Keizerlibellen

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Keizerlibellen
Zuidelijke keizerlibel (Anax parthenope)
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Arthropoda (Geleedpotigen)
Klasse:Insecta (Insecten)
Orde:Odonata (Libellen)
Onderorde:Anisoptera (Echte libellen)
Familie:Aeshnidae (Glazenmakers)
Geslacht
Anax
Leach, 1815
Typesoort
Anax imperator
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Keizerlibellen op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Insecten

De keizerlibellen (Anax) vormen een geslacht van echte libellen (Anisoptera) uit de familie glazenmakers (Aeschnidae). Het geslacht omvat bijna 30 soorten,[1] waarvan er 3 in Nederland voorkomen.

De wetenschappelijke naam van het geslacht werd in 1815 voorgesteld door William Elford Leach,[2] met op dat moment als enige soort Anax imperator, die daarmee automatisch de typesoort werd. Het woord Anax komt uit het Grieks en betekent "(feodale) heer".

Bouw en anatomie[bewerken | brontekst bewerken]

Het labium reikt in rust tot voorbij de coxae van het tweede potenpaar. De ogen zijn aan de rugzijde afgevlakt en de lengte (langs de lengte-as van het lichaam gemeten) is iets groter dan de oogbreedte (haaks op de lengte-as). De achterranden van de ogen liggen in elkaars verlengde. De kop is afgerond. De dorsale mannelijke lob is vrij rechthoekig en het abdominaal segment 6 heeft geen laterale doorn.

Volgroeide larven worden zelden minder dan 49 mm lang. Van sommige soorten kunnen ze tot 100 mm worden.

Ei-ontwikkeling[bewerken | brontekst bewerken]

De eieren komen na ongeveer 5–6 weken uit. De totale ontwikkeling duurt 1 jaar (bij de grote keizerlibel) tot 2 jaar (bij de zuidelijke keizerlibel).

Soorten[bewerken | brontekst bewerken]

De Nederlandstalige namen zijn, voor zover niet voorkomend in het Nederlands Soortenregister, ontleend aan Libellen van Europa.[3]