Hij was een telg van de Poolse heraldische clan Korab. Jan studeerde aan de Universiteit van Montpellier en werd door de koning van Frankrijk aan Lodewijk I van Hongarije aanbevolen als een "uitstekende arts".[1] Zodoende werd hij in 1376 arts en adviseur in het hof van de koning en pastoor van zijn dochter Hedwig van Polen.[2] Jan Radlica kreeg in 1380 een zetel in het vier-koppige kabinet dat in de afwezigheid van de koning over Polen moest heersen.[3] Hij droeg tussen 1381 en 1382 de titel Regni Poloniae supremus.[4] Jan Radlica werd in februari 1982 tot bisschop gewijd en diende ook als kanselier van de Jagiellonische Universiteit.[5] Jan stichtte in 1382 het miniemenklooster op de Jasna Góra.[6] Na de dood van Jan Radlica in 1392 ontstond er een twist rondom de positie van zijn opvolger als bisschop van Krakau.[7]