Slag bij Aldenhoven (1793)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Slag bij Aldenhoven (1793)
Onderdeel van de Eerste Coalitieoorlog
Franse veldtocht in de Nederlanden
schilderij van de veldslag (A. v. Maly, 1887)
Slag bij Aldenhoven (1793) (Noordrijn-Westfalen)
Slag bij Aldenhoven (1793)
Datum 1 maart 1793
Locatie Aldenhoven, Hertogdom Gulik
Resultaat Oostenrijkse overwinning
Strijdende partijen
Oostenrijk
Pruisen
Vlag van Frankrijk Franse Republiek
Leiders en commandanten
Frederik Jozias van Saksen-Coburg-Saalfeld
Karel van Oostenrijk-Teschen
François de Croix de Clerfayt
René de Lanoue
Jean-Baptiste Cyrus de Valence
Troepensterkte
39 000 9000
Verliezen
50 2300, 7 kanonnen, 2 vlaggen

De Eerste slag bij Aldenhoven was een veldslag tijdens de Eerste Coalitieoorlog tussen Oostenrijk-Pruisen en Frankrijk op 1 maart 1793 in de omgeving van Aldenhoven die door de Oostenrijkers werd gewonnen.

Aanloop[bewerken | brontekst bewerken]

Nadat in Frankrijk koning Lodewijk XVI op 21 januari 1793 was geëxecuteerd door de revolutionairen, werd een coalitie gevormd van tegenstanders van de revolutie door Oostenrijk, Pruisen, de Nederlandse Republiek, Groot-Brittannië, Spanje, Portugal, Napels en Sardinië.

Na de Franse oorlogsverklaring aan de Republiek op 1 februari 1793, kregen de Franse generaals Dumouriez en De Miranda de opdracht om de Noordelijke Nederlanden binnen te vallen. De Miranda startte 6 februari het beleg van Maastricht en werden de Maasvestingen Stevensweert en het Fort Sint-Michiel in Venlo veroverd, maar de inname van Venlo mislukte doordat de stad net op tijd versterkt werd met Pruisische troepen. Dumouriez kreeg assistentie van Daendels met circa 2.800 manschappen en tachtig ruiters van het Bataafs Legioen. Op 17 februari vond de hoofdaanval op de Republiek plaats. Via Breda zouden de troepen opstoten naar Dordrecht. Klundert en Bergen op Zoom vielen rond 25 februari.

Op 2 maart proclameerde de Conventie steun van het Franse volk aan de Bataven,[1] maar rond die tijd had zich al een kentering in de strijd afgetekend doordat het keizerlijke leger onder de prins van Coburg de Zuidelijke Nederlanden aanvielen.

De veldslag[bewerken | brontekst bewerken]

Aartshertog Karel en de prins van Coburg hadden hun troepen verzameld op de strategische hoge rechteroever van de Roer bij Gulik. Coburg trok bij Düren de Roer over, generaal Clerfayt trok bij Jülich de Roer over en bij Aldenhoven werd de Franse generaal Valence met grote verliezen verslagen.

Nasleep[bewerken | brontekst bewerken]

De volgende dag werd Aken bevrijd, op 3 maart werd het beleg van Maastricht door De Miranda opgebroken. Dumouriez wilde echter zijn successen in het noorden niet opgeven. In het westen ging de strijd nog enkele dagen voort: Geertruidenberg viel op 4 maart en Breda koos op 5 maart een "revolutionaire" gemeenteraad. Op 8 maart kreeg Dumouriez opdracht zich terug te trekken uit de Republiek. Op 18 maart moest hij een forse nederlaag incasseren bij de Slag bij Neerwinden, wat een (voorlopig) einde maakte aan de Franse bezetting van de Nederlanden.