Schotse Ritus van 1962

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
(Doorverwezen vanaf Gerenoveerde Schotse Ritus)

De Schotse Ritus van 1962 (S.R. 1962) of Gerenoveerde Schotse Ritus (G.S.R.), ook wel onterecht gereduceerd tot Schotse Ritus, is een adogmatische variatie op de Aloude en Aangenomen Schotse Ritus, een van de twee wereldwijd veelgebruikte vrijmetselaarsriten die, vooral, in de hogere gradenvrijmetselarij, maar niet uitsluitend, worden gebruikt.

Wezen[bewerken | brontekst bewerken]

Piet van Brabant vat het wezen van de A.A.S.R. als volgt samen in zijn boek 'Vrijmetselarij in de Nederlanden en in Vlaanderen': "De ritualen van de nog steeds 33 graden tellende ritus zijn gesteund op vrij uiteenlopende religieuze en filosofische motieven, afkomstig uit joods-christelijke, platonische of neoplatonische, alchemistische en hermetische stromingen. Zij zijn gericht op het bevorderen van de zelfontwikkeling in geestelijk-ethisch opzicht en de versterking van de innerlijke kracht in de mens."

De S.R. 1962 werd ontdaan van de christelijke symboliek, in het bijzonder die symboliek die verwees naar het bestaan van een Opperbouwmeester van het Heelal, het Boek der Heilige Wet of het bestaan van de ziel.

De belangrijkste kleur binnen dit gradenstelsel is rood.

Benaming[bewerken | brontekst bewerken]

Ondanks zijn naam heeft de ritus niets met Schotland te maken. René Pieyns stelt onomwonden in zijn boek 'Encyclopedie van de blauwe vrijmetselarij' dat: "De benaming als 'Schots' van deze en andere ritussen berust op een mystificatie door Michael Ramsay, van Schotse origine, die in 1737 een bekend Discours hield waarin hij de VM een Schotse en tempeliersoorsprong toedichtte - die ergens nergens op steunt. Sindsdien hebben tal van maçonnieke structuren en graden zich 'Schots' genoemd."

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

De Schotse Ritus van 1962 is fundamenteel gebaseerd op de Aloude en Aangenomen Schotse Ritus die officieel is ontstaan in Verenigde Staten in 1801 onder impuls van John Mitchell en Frederic Dalcho.

De Fransman Auguste de Grasse graaf Tilly verspreidde de ritus in Zuid-Amerika en continentaal Europa.

Albert Pike publiceerde in 1871 het standaardwerk 'Morals and Dogma of Freemasonry' dat tot op heden richtinggevend blijft. De Belg Eugène Goblet d'Alviella was later belangrijk in de herwerking van de symboliek van de ritus.

In 1875 vond in het Zwitserse Lausanne een Universeel Convent van de Opperraden van de Aloude en Aangenomen Schotse Ritus plaats waar de ritus gemoderniseerd werd. Dit gaf aanleiding tot een schisma tussen reguliere en irreguliere opperraden.

De ritus is specifiek Belgisch en ontstaan naar aanleiding van de problematiek van de Opperbouwmeester van het Heelal en de aanvaarding van een deïstische God en een bezielde mens die binnen de vrijmetselarij speelde. Tot 1959 onderhield de Opperraad voor België van de Aloude en Aangenomen Schotse Ritus, opgericht te Brussel in 1817 wereldwijde vriendschapsrelaties met zowat alle andere korpsen die in deze ritus werken in andere staten.

Op 4 december 1959 splitsten enkele loges onder het Belgische Grootoosten zich af en vormden de Grootloge van België in een poging om als regulier te worden erkend op internationaal vlak. Dit geschiedde in 1965 toen de Verenigde Grootloge van Engeland de Belgische Grootloge erkende. Deze erkenning werd in 1979 terug ingetrokken.

Als gevolg van deze gebeurtenissen kwam aan de historische entente tussen de Opperraad voor België en het Grootoosten van België tevens een einde op 20 januari 1960 toen de Opperraad eenzijdig het vriendschapsverdrag opzegde. De Opperraad voor België koos de zijde van de regulariteit. Een nieuw en gelijkaardig vriendschapsverdrag werd gesloten tussen de G.L.B en de Opperraad voor België op 9 mei 1965. Vanaf dan werd er exclusief gerekruteerd uit de G.L.B.. Vanaf 9 juli 1960 tot 31 december 1965 bestond nog de mogelijkheid om ook in bepaalde werkplaatsen van het G.O.B. te rekruteren, terwijl andere loges van de G.O.B. op een zwarte lijst stonden waaruit niet mocht worden gerekruteerd. Voorbeelden hiervan waren De Zwijger Gent, Les Vrais Amis Gand, De Geuzen Antwerpen en Le Libre Examen Bruxelles.

Verschillende werkplaatsten namen echter deze nieuwe marsrichting vanwege de Opperraad voor België niet en splitsten zich af, zoals de kapittels Parfait Union Mons, Les Vaillants Chevaliers de l'Age d'Or Anvers en L'Intérieur de Temple Namur. Andere kapittels splitsen in twee groepen waardoor nieuwe, onafhankelijke kapittels ontstaan, waaronder Hou ende Trou Antwerpen en L'Avenir et l'Industrie Charleroi, naast reeds bestaande ateliers.

Toen Georges Beernaerts op 26 juni 1960 grootmeester van het Belgische Grootoosten werd hield hij een opmerkelijke rede. Als gevolg hiervan werd een impuls gegeven tot de oprichting van een nieuw korps dat zou werken in de A.A.S.R.. Een werkgroep werd op 1 september 1960 in het leven geroepen die 22 werksessies hield en haar werkzaamheden beëindigde op 25 april 1961. Een voorlopige organisatie zag het levenslicht die de naam Alliance des Chapitres Souverains de Belgique droeg.

Op 9 december 1962 werd het Soeverein College van de Schotse Ritus voor België (Frans: Souveraine Collège du Rite Ecossais pour la Belgique) als gevolg van dit schisma door de overblijvende 'irregulieren' opgericht als afsplitsing van de Opperraad onder de naam Soeverein College van de Gerenoveerde Schotse Ritus voor België. De plechtige publicatie vond plaats op 24 februari 1963 in aanwezigheid van vertegenwoordigers van het G.O.B. en buitenlandse obediënties. Vanaf 11 december 1974 zal zij haar definitieve naam dragen. Bij oprichting bestond deze Opperraad uit acht kapittels, vier areopagi en één consistorie. Haar werking beperkt zich tot de leden van het Belgische Grootoosten en is minder hiërarchisch en basisdemocratischer dan haar soortgenoten. De rite werd ook veranderd en ontdaan van veel christelijke symboliek, en staat bekend onder de naam Schotse Ritus van 1962 of Gerenoveerde Schotse Ritus.

Deze ritus heeft eveneens een hoog gehalte aan syncretisme, omdat het verschillende symbolen en cultuurtradities samenvoegt, wat hem universeel toegankelijk maakt. Hij is zeer populair in de Verenigde Staten en in continentaal-Europa.

Structuur[bewerken | brontekst bewerken]

De Schotse Ritus telt 33 graden, die zijn opgedeeld in 4 kapittels. Dit zijn

  • het Kapittel van de graden van de blauwe vrijmetselarij die de eerste drie graden telt en beoefend worden in symbolische (graden)loges,
  • het Kapittel van de graden van de rode vrijmetselarij die de vierde t.e.m. de achttiende graad telt en beoefend worden in perfectieloges (vierde t.e.m. veertiende graad en kapittels (soeverein kapittel; vijftiende t.e.m. de achttiende graad),
  • het Kapittel van de wijsgerige graden of zwarte vrijmetselarij die de negentiende graad t.e.m. de dertigste graad telt en beoefend wordt in areopagi (verheven areopagus),
  • en het Kapittel van de administratieve graden of witte vrijmetselarij die de eenendertigste graad (tribunaal), de tweeëndertigste graad (consistorie) en drieëndertigste graad (opperraad) telt.

De eerste drie, symbolische graden, worden in regel verleend binnen de wereld van de loges en obediënties die exclusief met deze graden werken. Dit kan gebeuren volgens het ritueel van de A.A.S.R., maar ook volgens het ritueel van een andere ritus.

De dertig hogere graden worden verleend door één Opperraad met onderafdelingen, ook wel Supreme Council of Suprême Conseil genoemd, dewelke optreedt als hogere gradenobediëntie.

Ook hier werken de opperraden exclusief met meestervrijmetselaars die afkomstig zijn ofwel uit de reguliere vrijmetselarij, ofwel uit de irreguliere vrijmetselarij.

Graden[bewerken | brontekst bewerken]

Kleine verschillen in benaming van de graden kunnen bestaan tussen verschillende korpsen. Niet alle graden worden ritueel verleend en is afhankelijk van korps tot korps. Belangrijke graden die steeds ritueel verleend worden zijn de 3e graad, de 18e graad, de 30e graad; de 31e graad en de 32e graad. Andere belangrijke graden die soms ritueel verleend worden zijn de 4e graad, de 9e graad, de 12e graad, de 13e graad, de 14e graad, de 22e graad en de 28e graad. Alle andere graden worden dan administratief verleend. De 33e en laatste graad wordt meestal voorbehouden aan een selecte groep bestuursleden en wordt soms louter administratief verleend.

Kapittel van de graden van de blauwe vrijmetselarij[bewerken | brontekst bewerken]

1e klasse - Symbolische graden (symbolische loges)[bewerken | brontekst bewerken]

Kapittel van de graden van de rode vrijmetselarij[bewerken | brontekst bewerken]

2e klasse - Volmakingsgraden (vervolmakingsloges)[bewerken | brontekst bewerken]

  • 4. Geheim Meester
  • 5. Volmaakt Meester
  • 6. Geheimschrijver
  • 7. Provoost en Rechter
  • 8. Opzichter der Gebouwen
  • 9. Uitverkoren Meester der Negen
  • 10. Uitverkoren Meester der Vijftien
  • 11. Verheven Uitverkore der Twaalf
  • 12. Grootmeester-Architect
  • 13. Ridder van het Koninklijk Gewelf
  • 14. Volmaakt Uitverkoren Groot-Schot

Kapittelgraden (kapittels)[bewerken | brontekst bewerken]

3e klasse[bewerken | brontekst bewerken]
4e klasse[bewerken | brontekst bewerken]

Kapittel van de wijsgerige graden of zwarte vrijmetselarij[bewerken | brontekst bewerken]

5e klasse - Areopagusgraden (areopagi)[bewerken | brontekst bewerken]

Kapittel van de administratieve graden of witte vrijmetselarij[bewerken | brontekst bewerken]

6e klasse - Consistoriegraden (consistoria)[bewerken | brontekst bewerken]

7e klasse - Opperraadgraad (opperraden)[bewerken | brontekst bewerken]

Bibliografie[bewerken | brontekst bewerken]

  • Van den Abeele, Andries, De kinderen van Hiram, Zellik: Roularta Books, 1991. 320 p.: ill. ISBN 90-72411-75-7.
  • Constant, René, Les Hauts Grades du Rite Écossais et la Régularité Maçonnique: Belgigue, Pays-Bas, Grand-Duché de Luxembourg, Bruxelles: Editions de l’Université de Belgique, 1994. 140 p. ISBN 2-80041-092-2.
  • Aloïs, H. L., Histoire du Souverain Collège du Rite Écossais Pour la Belgique - Historiek van het Soeverein College van de Schotse Ritus voor België (Cahiers Maçonniques ; 15), Paris: Editions Maçonniques de France, 2002. 157 p. ISBN 2-84721-029-6.
  • Van Brabant, Piet, De vrijmetselarij in Nederland en in Vlaanderen, Houtekiet, Antwerpen/Amsterdam, 2003 ISBN 9052407142.
  • Pieyns, René, Encyclopedie van de blauwe vrijmetselarij, Fonds Marcel Hofmans, Ekeren, 2004.
  • 'Hoofdstuk 15 Elk jaar op Witte Donderdag', p. 109-115, in Van Brabant, Piet, De spiritualiteit van de vrijmetselaar, Houtekiet, Antwerpen/Amsterdam, 2006 ISBN 9052408890.
  • Libert, Philippe, Les Vrais Amis de l'Union et du Progrès Réunis, Histoire d'une loge 1, Editions du Grand Orient de Belgique, Bruxelles, 2007, ISBN 978-2804026158.
  • Koppen, Jimmy, Benhamou, Philippe en Hodapp, Christopher, Vrijmetselarij voor dummies, Pearson Education Benelux, Amsterdam, 2008, ISBN 978-9043014854.

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]