Aken (stad)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Aken
Aachen
Kreisfreie Stadt in Duitsland Vlag van Duitsland
Dom van Aken
Dom van Aken
Vlag van Aken
Wapen van Aken
Aken (Noordrijn-Westfalen)
Aken
Situering
Deelstaat Vlag van de Duitse deelstaat Noordrijn-Westfalen Noordrijn-Westfalen
Kreis Stedenregio Aken
Regierungsbezirk Keulen
Coördinaten 50° 46′ NB, 6° 6′ OL
Algemeen
Oppervlakte 160,85 km²
Inwoners
(31-12-2020[1])
248.878
(1.547 inw./km²)
Hoogte 173 m
Burgemeester Sibylle Keupen (Partijloos)
Overig
Postcodes 52056–52080
Netnummers 0241 / 02403 / 02405 / 02407 / 02408
Kenteken AC
Kreisfreie Stadt 7 Stadtbezirke
Aachen-Mitte
Brand
Eilendorf
Haaren
Kornelimünster/Walheim
Laurensberg
Richterich
Gemeentenr. 05 3 34 002
Website aachen.de
Situering
Kaart van Aken
Locatie van Aken binnen Noordrijn-Westfalen
Foto's
Stadhuis van Aken met rechts de Granusturm
Stadhuis van Aken met rechts de Granusturm
Carolusthermen met mineraalwater uit de 47 °C warme Rozenbronnen
Carolusthermen met mineraalwater uit de 47 °C warme Rozenbronnen
Portaal  Portaalicoon   Duitsland

Aken (Duits: Aachen, Akens dialect: Oche, Frans: Aix-la-Chapelle) is een stad in het Regierungsbezirk Keulen in de Duitse deelstaat Noordrijn-Westfalen. De stad telt 248.878 inwoners (31 december 2020)[1] op een oppervlakte van 160,85 km².

De stad ligt dicht bij de grens met België en Nederland, tegen het Limburgse Vaals en in de buurt van het Luikse Kelmis, ongeveer 55 km ten westen van Keulen.

Bestuurlijk vormt Aken een kreisfreie Stadt binnen de Stadsregio Aken in het Regierungsbezirk Keulen. De agglomeratie van Aken is grensoverschrijdend en omvat plaatsen als het Nederlandse Vaals en Kerkrade en het Belgische Kelmis.

Aken is een stad met een lange geschiedenis en een Dom. Het is tevens een industrieel centrum in een steenkoolgebied en een belangrijk spoorwegknooppunt met aansluiting op de hogesnelheidslijn naar Keulen en Luik en de Montzenroute naar de Antwerpse haven. Het vliegveld van Aken, Maastricht Aachen Airport, ligt op Nederlands grondgebied, zo'n 30 km van de stad, nabij het Limburgse Beek.

De RWTH Aken (Rheinisch-Westfälische Technische Hochschule) is een van de belangrijkste technische universiteiten, speciaal voor werktuigbouwkunde, auto- en productietechniek. Een onderdeel vormt het Universitair Ziekenhuis Aken, dat het op een na grootste in één enkel gebouw gevestigde ziekenhuis van Europa is. De stad ligt in de Noord-Eifel.

Naam[bewerken | brontekst bewerken]

Uit een van de handschriften van de Salische wetten is overgeleverd, dat Karel de Grote er van spreekt dat de plaats met door de Romeinen gebouwde baden en vorstelijke gebouwen Aquis werd genoemd.[2] Hij stichtte er zijn palts. De stadsnaam is dus waarschijnlijk afkomstig van het warme water dat daar stroomde, in Latijn "aqua" (water). Aken heet in het Akens Ripuarische dialect Oche, in het Duits Aachen, in het Frans Aix-la-Chapelle, in het Limburgs Aoke en in het Luxemburgs Oochen.

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

De bronnen[bewerken | brontekst bewerken]

De Romeinen noemden de hete, zwavelhoudende minerale bronnen in deze omgeving Aquis-Granum, naar de Keltische god van de genezing Grannus. Sinds de Romeinse tijd zijn deze hete bronnen gekanaliseerd en veranderd in geneeskrachtige baden, die nog steeds in gebruik zijn. A, is een Oudnederlands woord, verwant aan het Latijnse aqua, ook terug te vinden in riviernamen, en betekent 'water'. In Franssprekende delen van het voormalige Romeinse Rijk veranderde dit in Aix. Zo is de Franse naam van Aken Aix-la-Chapelle. Dit vindt men ook terug in de namen van andere Romeinse kuuroorden zoals Aix-en-Provence en Aix-les-Bains.

De vrije rijksstad[bewerken | brontekst bewerken]

Zie Rijksstad Aken voor het hoofdartikel over dit onderwerp.
Aken rond 1645. Kopergravure van Matthäus Merian der Ältere met de buitenste stadsmuren gezien vanuit het zuidwesten.

De Rijksstad Aken was van 1306 tot 1797 een Rijksstad binnen het Heilige Roomse Rijk.

De moderne tijd[bewerken | brontekst bewerken]

In 1880 had Aken een inwoneraantal van 80.000. Meerdere spoorwegen kwamen hier bij elkaar. Aken werd hierdoor een industriestad, waar onder andere spoorstaven, spelden, naalden, knopen, tabak, wol- en zijdeproducten geproduceerd werden.

Nadat Aken beschadigd was geraakt in de Tweede Wereldoorlog, was het de eerste Duitse stad die door de geallieerden bevrijd werd van het nationaalsocialisme. Het was ook de eerste Duitse stad waar na de oorlog weer een dagblad verscheen.

Sinds 1950 reikt de stad de jaarlijkse Karelsprijs uit aan mensen of instituten die uitzonderlijk werk hebben verricht voor het Europese verenigingsproces. In 2003 werd de medaille uitgereikt aan de Franse oud-president Valéry Giscard d'Estaing; verder o.a. in 1996 aan koningin Beatrix, in 1976 aan Leo Tindemans, in 1967 aan Joseph Luns, in 1957 aan Paul-Henri Spaak en in 1951 aan Hendrik Brugmans.

Geografie[bewerken | brontekst bewerken]

Aken ligt in het stroomgebied van de Maas, is de westelijkste Duitse Großstadt, grenst aan het drielandenpunt op de Vaalserberg en is een van de vele agglomeraties van Noordrijn-Westfalen. Op ongeveer 30 km ten zuidwesten ligt het natuurpark Hoge Venen.

De stad wordt deels omgeven door heuvels en bossen. Aan de noordzijde van het centrum liggen de Salvatorberg en de Lousberg. Ten westen ligt de Schneeberg. Ten westzuidwesten ligt de Vaalserberg met het Drielandenpunt. Aansluitend daaraan ligt ten zuidwesten van de stad het Preusbos, en ten zuiden van de stad het Akenerbos. In Aken begint het Wormdal waar doorheen in noordelijke richting de rivier de Worm stroomt.

Het hoogste punt van de stad ligt op 410 meter boven NN in het uiterste zuidoosten van de gemeente. Het laagste punt van de gemeente bedraagt 125 meter boven NN en is te vinden in het noorden van de stad. De lengte van de stadsgrens bedraagt 87,7 km, daarvan vormt 23,8 km de staatsgrens met België en 21,8 km de staatsgrens met Nederland. De grootste lengte van de stad in noord-zuid richting bedraagt 21,6 km, de grootste oost-west afstand bedraagt 17,2 km.[3]

Buurgemeenten[bewerken | brontekst bewerken]

Aken grenst aan de volgende gemeenten:

Herzogenrath, Würselen, Eschweiler, Stolberg en Roetgen (liggen allemaal in het district Aken), Raeren en Kelmis (provincie Luik) in België, Vaals, Gulpen-Wittem, Simpelveld, Heerlen en Kerkrade (provincie Limburg) in Nederland.

Bestuurlijke indeling van de stad[bewerken | brontekst bewerken]

Stadsindeling van Aken

Het stadsgebied wordt bestuurlijk verdeeld in zeven wijken met elk een wijkraad, wijkraadvoorzitter en een steunpunt van de gemeente (Bezirksamt). De wijkraad wordt, gelijktijdig met de gemeenteraadsverkiezingen, door alle stemgerechtigde burgers van de wijk gekozen. De wijken kunnen verder worden onderverdeeld in buurten.

Aken bestaat uit:

Los van deze ambtelijke indeling bestaat Aken uit 47 stadsdelen, hier gesorteerd naar district:

Gemeentelijke herindelingen[bewerken | brontekst bewerken]

Voorheen zelfstandige gemeenten zijn om diverse redenen heringedeeld bij de gemeente Aken. Voor de eerste herindeling bedroeg de oppervlakte van de stad 3056 ha.

Datum Plaats Uitbreiding oppervlakte (in ha)
1 januari 1897 Burtscheid 858,6
1 april 1906 Forst 1145,7
1 november 1922 Sief, Bildchen en Lichtenbusch 789,1
1 januari 1972 Brand (zonder randgebieden), Eilendorf, Haaren (zonder randgebieden),
Kornelimünster, Laurensberg, Richterich (zonder Bank en Wilsberg),
Walheim, Oberforstbach en diverse kleine gebieden
10.595

Na alle herindelingen bedraagt het huidige oppervlak van de gemeente 16.082,90 ha.

Demografie[bewerken | brontekst bewerken]

In 1855 telde Aken meer dan 50.000 inwoners. In 1890 overschreed het inwonertal van de stad de grens van 100.000, waardoor de stad erkend werd als Großstadt.

Het navolgende overzicht geeft de ontwikkeling van het aantal inwoners van Aken weer vanaf 1500 tot en met 2005. Tot 1833 gaat het hoofdzakelijk om schattingen, vanaf die datum kunnen gegevens van de volkstelling worden gebruikt of zijn projecties van gemeentelijke gegevens gebruikt.

Jaar Inwoners
1500 20.000
1600 25.000
1780 20.000
1799 23.699
1816 32.072
1825 35.428
1831 38.884
3 dec. 1846 ¹ 46.600
3 dec. 1855 ¹ 52.687
3 dec. 1861 ¹ 58.600
3 dec. 1867 ¹ 67.923
1 dec. 1871 ¹ 74.146
1 dec. 1875 ¹ 79.606
1 dec. 1880 ¹ 85.551
1 dec. 1885 ¹ 95.321
1 dec. 1890 ¹ 103.470
Jaar Inwonertal
2 dec. 1895 ¹ 110.551
1 dec. 1900 ¹ 135.245
1 dec. 1905 ¹ 144.095
1 dec. 1910 ¹ 156.143
1 dec. 1916 ¹ 134.584
5 dec. 1917 ¹ 127.492
8 okt. 1919 ¹ 145.891
16 juni 1925 ¹ 155.222
16 juni 1933 ¹ 162.774
17 mei 1939 ¹ 162.164
31 dec. 1940 158.900
13 sept. 1944 6.000
21 okt. 1944 11.139
31 dec. 1945 101.638
29 okt. 1946 ¹ 110.462
13 sept. 1950 ¹ 130.278
Jaar Inwonertal
30 juni 1955 148.900
6 juni 1961 ¹ 169.769
31 dec. 1965 177.940
27 mei 1970 ¹ 173.475
31 dec. 1975 242.453
31 dec. 1980 243.947
31 dec. 1985 238.587
25 mei 1987 ¹ 229.740
31 dec. 1990 241.861
31 dec. 1995 247.923
31 dec. 2000 244.386
31 mei 2005 257.250
31 dec. 2010 258.664
31 dec. 2015 245.885
31 dec. 2018 247.380

¹ gegevens uit de volkstelling

Politiek[bewerken | brontekst bewerken]

Gemeenteraad en burgemeester[bewerken | brontekst bewerken]

In vroeger tijden stond een koninklijke beambte aan het hoofd van de stad Aken. Vanaf 1250 ging de leiding over de gemeente op de Gemeenteraad over, die door een burgemeester werd voorgezeten. Leden van de gemeenteraad waren in eerste instantie zogenaamde Schöffen (dit zijn lekenrechters). Sinds de 15e eeuw waren ook de gilden vertegenwoordigd. Dit werd in de zogenaamde Gaffelbrief uit 1450 vastgelegd. Deze situatie bleef tot 1794 van kracht. Pas in 1513 hadden de gilden een permanente vertegenwoordiging in de raad. Het ledental van de raad fluctueerde nogal. De raad werd voorgezeten door twee burgemeesters, die elk voor een periode van één jaar werden gekozen. Op 25 mei werden nieuwe burgemeesters gekozen.

In 1794 werd Aken bij het Franse keizerrijk ingelijfd en kreeg Aken een gemeenteraad naar Frans voorbeeld, met aan het hoofd een Maire. Hij werd geholpen door 3 Beigeordnete. De Maire zat een 30-koppige raad voor. In de Pruisische tijd (vanaf 1815) werd de titel Maire vervangen door Oberbürgermeister. In 1856 werd in het Rijnland de reorganisatie van het openbaar bestuur afgerond met de invoering van de gemeentewet.

Tijdens de regeerperiode van de NSDAP kende de gemeente alleen een Oberbürgermeister, die een trouw lid van deze partij was. Na de Tweede Wereldoorlog werd deze door het Militair Gezag in de Britse bezettingszone door een nieuwe Oberbürgermeister vervangen. In 1946 werd een gemeentewet naar Brits voorbeeld ingevoerd, waarna de burgers weer een gemeenteraad konden kiezen. De raad koos uit zijn midden een Oberbürgermeister als voorzitter van de gemeenteraad en deze was ook vertegenwoordiger van de stad naar buiten toe. De baan van Oberbürgermeister was onbezoldigd. Daarnaast koos de raad een Oberstadtdirektor, die enigszins vergelijkbaar is met de Nederlandse of Belgische gemeentesecretaris, als hoogste ambtenaar van de gemeente. Deze functie was een betaalde baan.

In 1995 werd de dubbele top van de gemeente opgeheven; voortaan kent de gemeente alleen nog de betaalde functie van Oberbürgermeister. Deze is voorzitter van de gemeenteraad, hoogste ambtenaar van de gemeente en vertegenwoordiger van de gemeente naar buiten. Sinds 1999 wordt deze rechtstreeks door alle stemgerechtigde inwoners van Aken gekozen.

De gemeenteraad van de stad Aken bestaat uit 58 personen. De direct gekozen burgemeester heeft stemrecht en leidt de zittingen van de gemeenteraad.

Stedenbanden[bewerken | brontekst bewerken]

Verder is er ook een stedenband met Montebourg (Frankrijk), die sinds 1960 bestaat. Montebourg heeft een stedenband met de voormalige gemeente Walheim. Deze jumelage is overgenomen door de wijkraad Kornelimünster/Walheim.

Economie[bewerken | brontekst bewerken]

Ford onderzoeksbureau in Aken

Van de traditionele takken van industrie die in Aken vertegenwoordigd zijn of waren, kunnen genoemd worden: de zware industrie (industriegebied Rothe Erde), de machinebouw (onder andere Waggonfabrik Talbot, FEV Europe), de farmaceutische industrie (onder andere Grünenthal) en de fabricage van laken, naalden, banden, electronica en zoetwaren (onder andere Lindt chocolade, Aachener Printen).

In de 18e en 19e eeuw was de productie van laken en naalden belangrijk, met enkele honderden, meest kleine fabriekjes en werkplaatsen. Een deel van deze productie vond plaats in de omgeving van Aken, onder andere in Burtscheid en Vaals. Door de naaldenfabricage ontstond een typisch Akense groet: de klenkes. Sinds de jaren 1990 is deze industrietak geleidelijk verplaatst naar lagelonenlanden. De laatste naaldenfabriek van Aken sloot in 2004. Van de eens zo talrijke textielfabrieken resteert er tegenwoordig nog maar een: Becker Fabrics.

Philips had van 1934 tot 2018 belangrijke productiefaciliteiten in Aken, onder andere van gloeilampen, beeldbuizen en transformatoren. Tegenwoordig heeft Philips alleen nog onderzoeksfaciliteiten in Campus Melaten en in Rothe Erde.

Anno 2021 was de grootste werkgever in Aken de technische universiteit RWTH Aachen met 9.505 werknemers, gevolgd door FEV Europe (6.335 werknemers), de Gemeente Aken (5.300), het academisch ziekenhuis Uniklinik RWTH Aachen (5.020) en Grünenthal GmbH (4.834). Op het grensoverschrijdende bedrijvenpark Avantis zijn met name bedrijven gevestigd die actief zijn op het gebied van logistiek (onder andere DocMorris, Deutsche Post DHL, Honold Logistik Gruppe). Van belang is ook de commerciele dienstverlening, waaronder het verzekeringswezen (de AachenMünchener Versicherung AG, in 1825 in Aken opgericht, tegenwoordig onderdeel van Generali Deutschland), de consulting-sector (onder andere Umlaut), de media-sector (onder andere Medienhaus Aachen) en het toerisme (in het verleden met name het badtoerisme). Daarnaast bestaan er vele kleinere onderzoeksbedrijven en hightech ondernemingen, vaak spin-offs van de RWTH.

Cultuur[bewerken | brontekst bewerken]

Bezienswaardigheden[bewerken | brontekst bewerken]

Granusturm
Crucifix aan een muur van de Granusturm

Kerken[bewerken | brontekst bewerken]

De Dom van Aken is het belangrijkste monument van de stad. Het oudste deel van de dom was de paleiskapel van de palts van Karel de Grote. De Aula Regia in de palts werd vele malen verbouwd en vormt nu het stadhuis van Aken met de Granusturm. Het plein de Katschhof tussen beide gebouwen was ooit de binnenplaats van de palts. De dom was gedurende 400 jaar de grootste kerk ten noorden van de Alpen.[bron?] De tombes van Karel de Grote en Otto III zouden zich in deze kerk bevinden, hoewel ze bij recent archeologisch onderzoek niet werden gevonden. Ook worden hier de relieken bewaard die Karel de Grote in 799 ter inwijding van zijn koninklijke kapel (paltskapel) vanuit Jeruzalem zou hebben laten overbrengen: de windselen van het Kind Jezus, de lendendoek van Jezus Christus, het kleed van de Maagd Maria en de doek waarin het hoofd van Johannes de Doper gewikkeld zou zijn geweest. Dit werd echter pas in 1239 openbaar bekend.[bron?] Hierdoor kreeg de Dom van Aken een religieuze betekenis als bedevaartsoord en ontwikkelde zich als pelgrimsoord. De zevenjaarlijkse Heiligdomsvaart (Heiltumsweisung) ontstond waarschijnlijk in de eerste helft van de 14e eeuw. Nog steeds komen bij die gelegenheid vele duizenden gelovigen naar Aken voor de toning van de relieken. De dom was in 1978 het eerste Duitse monument op de Werelderfgoedlijst van de UNESCO.

Andere bezienswaardige kerken in het stadscentrum zijn: de Sint-Adalbertkerk (romaanse kapittel- en parochiekerk; deels herbouwd na oorlogsschade), Sint-Foillankerk (gotische parochiekerk; deels herbouwd na oorlogsschade), de Sint-Nicolaaskerk (voormalige gotische minderbroederskerk; deels herbouwd na oorlogsschade), de Sint-Michaëlkerk (voormalige maniëristische jezuïetenkerk), de Theresiakerk (voormalige barokke karmelietessenkerk; deels herbouwd na oorlogsschade), de Sint-Jacobskerk (neoromaanse bedevaarts- en parochiekerk; deels herbouwd na oorlogsschade), de Heilig-Hartkerk (neoromaanse parochiekerk; deels herbouwd na oorlogsschade), de Heilig Kruiskerk (neogotische parochiekerk; deels herbouwd na oorlogsschade) en de Drievuldigheidskerk (neogotische parochiekerk; deels herbouwd na oorlogsschade).

Stadsmuren[bewerken | brontekst bewerken]

Zie stadsmuren van Aken en lijst van poorten en torens van de Akense stadsmuren voor de hoofdartikelen over dit onderwerp.

Rondom Aken hebben twee ringmuren gelegen, die de stad moesten beschermen tegen aanvallers. Van deze stadsmuren van Aken is slechts een klein gedeelte overgebleven. Van de binnenste stadsmuur, die bestond uit tien stadspoorten en tien waltorens met tussenliggende muurgedeeltes, resteren alleen van de tussenliggende muren nog enkele muurfragmenten. Van de buitenste stadsmuur, die bestond uit elf stadspoorten, drieëntwintig weertorens, tussenliggende muren, weererkers en wachthuizen, zijn twee stadspoorten en vijf waltorens bewaard gebleven.

Musea en andere attracties[bewerken | brontekst bewerken]

Van de Akense musea kunnen genoemd worden: de schatkamer van de Dom van Aken (voornamelijk middeleeuwse kerkelijke kunst), het Centre Charlemagne (stadsgeschiedenis), het Suermondt-Ludwig-Museum (voornamelijk oude kunst), het Ludwig Forum für Internationale Kunst (hedendaagse kunst) en het Couvenmuseum (18e-eeuwse stijlkamers in Luiks-Akense meubelstijl).

Vlak buiten de stadsmuren ligt een dierentuin: het Aachener Tierpark. Ook bezit de stad een veel door Limburgers bezochte Spielbank (casino).[bron?]

Sport[bewerken | brontekst bewerken]

Infrastructuur[bewerken | brontekst bewerken]

Verkeerswegen[bewerken | brontekst bewerken]

Op het knooppunt Aken komen de snelwegen A4, A44 en A544 bij elkaar. De A4 verbindt Aken met Keulen en gaat bij de grensovergang Vetschau over in de A76 in Nederland, de A44 geeft Aken een verbinding met Düsseldorf en sluit aan op het snelwegennet van België. De A544 verbindt het Knooppunt Aken met de Europaplatz in het oosten van Aken. De E40 voert vanuit het oosten over de A4 van Keulen tot het knooppunt Aken en slaat daar af over de A44 richting België.

Andere verkeerswegen in het stadsgebied van Aken zijn de Bundesstraßen B1, B57, B258 en B264.

Spoorwegen[bewerken | brontekst bewerken]

Centraal station

Naast het centraal station bestaan er in Aken de stations Aken-West en Aken-Rothe Erde en de halteplaatsen Aken-Schanz en Eilendorf. De hogesnelheidstrein Thalys van Keulen naar Parijs stopt ook in Aken. De Duitse hogesnelheidstrein ICE Brussel-Zuid - Frankfurt am Main Hbf heeft Aken als stopplaats.

Noemenswaardige sneltreinen zijn:

De volgende stoptreinen bedienen Aken:

  • RegionalBahn RB33: Aken – Mönchengladbach – Duisburg (bijgenaamd Rhein-Niers-Bahn)
  • RegionalBahn RB20: Alsdorf-Postraße – Herzogenrath – Aken – Eschweiler – Weisweiler – Düren/Stolberg (bijgenaamd Euregiobahn)

(Verbindingen in januari 2022)

Openbaar vervoer[bewerken | brontekst bewerken]

Voorheen bestond een uitgebreid streeknet van elektrische tramlijnen die tot over de staatsgrens reikten. Zo was er een grensoverschrijdende lijn naar Vaals, Eupen, Raeren en Kelmis. Na de Eerste Wereldoorlog werden, in het gebied dat door België geannexeerd werd, de Akense tramlijnen overgenomen door de Belgische buurtspoorwegen.

In 1974 werd de laatste tramlijn van Aken stilgelegd. Sindsdien wordt het openbaar vervoer van Aken alleen nog maar uitgevoerd door bussen. De lijnen lopen in het gehele concessiegebied Aken (Aachener Verkehrsverbund) en aangrenzende steden in Nederland en België. Hieronder vallen verbindingen naar Vaals, Kerkrade en Heerlen of Eupen. Er is een aantal snelbuslijnen naar Alsdorf/Aldenhoven, Jülich, Heerlen, Eschweiler, Roetgen/Simmerath en Roetgen/Monschau.

De stadsbussen worden geëxploiteerd door ASEAG (Aachener Straßenbahn en Energieversorgungs AG) met circa 60 lijnen. Het belangrijkste punt voor het busvervoer is het busstation, waar bijna alle lijnen stoppen. Slechts vier lijnen doen het busstation niet aan.

In Aken is er daarnaast een nachtbusnet. Deze bestaat uit zeven lijnen (N1 t/m N6 en N13), die elke zaterdagnacht, zondagnacht en op feestdagen om 01:45 en 02:45 rijden. De lijnen rijden stervormig de stad uit. Sinds eind 2006 is een achtste nachtlijn toegevoegd (de N7), die vanuit Aken naar Kelmis rijdt. De succesvolle lijn N1 werd uitgebreid met één rit om 03:45 uur.

De busmaatschappij ASEAG kreeg door toedoen van de stad een bezuinigingsdoelstelling opgelegd, waarbij men bekijkt hoe rendabel de lijnen zijn. Het is de bedoeling het lijnenaanbod hierop af te stemmen. Er werd gekeken of het mogelijk was de tram weer in te voeren in Aken. Het project faalde door de hoge kosten hiervan. Als vervanging van dit project rijden sinds 19 september 2005 op twee lijnen twee dubbel geledebussen van de firma Van Hool (type AGG 300) op de lijnen 5 en 45 als een test. Vanaf 2007 zouden bij een succesvolle test in totaal 16 bussen van dit type besteld worden.

Luchtverbindingen[bewerken | brontekst bewerken]

Ongeveer 30 km buiten de stad ligt in Nederland het internationale vliegveld Maastricht Aachen Airport. Het centrum wordt met de luchthaven verbonden door een pendelbus. Voor kleinere vliegtuigen (zweef- en sportvliegtuigjes) kan gebruik worden gemaakt van het vliegveld Merzbrück, waar ook de reddingshelikopter Christoph Europa 1 gestationeerd is. Merzbrück is een voormalige militaire basis van de Belgische strijdkrachten (licht vliegwezen van de Landmacht). De luchthavens Keulen-Bonn en Düsseldorf kunnen ook gebruikt worden om naar Aken te reizen. Door een goede spoorverbinding met Aken zijn de pendelbussen die tussen deze luchthavens en Aken reden (de zogenaamde "Airport-Aixpress"), vanaf 31 oktober 2004 opgeheven.

Bekende Akenaren[bewerken | brontekst bewerken]

Geboren[bewerken | brontekst bewerken]

Overleden[bewerken | brontekst bewerken]

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]

Op andere Wikimedia-projecten

Externe links[bewerken | brontekst bewerken]