Syndroom van Horner

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Esculaap Neem het voorbehoud bij medische informatie in acht.
Raadpleeg bij gezondheidsklachten een arts.
Syndroom van Horner
Syndroom van Horner aan het linkeroog (op de afbeelding rechts)
Coderingen
ICD-10 G90.2
ICD-9 337.9
OMIM 143000
DiseasesDB 6014
MedlinePlus 000708
eMedicine med/1029oph/336
MeSH D006732
Portaal  Portaalicoon   Geneeskunde

Het syndroom van Horner of ook syndroom van Claude Bernard is een neurologisch syndroom dat zich uit door uitval van de orthosympathische innervatie van het gelaat, meestal langs één kant. De opvallendste symptomen kunnen worden waargenomen ter hoogte van het oog en zijn:

  • miose (kleine pupil, door overheersing parasympathische innervatie verzorgd door de N. oculomotorius)
  • ptose (afhangen bovenste ooglid, verslapping van de spier van Müller (ook wel musculus tarsalis)

Een ptose en miose aan dezelfde kant (ipsilateraal) heet het syndroom van Horner.

Daarnaast kan ipsilaterale anhidrose (geen zweetsecretie) van het gelaat optreden.

Er is sprake van een geringe ptose omdat hier alleen de m. tarsalis is aangedaan en niet de musculus levator palpebrae (geïnnerveerd door de nervus oculomotorius).

Schijnbare enoftalmie[bewerken | brontekst bewerken]

Door zwakte van de spieren van de oogleden lijkt er soms enoftalmie te zijn (het terugzakken van de oogbol in de oogkas, een 'ingevallen oog'). Dit is echter niet werkelijk het geval - of er is een andere, bijkomende oorzaak.

Voorkomen[bewerken | brontekst bewerken]

Het syndroom van Horner kan bij een groot aantal aandoeningen voorkomen, waaronder: