Stoere koraalzwam

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Stoere koraalzwam
Taxonomische indeling
Rijk:Fungi (Schimmels)
Stam:Basidiomycota
Onderstam:Agaricomycotina
Klasse:Agaricomycetes
Onderklasse:Phallomycetidae
Orde:Gomphales
Familie:Gomphaceae
Geslacht:Phaeoclavulina
Soort
Phaeoclavulina decurrens
(Pers.) J.H. Petersen (2018 [1])
Synoniemen

Ramaria decurrens

Portaal  Portaalicoon   Biologie
Schimmels

De stoere koraalzwam (Phaeoclavulina decurrens) is een schimmel behorend tot de familie Gomphaceae. Hij leeft saprotroof in loofbos op voedselarme tot matig voedselrijke zand of leembodems.[2]

Kemerken[bewerken | brontekst bewerken]

Uiterlijke kenmerken[bewerken | brontekst bewerken]

  • Apices: jong wittig, vrij snel lichtgelig tot gelijkkleurig met de takken
  • Geur: complex, jong kruidig en aards, later als cichorei
  • Smaak: bitter [3]

Microscopische kenmerken[bewerken | brontekst bewerken]

  • Sporen: 5,1–7,1 × 2,8–3,9 µm; gemiddeld 6,4 × 3,4 µm
  • Sporen: Q = 1,6 tot 2,1, Q-gem = 1,8
  • Sporenornamentatie: tot 0,6 (0,8) µm hoog
  • Melzers reagens in het vlees van de steelbasis negatief.[3]

Naamgeving[bewerken | brontekst bewerken]

De soort werd oorspronkelijk beschreven onder de naam Clavaria decurrens door Christiaan Hendrik Persoon in 1822.

Verspreiding[bewerken | brontekst bewerken]

Deze koraalzwam komt voor in Europa en Noord-Amerika. In Nederland komt hij vrij zeldzaam voor. Hij staat op de rode lijst in de categorie 'Gevoelig'.[2]