Jeff Porcaro

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Jeff Porcaro

Jeffrey "Jeff" Thomas Porcaro (Hartford, 1 april 1954Hollywood, 5 augustus 1992) was een Amerikaans muzikant. Hij was een stichtend lid van en drummer bij de popgroep Toto.

Porcaro werd geboren in de stad Hartford in de staat Connecticut. Zijn vader is Joe Porcaro, een bekende Westcoast percussionist. Zijn twee broers Mike Porcaro (overleden 15 maart 2015 - Los Angeles) en Steve Porcaro waren/zijn allebei studiomuzikant.

Levensbeschrijving[bewerken | brontekst bewerken]

In zijn tienerjaren werd hij steeds bekender in de wereld van Amerikaanse sessiemuzikanten en gaf zijn studie op om te gaan toeren met Sonny & Cher.

Hiervoor al leerde hij toetsenist David Paich kennen. Samen met Paich en broertje Steve Porcaro vonden zij gitarist Steve Lukather, bassist David Hungate en zanger Robert "Bobby" Kimball en vormden zij de inmiddels wereldwijd bekende pop/rockband Toto. Jeffs strakke, herkenbare drumstijl zorgde voor wereldhits als "Hold The Line", "Rosanna" en het door hemzelf en David Paich geschreven "Africa". Het album "IV" uit 1982 werd zijn grootste succes, er werden miljoenen exemplaren van verkocht en de singles "Rosanna", "Africa" en "I Won't Hold You Back" werden allemaal wereldhits. Bij de Grammy Awards in datzelfde jaar wist Jeff met zijn band 3 Grammy's in de wacht te slepen. Na dit succesalbum werd bassist Hungate vervangen door Jeffs jongere broer Michael Porcaro.

Jeffrey bleef doorgaan met sessiewerk en speelde met diverse artiesten. Samen met Toto-muzikanten Lukather, Paich en broertje Steve werkte hij mee aan het hit-album "Thriller" van Michael Jackson. Voor de single "Beat It" ontving hij een Grammy Award als support-band voor beste single van het jaar. Behalve zijn werk bij Toto heeft Porcaro ook samengewerkt met artiesten als Boz Scaggs, Steely Dan, Dire Straits, Michael Jackson, Bruce Springsteen en Larry Carlton.

Een minder bekende liefhebberij van Jeff Porcaro was tekenen. Hij ontwierp verscheidene albumhoezen van de band Toto, waaronder die van "The Seventh One" en "Kingdom Of Desire", het laatste Toto-album waarop hij speelde.

Op 5 augustus 1992 stierf Jeffrey Porcaro aan een hartaanval, als gevolg van een allergische reactie op een sterk insectenverdelgingsmiddel, dat hij kort daarvoor had gebruikt voor zijn tuin. Na autopsie bleek dat Jeff zijn hele leven al een slecht hart had gehad. De media en critici brachten het overlijden naar voren als een gevolg van een overdosis cocaïne, maar uit bloedonderzoek bleek dat Jeff al minstens vijf jaar geen cocaïne gebruikt had. Op 10 augustus 1992 werd Porcaro, in het bijzijn van 1500 familieleden, vrienden, muzikanten en muziekliefhebbers, begraven in de "Hall Of Liberty" in Forest Lane Memorial Park op de Hollywood Hills. Hij liet een echtgenote en drie zoons na. Na zijn dood werd de "Jeff Porcaro Memorial Fund" opgericht. Dit fonds had het doel de muzikale en kunstzinnige afdelingen van de Grant Highschool in Los Angeles te bevorderen. Jeff was in de jaren 70 zelf student geweest op deze school.

In 1996 komt het album Tribute to Jeff uit met o.a. David Garfield (spoken vocals, piano, electric piano, synthesizer, Mini Moog, Moog); Michael Landau (vocals, guitar); Will Lee (vocals, bass); Paulette Brown, Michael McDonald, David Pack, Jason Scheff, Boz Scaggs (vocals); Simon Phillips (spoken vocals, drums); Steve Lukather (acoustic & electric guitars); Paul Jackson Jr., Eddie Van Halen, Denny Dias, Fred Tackett (guitar); Tom Scott (alto, tenor & baritone saxophones); Jerry Hey (trumpet, flugelhorn); David Paich (piano, electric piano, Fender Rhodes); David Benoit (piano); Emil Richards (vibraphone); Mike Porcaro (bass, cymbals); Nathan East (bass); Gregg Bissonette, Steve Gadd (drums); Luis Conte (conga, batas, percussion); Don Henley, Richard Marx (background vocals). Hierop staan nummers waaraan Jeff heeft meegewerkt of waar hij zelf gek op was.

(tribute to Jeff- creachy productions 1996)

Op de in 2019 door het tijdschrift Rolling Stone gepubliceerde ranglijst van 100 beste drummers in de geschiedenis van de popmuziek kreeg Jeff Porcaro de 37e plaats toegekend.[1]

Externe links[bewerken | brontekst bewerken]