Portaal:Dagelijks leven/Uitgelichtdagelijksleven/5

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Kasteeltuin in de Portugese stad Castelo Branco

Een tuin is een (vaak afgesloten) stuk grond waar siergewassen, groente en/of kruiden worden verbouwd.

Met het ontstaan van de eerste vaste woonplaatsen, verschenen ook de eerste akkertjes. Om vernieling en vraat van dieren en gewassen te voorkomen werd er een dichte, vaak stekelige beplanting, eromheen geplaatst. Omdat in Nederland de wilg, de hazelaar en de meidoorn van nature veel voorkomen, werden deze vaak gebruikt als omheining. Het ging dan om de twee- of driejarige takken daarvan: deze zijn soepel en buigzaam genoeg om ermee te kunnen vlechten. Zo'n omheining noemde men een tuun of een tuin. In het verwante Duits betekent Zaun nog steeds 'omheining'. Later ging de naam van de omsluiting over op het omsloten terrein zelf.

Bij de bouw van kloosters werd vaak een ommuurde tuin aangelegd voor het verbouwen van onder andere medicinale kruiden.

In Nederland zijn tuinen vaak door schuttingen afgesloten stukken grond waar men recreëert. In tuincentra worden siergewassen verkocht en gereedschappen.