Louis Gillès de Pelichy

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Louis Gillès de Pélichy
Volledige naam Louis Jean Joseph Gillès de Pélichy
Geboren Antwerpen, 25 juni 1798
Overleden 29 april 1876
Kieskring Antwerpen
Roeselare
Land Frankrijk (1798 - 1815)
Nederlanden (1815 - 1830)
Vlag van België België (1830 - 1876)
Functie Politicus
Bestuurder
Partij Katholieken
Functies
1833 - 1835 Gemeenteraadslid Antwerpen
1854 - 1859 Senator
Portaal  Portaalicoon   Politiek

Louis Jean Joseph Gillès, genaamd Gillès de Pélichy,(Antwerpen, 25 juni 1798 - 29 april 1876) was een Belgisch bestuurder en katholiek politicus.

Levensloop[bewerken | brontekst bewerken]

Louis Gillès was een telg uit het geslacht Gillès en een zoon van Louis-Michèl Gillès en van Jeanne De Pret. Hij was een jongere broer van Philippe Gillès de 's Gravenwezel, met wie hij in 1829 adelserkenning verkreeg. In 1842 verkreeg hij de titel van baron, overdraagbaar op al zijn mannelijke nakomelingen en in 1872 bekwam hij de naam de Pelichy aan zijn familienaam te mogen toevoegen. Hij trouwde met Marie de Pelichy (1808-1872), dochter van lid van het Nationaal Congres en senator Jean-Marie de Pélichy van Huerne. Ze kregen zeven kinderen en zijn de stamouders van alle na hen komende naamdragers Gillès de Pélichy.

Vanaf 1825 was hij, zoals zijn voorvaders, regent van het katholiek weeshuis 't Boompje in Amsterdam. Hij was directeur van de Katholieke Bibliotheek van België vanaf 1823 en van het Gasthuis op de Antwerpse Paardenmarkt.

In 1830 koos hij onmiddellijk de zijde van de opstand. Hij werd verkozen tot plaatsvervangend lid voor het Nationaal Congres, maar hoefde niet te zetelen. In 1831 werd hij secretaris van de Commissie voor het onderzoek van de slachtoffers van plunderingen. Louis Gillès was gemeenteraadslid in Antwerpen (1833-1835) en lid van het Bureel van Weldadigheid (vanaf 1850).

Hij was verder:

  • directeur van de Polder van Lillo,
  • voorzitter van het Antwerpse gasthuis Sint Carolus,
  • lid van de Edele Confrérie van het Heilig Bloed in Brugge (1829),
  • voorzitter van het Comité voor Hulpverlening (1848),
  • lid van de Commissie voor de bestrijding van de cholera (1848, 1849, 1866),
  • voorzitter van de kerkfabriek van Sint-Jacobus,
  • voorzitter van de Katholieke Kring in Antwerpen.

In 1854 werd hij katholiek senator voor het arrondissement Roeselare, in opvolging van de overleden Joseph De Neckere. Hij vervulde dit mandaat tot in 1859. Zijn verkiezing was het gevolg van het feit dat hij een groot deel van het jaar resideerde in het domein Het Blauwhuis in Izegem.[1]

Literatuur[bewerken | brontekst bewerken]

  • Charles GILLES DE PELICHY, Histoire des Gillès et Gillès de Pelichy, in Tablettes des Flandres, Recueil X, Brugge, 1971.
  • Oscar COOMANS DE BRACHÈNE, État présent de la noblesse belge, Annuaire 1989, Brussel, 1989.
  • Jean-Luc DE PAEPE & Christiane RAINDORF-GERARD, Le Parlement belge, 1831-1894, Brussel, 1996.