Sárika Góth

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Portret uit 1908 door haar vader.

Sárika Góth (geboortenaam Charlotte Góth, ook wel Sari Goth, Wenen, 29 maart 1900 - Veere, 1 april 1992) was een Hongaars kunstschilder, tekenaar, illustrator en ontwerper van postzegels. Ook gebruikte zij de collagetechniek in haar werk.

Biografie[bewerken | brontekst bewerken]

Góth was een dochter van Maurice Moritz Góth en Ada Lowith, die beiden ook kunstschilder waren.[1] Góth bracht haar jeugd door in Boedapest en Parijs. Het gezin was voor een vakantie aan de Belgische kust toen in 1914 de Eerste Wereldoorlog uitbrak.[2] Het gezin vluchtte naar Zeeland en woonde eerst in Domburg en daarna in Veere.[2] Met haar moeder Ada Góth-Lowith en Claire Bonebakker, Mies Callenfels-Carsten, Lucie van Dam van Isselt, Anneke van der Feer, Jemmy van Hoboken, Ina Rahusen en Bas van der Veer wordt zij gerekend tot de Veerse Joffers.[3]

Góth schilderde al rond 1915 en had onder andere een zelfportret geschilderd als meisje dat haar haar kamt.[4] Góth kreeg lessen van Jo Koster[5] en had ook contact met Jan Toorop, die haar aanraadde naar Domburg te gaan, waar in die tijd meer kunstenaars werkten zoals Mondriaan en Jan Sluyters.[6] Tussen 1918 en 1920 volgde zij een opleiding aan de kunstacademie in Den Haag, maar ze kreeg ook les van van Hans Hofmann (in 1922 in München).[7] In 1923 had zij les aan de School of Arts and Crafts in Londen[5] en in 1924 bij André Lhote (Parijs). Góth gaf op haar beurt lessen aan Roeloffina van Heteren-Vink.[1][8]

Tussen 1927 en 1950 woonde ze in Amsterdam, daarna afwisselend in Amsterdam en Veere. In Veere woonde zij aan de Markt, in het huis ‘de Goutsbloeme’.[6] Naast haar werk als kunstschilder handelde zij in antiek. Na haar overlijden werd haar collectie geveild. De opbrengst ging naar het Koningin Wilhelmina Fonds.

Werk[bewerken | brontekst bewerken]

portret uit 1912

Góth schilderde portretten, vooral kinderkopjes, stillevens in pasteltinten en vrij werk met vogels of paarden. Ook maakte zij collages, illustraties en monotypen.[8]

Zij illustreerde verschillende boeken van Anke Servaes, namelijk Kinderen, die over zijn (1937), Moeder Liesbeth (1938), Kinderzaal (1947). Ook illustreerde zij een geschenkboek van uitgeverij Bosch & Keuning, Kleuters die langs ons gaan en een bundel novellen, ca. 1940.

Góth was lid van De Zeester, mede-oprichter[8] en lid van de Zeeuwse Kunstkring (vanaf 1955) en vanaf 1934 van Arti et Amicitiae in Amsterdam, waar zij in 1941 opzei.[5][8]

Exposities en onderscheidingen[bewerken | brontekst bewerken]

Góth had haar eerste expositie in 1925, in het Stedelijk Museum Amsterdam.[9]

In 1992 wijdde het Zeeuws museum in Middelburg een expositie aan het werk van Góth en dat van haar ouders.[10]

Góth werd in 1980 benoemd tot Ridder in de Orde van Oranje Nassau.[7][11]

Bibliografie[bewerken | brontekst bewerken]

  • Goth, Sari & Viola, Maria. Een beeld van haar werk in 15 reproducties, met een voorwoord door Maria Viola. Libellen-serie no. 49