Slag bij Smolensk (1941)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Slag bij Smolensk (1941)
Onderdeel van het Oostfront in de Tweede Wereldoorlog
Slag bij Smolensk
Strijdende partijen
Vlag van nazi-Duitsland nazi-Duitsland Vlag van Sovjet-Unie Sovjet-Unie
Leiders en commandanten
Vlag van nazi-Duitsland Fedor von Bock
Vlag van nazi-Duitsland Heinz Guderian
Vlag van nazi-Duitsland Hermann Hoth
Vlag van Sovjet-Unie Semjon Timosjenko
Vlag van Sovjet-Unie Fjodor Koeznetsov
Vlag van Sovjet-Unie Andrej Jeremenko
Troepensterkte
430.000 men
1,000[1] - 1780 tanks[2]
1500 vliegtuigen[1]
581.600 man[3]
1545 tanks[4]
Verliezen
vernietigd: 214 tanks[2] Totaal: 759.947[3]
gedood: 186.144
gewond: 273.803
gevangen: 300.000[5][6]
vernietigd: 1.348[7] - 3.273 tanks en SPGs[8], 903 vliegtuigen[9][10]

De eerste Slag bij Smolensk (Russisch: Смоленское сражение, Smolenskoje srazhenije) vond plaats in 1941 en was een grootschalig gevecht tijdens de openingsfase van Operatie Barbarossa in de Tweede Wereldoorlog, de Duitse invasie van de Sovjet-Unie. Ze vond plaats in het gebied rond Smolensk tussen 10 juli en 10 september 1941, ongeveer 400 km ten westen van Moskou. Sinds het begin van de invasie op 22 juni 1941 was de Wehrmacht 500 km opgerukt op het grondgebied van de USSR in de 18 dagen die toen waren verlopen.

Uiteindelijk werden tijdens deze reeks gevechten drie Sovjetlegers, het 16e, 19e en 20e, omcirkeld en vernietigd vlak ten zuiden van Smolensk hoewel behoorlijke aantallen van het 19e en 20e erin slaagden te ontsnappen. Sommige historici zeggen dat de verliezen die de Wehrmacht bij al deze gevechten opliep, samen met de twee maanden vertraging bij hun mars naar Moskou, beslissend waren voor de nederlaag aan het eind van Operatie Taifun in december 1941.

Achtergrond en planning[bewerken | brontekst bewerken]

Op 22 juni 1941 vielen de Asmogendheden, in grote meerderheid bestaande uit Duitse troepen, de Sovjet-Unie binnen. In de beginfase kende de campagne een gunstig verloop omdat de overrompelde Sovjettroepen niet in staat waren gecoördineerde tegenstand te bieden. Na drie weken van gevechten hadden de Duitsers de Dvina en Dnjepr rivieren bereikt en planden een vervolg van het offensief. De belangrijkste inspanning, gericht op Moskou, werd door de Heeresgruppe Mitte onder leiding van generaal Fedor von Bock uitgevoerd. Het volgende doel op weg naar de Sovjethoofdstad was de stad Smolensk. Het Duitse plan hield in dat de 2e pantsergroep de Dnjepr moest oversteken en Smolensk vanuit het zuiden benaderen terwijl de 3e pantsergroep de stad vanuit het noorden moest omsingelen.[11]

Na aanvankelijk verslagen te zijn probeerde het Rode leger zich te reorganiseren en nam maatregelen tot het bieden van een meer vastberaden verzet. Rond Smolensk werd een nieuwe verdedigingslinie opgezet. Stalin plaatste verldmaarschalk Semjon Timosjenko aan het hoofd en bracht vijf legers uit de strategische reserve onder zijn bevel. Deze legers moesten een aantal tegenoffensieven uitvoeren om de Duitse aanval te dwarsbomen. De Duitse bevelhebbers waren niet op de hoogte van de Sovjetversterkingen tot ze op het slagveld op hen stuitten.[11][12]

Tegenover de Duitse legers langs de Dnjepr en Daugava bevonden zich delen van de versterkingen van de Stalin-linies. De verdedigers bestonden uit het 13e, 20e, 21e en 22e leger van de reserves van het Sovjet-oppercommando (Stavka). Het 19e leger formeerde zich te Vitebsk terwijl het 16e in Smolensk aankwam.[13][14]

Gevechtshandelingen[bewerken | brontekst bewerken]

Plattegrond Slag bij Smolensk

Voorafgaand aan de Duitse aanval lanceerden de Sovjets een tegenoffensief. Op 6 juli vielen ze aan met 1500 tanks nabij Lepel. Het werd een ramp omdat het offensief direct tegen de anti-tankverdediging van de Duitsers aanliep en de Sovjetkorpsen vrijwel werden weggevaagd.[15]

Op 10 juli begonnen de Duitsers met hun eigen offensief door de Heeresgruppe Mitte. Guderian's 2e pantsergroep begon aan een verrassingsaanval over de Dnjepr langs de zuidkant van Smolensk. Zijn troepen overliepen het zwakke 13e leger en op 13 juli was Guderian Mogilev gepasseerd waar meerdere Sovjet-divisies in de val kwamen te zitten. Zijn 29e infanteriedivisie bevond zich op 18 km van Smolensk. Intussen was ook de 3e Pantsergroep van generaal Hermann Hoth aan de aanval langs de noordkant van Smolensk begonnen en had op 20 juli een bruggenhoofd op de oostoever van de Dvina gevestigd dat ook Vitebsk bedreigde. Toen beide pantsergroepen naar het oosten bewogen liepen drie Sovjet-legereenheden het risico van omsingeling bij Smolensk. Vanaf 11 juli lanceerden de Sovjets tegenaanvallen. Het 19e en 20e leger sloegen toe bij Vitebsk, het 21e en de resten van het 3e leger vielen de zuidelijke flank van de 2e pantsergroep bij Bobruisk aan.[13]

Tegelijk openden andere Sovjeteenheden tegenaanvallen in de sectoren van de Duitse Heeresgruppe Nord en Heeresgruppe Süd. Dit was kennelijk onderdeel van een poging om het Sovjet-verdedigingsplan van voor de oorlog in te zetten. Hoewel de Duitsers hierdoor werden vertraagd waren de resultaten zo bescheiden dat het door de Duitsers nauwelijks herkend werd als een gecoördineerde grootschalige verdedigingspoging. Het Duitse offensief van Heeresgruppe Mitte had er weinig last van en ging hierna gewoon verder.[16] Tezelfdertijd bewoog de 3e pantsergroep van Hoth naar het noorden en daarna naar het oosten, parallel aan Guderian's legers, en namen Polotsk en Vitebsk in. De 7e en 10e pantserdivisie bereikten het gebied oost van Smolensk bij Jartsevo op 15 juli. Tegelijk trokken Guderian's 29e gemotoriseerde leger en de 17e pantserdivisie Smolensk binnen en zuiverden het grootste deel van de stad, behalve de oostelijke voorsteden. Dit gebeurde in een week met zware huis-aan-huis gevechten wegens herhaalde pogingen van Loekin's ingesloten 16e leger om de stad te heroveren. Guderian verwachtte dat het offensief zou voortgaan richting Moskou als belangrijkste doel, en stuurde daarom de 10e pantserdivisie naar de Desna rivier om aan de oostkant een bruggenhoofd te vestigen bij Jelnja (op het kaartje gespeld als Elnya), en zuiverde ook die plaats op de 20e. Dit vooruitgeschoven bruggenhoofd werd het centrum van het Jelnja Offensief, een van de eerste grootschalige tegenoffensieven van de Sovjets in deze oorlog.[17] Dit bruggenhoofd bevond zich 50 km ten zuiden van de Dnjepr, dus een eind bij de ingesloten legers bij Smolensk vandaan. Op grond van besluiten van Hitler, bekendgemaakt op 14 juli, werd de belangrijkste inspanning van de Wehrmacht verschoven van een directe aanval op Moskou, naar het zuiden naar een omsingeling van Kiev in Oekraïne. Generaal von Bock wilde echter dat Guderian eerst naar het noorden ging om zich bij de pantsergroep van Hoth aan te sluiten en het verzet in Smolensk te breken.[18]

Op 27 juli riep Fedor von Bock de generaals onder zijn bevel bijeen in zijn hoofdkwartier in Novy Borisov. Ook aanwezig was de opperbevelhebber Walther von Brauchitsch, hoofd van het Oberkommando des Heeres (OKH) van de Wehrmacht. De generaals moesten een memorandum aanhoren, zonder gelegenheid tot spreken, waarin ze geïnstrueerd werden om Directief 33 van de Führer strikt op te volgen, dat ze onder geen beding mochten proberen verder naar Moskou op te rukken. In plaats daarvan luidde het bevel om zich te concentreren op zuivering van het inmiddels veroverde gebied, reparatie van het materiaal, aanvulling van de voorraden, en het rechttrekken van de frontlinie die op dat moment meer de vorm van een "S" had, na de succesvolle Blitzkrieg van Hoth en Guderian. Na de vergadering waren Hoth en Guderian boos en gefrustreerd. Guderian schreef die avond in zijn verslag dat Hitler een plan prefereerde waarbij kleine vijandige groepen beetje bij beetje omsingeld en vernietigd moesten worden om zo de vijand te laten doodbloeden. Alle officieren die aan de bijeenkomst hadden deelgenomen waren van mening dat dit niet de juiste weg was. "Of het waar is of niet, het was deze vergadering waarvan sommigen zeiden dat dit het kritieke punt was waar het vertrouwen van de Wehrmachtleiding in Hitler een breuk opliep. Teruggekeerd op zijn post sprak Guderian met Hoth en Bock af om "de uitvoering van besluit 33 te vertragen" wat in feite betekende dat ze de orders van de Führer en het OKH openlijk trotseerden. Guderian stelde haastig een aanvalsplan op voor de troepen van hem en Hoth, dat op 1 augustus zou beginnen en bekend werd als het Roslavl-Novozybkov Offensief.[19]

Duitse troepen nabij Mogilev aan de Dnjepr

In het noorden bewoog de 3e pantsergroep een stuk langzamer dan de 2e ten zuiden van Smolensk. Het terrein was moerassig, de regen was nog steeds een probleem en de Sovjets vochten wanhopig om te ontsnappen uit de val die bezig was te ontstaan. Op 18 juli kwamen de voorhoedes van de twee Duitse pantsergroepen binnen 16 km van elkaar om het gat te sluiten. Timosjenko stelde de net gepromoveerde Konstantin Rokossovski aan om een legergroep te verzamelen die het gat open moest houden waardoor de situatie tijdelijk stabiliseerde. Een aantal Sovjeteenheden konden ontsnappen, die werden direct ingezet bij het openhouden van de doorgang.[17][20] De Sovjets verplaatsten additionele troepen naar het gebied rond Smolensk, namelijk het 24e, 28e, 29e en 30e leger. Deze zouden direct na aankomst een zware tegenaanval tegen de Duitse troepen rond Smolensk uitvoeren, vanaf 21 juli. Dit legde een grote druk op de te veel uitgestrekte Duitse pantsergroepen die een groot gebied moesten beslaan. Slechte coördinatie en logistiek aan de kant van de Sovjets gaven de Duitsers gelegenheid zich succesvol te verdedigen tegen dit offensief terwijl ze voortgingen met de omsingeling te sluiten. De Sovjetaanvallen gingen door tot 30 juli toen de Duitsers de laatste afsloegen.[17][18]

Op 27 juli slaagden de Duitse legers erin contact te maken en de saillant ten oosten van Smolensk te sluiten waarbij grote delen van het 16e, 19e en 20e leger werden ingesloten. Onder leiding van het 20e leger lukte het de Sovjettroepen een paar dagen later uit te breken, geholpen door een Sovjet-offensief langs de frontlijn bij Smolensk. Uiteindelijk werden 300.000 man gevangengenomen toen de omsingeling werd hersteld en de saillant geëlimineerd.[5][6][21]

Na de slag[bewerken | brontekst bewerken]

De Slag bij Smolensk was opnieuw een zware nederlaag voor de Sovjets in de openingsfase van Operatie Barbarossa. De overwinning van de Asmogendheden kwam echter niet tot stand zonder strategische gevolgen. Voor het eerst probeerden de Sovjets een gecoördineerde tegenaanval langs grote delen van het front uit te voeren, al werd dit een mislukking. Deze inspanning om tegenstand te bieden liet echter zien dat de Sovjets nog niet waren verslagen en dat de Blitzkrieg naar Moskou geen gemakkelijke taak ging worden. Hierdoor ontstond een verschil van mening tussen het Duitse opperbevel en de politieke leider(s). De leiders van de Generale Staf, Franz Halder en Walter von Brauchitsch, en commandanten aan het front als von Bock, Hoth en Guderian raadden het verspreiden van de Duitse gepantserde eenheden af en wilden zich direct op Moskou richten. Hitler herhaalde dat zowel Moskou als de strategische omsingelingen minder belangrijk waren, en beval een concentratie op economische doelen zoals Oekraïne, het Donetsbekken, de Kaukasus en tactische omsingelingen om de Sovjets verder te verzwakken. Als gevolg hiervan splitste het Duitse offensief zich in enkele delen wat leidde tot de slag bij Kiev en de slag bij Oeman. Die resulteerden in Duitse overwinningen maar kostten hen ook tijd, mankracht en materieel, wat de Sovjets gelegenheid gaf de verdediging van Moskou voor te bereiden.[18][22][23][24][25][26]

Ruim twee jaar later slaagden de Sovjets erin om het verloren gegane gebied te heroveren in de Slag bij Smolensk (1943) en daarna voort te gaan richting Polen en het oosten van Duitsland.

Literatuur[bewerken | brontekst bewerken]

  • Glanz, David M. (2010), Barbarossa Derailed: The Battle for Smolensk 10 July – 10 September 1941 Helion & Company Solihull, England ISBN 1-906033-72-2
  • Clark, Alan (1965), Barbarossa: The Russian-German Conflict, 1941-45 Morrow New York ISBN 0-688-04268-6
  • Evans Richard J. (2008) The Third Reich At War Penguin London & New York chapter 2 ISBN 978-0-14-101548-4
  • Glantz David M. (1995), When Titans Clashed: How the Red Army Stopped Hitler University Press of Kansas Lawrence, KS ISBN 0-7006-0899-0
  • Boog, Förster, Hoffmann, Klink, Müller, Ueberschär, (1998), Militärgeschichtliches Forschungsamt Germany and the Second World War volume IV; The Attack on the Soviet Union, The Conduct of Operations: The Army and Navy, blz. 941–1020, Clarendon Press, Oxford, ISBN 0-19-822886-4
  • Krivosheev Grigori F. (1997), Soviet Casualties and Combat Losses in the Twentieth Century London Greenhill Books ISBN 1-85367-280-7
  • Russel Stolfi (1993), Hitler's Panzers East: World War II Reinterpreted University of Oklahoma Press, Oklahoma, ISBN 0-8061-2581-0
  • Ziemke Earl F. (1987), Moscow to Stalingrad Center of Military History, United States Army ISBN 9780880292948