Gloeikeelkolibrie

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
(Doorverwezen vanaf Selasphorus ardens)
Gloeikeelkolibrie
IUCN-status: Bedreigd[1] (2020)
Gloeikeelkolibrie
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Aves (Vogels)
Orde:Apodiformes (Gierzwaluwachtigen)
Familie:Trochilidae (Kolibries)
Onderfamilie:Trochilinae
Geslachtengroep:Mellisugini
Geslacht:Selasphorus
Soort
Selasphorus ardens
Salvin, 1870[2]
Verspreidingsgebied van de gloeikeelkolibrie.
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Gloeikeelkolibrie op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Vogels

De gloeikeelkolibrie (Selasphorus ardens) is een vogel uit de familie Trochilidae (kolibries). De vogel werd in 1870 door de Britse dierkundige Osbert Salvin geldig beschreven. Het is een bedreigde, endemische vogelsoort uit Panama.

Kenmerken[bewerken | brontekst bewerken]

De vogel is 7 cm lang. Deze kolibrie heeft een korte, rechte zwarte snavel. Het mannetjes is bronsgroen van boven en heeft zwarte staartveren met roodbruine randjes. De onderstaartdekveren zijn licht, bleek roodbruin. De keel is roze rood en daaronder is de bovenborst wit, het wit wordt naar de buik toe geleidelijk licht kaneelkleurig. Het vrouwtje heeft geen roze op de keel en heeft groenachtige staartveren, maar lijkt verder op het mannetje.[3]

Verspreiding en leefgebied[bewerken | brontekst bewerken]

Deze soort is endemisch in het westelijke deel van Midden-Panama. Goed ecologisch onderzoek naar de habitateisen ontbreekt. De vogel wordt aangetroffen in struikgewas dat ontstaat langs de randen of op open plekken in natuurlijk bos op hoogten tussen 750 en 1850 m boven zeeniveau. Als het natuurlijk bos geheel wordt gekapt, verdwijnt de vogel.[1]

Status[bewerken | brontekst bewerken]

De gloeikeelkolibrie heeft een beperkt verspreidingsgebied en daardoor is de kans op uitsterven aanwezig. De grootte van de populatie werd in 2020 door BirdLife International geschat op 2.000-12.000 volwassen individuen en de populatie-aantallen nemen af door habitatverlies. Het leefgebied wordt aangetast door grootschalige ontbossingen waarbij natuurlijk bos wordt omgezet in gebied voor agrarisch gebruik zoals beweiding en koffieplantages en door het gebruik van bestrijdingsmiddelen en het afbranden van bos. Om deze redenen staat deze soort als bedreigd op de Rode Lijst van de IUCN.[1]