Mihdar hun thuisfront, daardoor belden deze personen veel met hun familie in Saudi Arabië. Uit vermoedelijke luiheid belden deze personen met hun landlijn naar hun familie. Ze besteden ook veel tijd op het internet, versturen van e-mails e.d. Het was door middel van e-mailverkeer dat ze in contact bleven met de chef van operaties van Alqaida in Pakistan.[1]

De NSA bleek al maanden het dataverkeer van Hamzi en Mihdar te onderscheppen zonder hun locatie aan de andere inlichtingendiensten door te geven. Tijdens de winter van 2000 bleven de anti-terrorist specialisten de communicatie van deze personen onderscheppen. Ondanks het feit dat personen met een Amerikaanse landcode belden, gaven deze specialisten dit niet door aan de FBI en CIA. Dit kwam omdat deze bezorgd waren dat ze binnenlandse communicatie onderschepten. De toenmalige baas van de NSA Michael Hayden, besloot om drastische maatregelen te nemen en alle onderscheppingen van en naar de VSA stop te zetten, ook deze gelinkt aan terrorisme. Deze maatregelen gingen zo ver dat de er niet werd doorgegeven dat vermoedelijke terroristen gelinkt aan Osama bin Laden zich op Amerikaanse bodem bevonden.[1]

  1. a b c d Bamford, B (2008). The Shadow Factory. New York: Anchor books.