Symfonie nr. 18 (Weinberg)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Symfonie nr. 18
Componist Mieczysław Weinberg
Soort compositie symfonie
Gecomponeerd voor koor en orkest
Opusnummer 138
Compositiedatum 1982-1984
Première oktober 1985
Duur 43 minuten
Vorige werk opus 137: Symfonie nr. 17
Volgende werk opus 139: Zes kinderliedjes
Oeuvre Oeuvre van Mieczysław Weinberg
Portaal  Portaalicoon   Klassieke muziek

Mieczysław Weinberg voltooide in 1984 zijn Symfonie nr. 18 Ter nagedachtenis aan de slachtoffers van de patriottische oorlog.

Weinberg werkte aan een drieluik aan symfonieën waarvan dit de middelste is. Het werd een eendelige symfonie, die in vier secties is verdeeld. Het eerste deel is instrumentaal. De andere delen gaan gepaard met gezongen teksten.

Het thema van de drie symfonieën is de Tweede Wereldoorlog, de verschrikkingen, maar ook de heldenrol die het leger van de Sovjet-Unie daarin speelde. Weinberg was zelf slachtoffer van die oorlog. Als Jood moest hij vluchten uit Warschau en vervolgens ook uit Minsk waar hij neergestreken was. Hij was pas veilig in Tasjkent. Dat bleek van korte duur, want na de Tweede Wereldoorlog begon Jozef Stalin met zijn terreur, ook tegen de Joden. De drie symfonieën zijn echter in de jaren tachtig geschreven, toen die terreur al lang was afgelopen. Populair werd het werk (en ook de andere twee) echter nooit.

Vladimir Fedoseyev gaf de eerste uitvoering tijdens een muziekfestival gewijd aan moderne klassieke Moskou. Hij leidde het Radiosymfonieorkest van de Sovjet-Unie, het koor was het Staatskoor uit Letland, dat toen in de Sovjet-Unie opgesloten was.

De vier delen:

  • Adagio, Allegro
  • Ze begroeven hem in de aarde op tekst van Sergei Orlov, een tankchauffeur in die oorlog
  • Lieve kleine bes, je kent de pijn in mijn heart niet op tekst van een volksrijm
  • Oorlog, er is geen wreder woord op tekst van Aleksandr Tarkovsky, een correspondent in Finland, tijdens WOII volgeling van Stalin, na diens dood liberaal.