Orgel uit de Nederlands Hervormde Kerk in Scheemda

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Orgel uit de Nederlands Hervormde Kerk in Scheemda
Orgel uit de Nederlands Hervormde Kerk in Scheemda
Algemene gegevens
Type Kerkorgel
Jaar Ca. 1526
Land Noordelijke Nederlanden en/of Duitsland
Beschrijving
Materiaal Eikenhout
Breedte 300 cm
Hoogte 645 cm
Portaal  Portaalicoon   Kunst & Cultuur

Het Orgel uit de Nederlands Hervormde Kerk in Scheemda is een kerkorgel in het Rijksmuseum in Amsterdam. Het bestaat uit een rijk beschilderde orgelkas met loos binnenwerk. Het oorspronkelijke pijpwerk is eind 19e eeuw verloren gegaan.

Beschrijving[bewerken | brontekst bewerken]

Het orgel in geopende stand.

De pijpenbundels zijn in zeven groepen verdeeld. Het orgel kan worden afgesloten door middel van twee beschilderde luiken. Op het linkerluik is aan de binnenzijde De Geboorte en De Aanbidding der Herders afgebeeld; op het rechter binnenluik De Aanbidding der Koningen. De buitenzijde is beschilderd met een boom van Jesse. Daaronder bevinden zich verschillende briefpanelen met daarop twee wapens. Het wapen links (met huismerk en drie orgelpijpen) is dat van de orgelbouwer; het wapen rechts dat van het kistemakersgilde van Groningen.[1] De zijvoluten zijn een latere toevoeging.

Toeschrijving en datering[bewerken | brontekst bewerken]

Het orgel bevat tussen de vele versieringen een banderol met daarop het opschrift ‘Magister Iohannes Emedensis anno domini ende XXVI. MCCCCC’ (Meester Johannes Emedensis in het jaar 1526). Waarschijnlijk wordt hiermee bedoeld de orgelbouwer Johan Molner, die burgerrecht van Emden verwierf in 1518/1519.[1] De identiteit van de schilder werd in het verleden gezocht in de omgeving van Jan Swart van Groningen. Tegenwoordig staan de schilderingen te boek als anoniem. Volgens het RKD was de schilder een Nederlander, volgens het Rijksmuseum een Duitser.

Herkomst[bewerken | brontekst bewerken]

Het orgel is afkomstig uit de Nederlands Hervormde Kerk in Scheemda. In 1874 werd het door het kerkbestuur verkocht aan J. Verwer te Leeuwarden en vervangen door het huidige orgel van Roelf Meijer uit Veendam. Van 1886 tot 1889 gaf Verwer het in bruikleen aan het Rijksmuseum, dat het vervolgens in 1896 aankocht met steun van de Vereniging Rembrandt.[2]

Externe links[bewerken | brontekst bewerken]