Gebruiker:Wikibelgiaan/Zandbak

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
 Gebruikerspagina    Overlegpagina    In de pijplijn    Mijn bezigheden    Mijn trots  


Dit is mijn persoonlijke zandbak.
Hoewel hij geen deel uitmaakt van de encyclopedie, mag u hem vrij bewerken indien u constructieve bijdragen kan leveren.

Specialiteiten van Bilbilis[bewerken | brontekst bewerken]

Wapensmederij[bewerken | brontekst bewerken]

Het antieke Bilbilis stond bekend voor zijn ijzeren wapens van hoge kwaliteit. Plinius de Oudere vermeldt Bilbilis als één van de steden waar het beste water te vinden is om zwaarden in onder te dompelen. Dit hangt samen met de typisch Keltiberische smeedtechniek waarbij een smid de gloeiend hete zwaarden met tussenpozen onderdompelt in een emmer water, om zodoende de punt te versterken.[1] Enkele eeuwen later herneemt Isidorus van Sevilla deze gegevens[2].

Auro Bilbilis et superba ferro.
Bilbilis, verheven door zijn goud en ijzer.

— Martialis, Epigrammata XII 18.

Praecipua his quidem ferri materia, sed aqua ipso ferro violentior; quippe temperamento eius ferrum acrius redditur, nec ullum apud eos telum probatur, quod non aut Birbili fluvio aut Chalybe tinguatur.

— Iustinus, Historiarum Philippicarum libri XLIV XLIV 3, 8

Muntslag[bewerken | brontekst bewerken]

Uit de regeerperiode van de keizers Augustus, Tiberius en Caligula dateren munten met opschriften die variëren tussen BILBILI, BILBILIS, MVN. AVGVSTA BILBILIS en BILBILIS ITALICA MVNICIPIVM AVGVSTA.[3] Bovendien heeft men munten teruggevonden waar het Iberische plpls op staat.[4]

Lucius Aelius Seianus werd veroordeeld tot de damnatio memoriae na zijn samenzwering tegen Tiberius in 31; bijgevolg werden zijn standbeelden vernietigd en werd zijn naam uit alle openbare registers geschrapt. Op deze munt uit Augustus Bilbilis, geslagen om het consulaat van Seianus te herdenken, zijn de woorden L. AELIVS SEIANVS weggekrabt.

Iberische inscripties[bewerken | brontekst bewerken]

Er bestaat een tweetal inscripties waarover veel inkt gevloeid is. Het gaat om een koppel mozaïeken, gemaakt in 100 n.Chr., die het merkteken van de fabrikant aangeven, zoals in die tijd gebruikelijk was:


likine-te ekiar usekerte-ku
likine abuloŕaune ekien bilbiliaŕs

Een aantal woorden op deze mozaïeken zijn duidelijk:

likine: komt overeen met de Keltiberische naam Likinos
abulo: komt overeen met de Keltiberische naam Abulu
bilbili: is de stad Bilbilis (bij Calatayud)
usekerte: is de stad Ossicerda
-te: is een achtervoegsel dat de agens aanduidt
ekiar/ekien: zijn vormen van het werkwoord "maken"
aŕs: met een betekenis zoals "stad", "vesting"

Over twee zaken bestaat vrij grote zekerheid: ten eerste geven beide inscripties aan dat ze het werk zijn van Likinos en ten tweede vermelden ze de steden (die hun herkomst of de plaats van hun atelier kunnen aanduiden). Minder eenduidig is de interpretatie van abulo-ŕaune. Volgens Untermann zou dit betekenen "(Likinos) vergezeld van Abulo". Volgens Rodríguez zou likine abuloŕaune een aangepaste vorm zijn van een Keltiberische naamformule Likinos Abulos launi, iets in de zin van "Likinos de slaaf van Abulo". Zijn interpretatie van de Keltiberische term launi is echter niet algemeen aanvaard, want doorgaans gaat men ervan uit dat dit woord "echtgenote" betekende.

Arpino[bewerken | brontekst bewerken]

Arpino is een gemeente in de Italiaanse provincie Frosinone (regio Latium) en telt 7736 inwoners (31-12-2004). De oppervlakte bedraagt 55,9 km², de bevolkingsdichtheid is 135 inwoners per km².

geografie-oorsprong plaatsnaam-geschiedenis-bezienswaardigheden-politiek-economie-verkeer en vervoer-cultuur-gezondheidszorg-onderwijs & wetenschap-sport-natuur & landschap-geboren in arpino-zie ook-bronnen noten en/of referenties

Demografie[bewerken | brontekst bewerken]

Arpino telt ongeveer 2898 huishoudens. Het aantal inwoners daalde in de periode 1991-2001 met 4,9% volgens cijfers uit de tienjaarlijkse volkstellingen van ISTAT.

Jaar Inwoneraantal
1991 8006
2001 7614

Geografie[bewerken | brontekst bewerken]

De gemeente ligt op ongeveer 450 m boven zeeniveau.

Arpino grenst aan de volgende gemeenten: Broccostella, Casalattico, Casalvieri, Castelliri, Fontana Liri, Fontechiari, Isola del Liri, Monte San Giovanni Campano, Santopadre, Sora.

Beroemde inwoners[bewerken | brontekst bewerken]

De gemeente Arpino heeft de duizenden jaren van zijn bestaan vele beroemde persoonlijkheden voortgebracht. De herinnering aan deze vaak wereldberoemde mannen wordt levendig gehouden door verschillende straatnamen, vooral in het historische centrum, en door een aantal monumenten en feestelijke manifestaties (zie de respectievelijke persoon). In onderstaand overzicht worden zij geordend per "vakdomein", ook al stammen zij uit verschillende tijdvakken.

Staatsmannen[bewerken | brontekst bewerken]

Gaius Marius[bewerken | brontekst bewerken]

Zie Gaius Marius voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

In 165 v.Chr., een dertigtal jaar nadat Arpinum vanwege zijn loyaliteit van Rome bevorderd was tot municipium, werd in Cereatae (een gehucht op het grondgebied van Arpinum) Gaius Marius geboren. Hoewel hij uit een plebeïsche familie stamde, kon hij door zijn verdiensten in het leger carrière maken in de politiek. Aangezien hij tot de volkspartij behoorde, werd hij tegengewerkt door de senatoren. Toch bereikte hij met de hulp van het leger het consulaat, een ambt dat hij uitzonderlijk vijf opeenvolgende keren mocht uitoefenen. In een burgeroorlog trok hij aan het kortste eind, wat hem een ballingschap opleverde; pas in 86 v.Chr. werd hem gevraagd om terug te keren en voor een zevende keer consul te worden. Enkele dagen later kreeg hij hevige koorts en overleed. Zelfs op het toppunt van zijn roem vergat hij zijn geboortestad niet: hij schonk Arpinum enkele in Gallia Cisalpina buitgemaakte landgoederen, waarvan de opbrengsten de openbare gebouwen zouden helpen onderhouden. Naar hem is de Via Caio Mario genoemd, een borstbeeld van hem hangt aan het Tulliano, zijn standbeeld (door Giuseppe Cesari) staat op het Gemeenteplein en samen met Cicero siert hij het Monument voor de gesneuvelden.

Marcus Tullius Cicero[bewerken | brontekst bewerken]

Zie Marcus Tullius Cicero voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Laudanda est vel etiam amanda vicinitas retinens veterem illum offici morem, non infuscata malivolentia, non adsueta mendaciis, non fucosa, non fallax, non erudita artificio simulationis vel suburbano vel etiam urbano. Nemo Arpinas non Plancio studuit, nemo Soranus, nemo Casinas, nemo Aquinas...

Geprezen, ja zelfs geliefd moet een omgeving worden die de goede oude gewoonte van de plicht bewaart, niet bedorven door kwaadwilligheid, niet gewend aan leugens, niet opgesmukt, niet trouweloos, niet bedreven in de kunst van de veinzerij zoals die in de buitenwijken of ook in de stad aanwezig is. Niemand in Arpino is Plancius niet toegedaan, niemand in Sora, niemand in Casinum, niemand in Aquinum...

— M. Tullius Cicero, Oratio Pro Plancio[5] (54 v.Chr.)

Kunstenaars[bewerken | brontekst bewerken]

Geestelijken[bewerken | brontekst bewerken]

http://digilander.libero.it/toponomastica/latium.html

  1. Gaius Plinius Secundus maior, Naturalis Historia XXXIV 140.
  2. Isidorus, Etymologarum libri viginti XVI 21. Isidorus gebruikte Plinius de Oudere als één van zijn hoofdbronnen.
  3. greek and roman geography
  4. Pauly-Wissowa
  5. Cn. Plancius werd beschuldigd van omkoping bij de verkiezingen. Cicero wist zijn vrijspraak te bekomen meer door zijn eigen politieke gewicht in de schaal te leggen dan wel omdat Plancius onschuldig was. In dit fragment steekt hij de loftrompet over hun beider geboortestreek.