Leuciscus

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Leuciscus
Leuciscus idus
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Superklasse:Osteichthyes (Beenvisachtigen)
Klasse:Actinopterygii (Straalvinnigen)
Onderklasse:Neopterygii (Nieuwvinnigen)
Infraklasse:Teleostei (Beenvissen)
Superorde:Ostariophysi (Meervallen en karperachtigen)
Orde:Cypriniformes (Karperachtigen)
Familie:Cyprinidae (Eigenlijke karpers)
Geslacht
Leuciscus
Cuvier (ex Klein), 1816
Synoniemen
  • Aspius Agassiz, 1832
  • Idus Heckel, 1843
  • Bathystoma Fitzinger, 1873
  • Gardonus (Cephalus) Bonaparte, 1846
  • Aturius Dubalen, 1878
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Leuciscus op Wikispecies Wikispecies
(en) World Register of Marine Species
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Vissen

Leuciscus is een geslacht van straalvinnige vissen uit de familie van karpers (Cyprinidae) en is fossiel bekend vanaf het Oligoceen.[1] Het geslacht is voor het eerst wetenschappelijk beschreven in 1816 door Cuvier (ex Klein).

Beschrijving[bewerken | brontekst bewerken]

Deze 50 cm lange vis heeft een klein, met betrekkelijk grote schubben bezet, langgerekt lichaam met een gevorkte staart en kleine vinnen. Het is een herbivoor zonder gebit. Om gevaar te kunnen lokaliseren, is deze vis gezegend met de zogenaamde beentjes van Weber, die beweeglijk zijn en de gevoeligheid voor geluiden van hoge frequenties verhogen, hetgeen geschiedt door middel van overdracht van trillingen van de zwemblaas naar het binnenoor. Raakt de vis gewond, dan wordt door bepaalde cellen, de zogenaamde epidermale cellen, een stof afgescheiden, die bij soortgenoten een schrikreactie teweegbrengt, die ervoor zorgt dat deze zich verspreiden en de bodem opzoeken.

Leefwijze[bewerken | brontekst bewerken]

Deze vis leeft in zoetwaterlopen en –meren in Noord-Amerika, Azië en Afrika.

Soorten[bewerken | brontekst bewerken]

De volgende soorten zijn bij het geslacht ingedeeld: