Wimpermos
| Wimpermos | |||||||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| |||||||||||||||
| Taxonomische indeling | |||||||||||||||
| |||||||||||||||
| Soort | |||||||||||||||
| Anaptychia ciliaris (L.) Körb. ex A. Massal. (1853 [1]) | |||||||||||||||
| |||||||||||||||
Afbeeldingen op  Wikimedia Commons
| |||||||||||||||
Wimpermos op  Wikispecies
| |||||||||||||||
| |||||||||||||||
Het wimpermos (Anaptychia ciliaris) is een korstmos behorend tot de familie Physciaceae. Hij komt voor op bomen en leeft in symbiose met de alg Trebouxia. Hij komt voor op mineraalrijke, vrij basale, gebarsten schors van bij voorkeur oude, vrijstaande loofbomen, slechts zeer zelden op rots.
Kenmerken[bewerken | brontekst bewerken]
De soort vormt rozetvormige kussens tot 20 cm breed. De bijna struikachtige, smalle dragende delen zijn grijs tot bruin, 1 tot 2 mm breed en aan de rand bedekt met grijszwarte trilhaartjes. Als ze goed ontwikkeld zijn, worden talrijke, vaak licht gesteelde vruchtlichamen (apothecia) gevormd met een bruinzwarte schijf, die aan het begin vaak berijpt zijn.
Verspreiding[bewerken | brontekst bewerken]
Het Europese verspreidingsgebied van het wimpermos strekt zich uit van de bergen van de mediterrane landen tot Zuid-Scandinavië. In Nederland komt hij zeldzaam voor. Hij staat op de rode lijst in de categorie 'Bedreigd'.[2]
Bronnen, noten en/of referenties
|