Naar inhoud springen

Patriotten: verschil tussen versies

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Verwijderde inhoud Toegevoegde inhoud
Regel 2: Regel 2:


== Aanleiding ==
== Aanleiding ==
[[image:capellen.jpg|thumb|right|Joan van der Capellen tot den Pol]]


[http://nl.wikipedia.org WikipediaNL]
De Patriotten raakten geïnspireerd door de [[Verenigde Staten|Amerikaanse]] onafhankelijkheid in [[1776]] en waren derhalve anti-Engels en pro-Frans. Hun voorman was [[Joan van der Capellen tot den Pol]], die in [[1778]] uit de Overijsselse Staten werd gezet. Ook vertaalde hij een boek over burgerbewapening, met nieuwe ideeën uit [[Schotland]]. In het pamflet [[Aan het Volk van Nederland]], verspreid in september [[1781]], met scherpe kritiek op de stadhouder, riep hij op tot het indienen van petities en tot burgerbewapening om die vrijheid te verdedigen. Ten eerste om misstanden aan de kaak te kunnen stellen zoals [[regenten]], die onderling baantjes verdeelden of verkochten. Ten tweede om de incapabele en weifelachtige stadhouder [[Willem V van Oranje-Nassau|Willem V]], beschuldigd van willekeur, te controleren en in zijn naar absolutisme neigende macht te beperken. Vooral in de gewesten Utrecht en Gelderland had de stadhouder in 1748 veel rechten verkregen.
gfdyeytrweuru3ruehjeureurhuerhj

De patriotten verzamelden zich rond [[5 augustus]] 1782 om de [[Slag bij de Doggersbank]] (1781) te herdenken. Het doel was een goedkoop en vrijwillig provinciaal leger te organiseren. Niet alleen op de stadhouder, zijn eerste minister, de [[hertog van Brunswijk]] en het leger was kritiek, ook op de verstarde structuur van de [[schutterij]], de [[gilde (beroepsgroep)|gilden]] en het polderbestuur en het dijkwezen. Veel patriotten waren actief in de [[Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen#Koninklijk Instituut van Wetenschappen|Oeconomische Tak]], die onderzoek, opleiding en nieuwe werkgelegenheidsprojecten stimuleerde. In plaatsen, waar de vroedschap tijdelijk veel patriotten telde, lukte het de invloed van de stadhouder op de benoemingen in de stadsregering te beperken, bijvoorbeeld in [[Alkmaar (Nederland)|Alkmaar]], [[Wijk bij Duurstede]] en [[Bolsward]].


== Exercitiegenootschappen ==
== Exercitiegenootschappen ==

Versie van 4 okt 2007 14:39

Patriotten waren actief tussen 1780 en 1800 toen handelsbetrekkingen en nieuwe afzetmogelijkheden met de Verenigde Staten in de Republiek en West-Europa een grote rol speelden. De ideeën van de Patriotten zijn ontstaan in christelijk, verlichte kringen om uitgesloten burgers bij bestuur en de politiek te betrekken, om op die manier een andere koers te kunnen varen ten opzichte van Engeland. Daarnaast werd gepoogd de verlichte en humanitaire ideeën uit Frankrijk in te voeren en aan het heersende absolutisme een halt toe te roepen.

Aanleiding

WikipediaNL gfdyeytrweuru3ruehjeureurhuerhj

Exercitiegenootschappen

Het eerste exercitiegenootschap de Vrijheid werd in 1783 in Dordrecht opgericht. Het genootschap in Rotterdam werd in 1784 verboden, nadat rellen waren uitgebroken. Veel patriotten droegen een zwarte lint aan hun hoed in de vorm van een V(rijheid) of gebruikten een keeshondje als symbool.

Een incident, de Keteloorlog, met de Oostenrijkse keizer Jozef II omtrent de Schelde - al tweehonderd jaar door de Hollanders en Zeeuwen afgesloten - werd in januari 1785 aangegrepen om opnieuw provinciale legers in het leven te roepen. Een soortgelijke beslissing om plaatselijke legertjes te formeren, had Johan van Oldenbarneveldt, tegenstander van prins Maurits en een van de voorbeelden voor de patriotten in 1619 de kop gekost. Niet iedereen stond te juichen.

Scheuring

Toen kwam duidelijk aan het licht dat de patriotten verdeeld waren in twee stromingen, die alleen verenigd werden door hun afkeer van de stadhouder en het stadhouderlijk stelsel. De aristocratische patriotten kozen voor een republikeinse regentenheerschappij, de democratische patriotten wilden de macht van de regenten beperken en voor de uitgesloten burgerij (veelal de uitgesloten middenstand) meer bestuurlijke invloed en toegang tot stadsambten verkrijgen. In diverse steden was een probleem ontstaan omtrent vacante vroedschapszetels: Alkmaar was de eerste stad in de Republiek die Joden toeliet tot de vroedschap. In Deventer werd voorgesteld om de leeftijdsgrens te verlagen.

Tijdens een landelijke bijeenkomst van exercitiegenootschappen in 1786 in Utrecht werd een radicale beslissing genomen. Een jaar eerder was besloten dat niet de stadhouder, maar de exercitiegenootschappen de leden voor de vroedschap zouden kiezen. De vroedschap van Utrecht werd vervolgens op zeven leden na afgezet. In de provinciale staten van Utrecht ontstond grote verdeeldheid, waarop de prinsgezinde statenleden besloten in Amersfoort te vergaderen. H.W. Daendels, kapitein van het exercitiegenootschap in Hattem, liet zich inspireren door de veranderingen in Utrecht, toen hij in mei het stadsregeringsreglement buiten werking zette en op 8 augustus verkondigde het stadje militair te verdedigen. Stadhouderlijke troepen bezetten op 5 september Hattem en Elburg, waar de prinsgezinde kandidaten voor de vroedschap niet werden geaccepteerd.

Eind september 1786 werd het de exercitiegenootschappen in Gelderland en Friesland verboden onderling te overleggen en hulp te sturen. De stad Utrecht veranderde in een legerkamp om een eventuele stadhouderlijke aanval af te slaan.

Treffen rondom Utrecht

De stadhouder bleef ondanks diplomatieke pogingen van Pieter Paulus en de Engelse gezant Harris passief. Hij wenste en kon geen veranderingen accepteren. In Amsterdam en Rotterdam werden eind april een aantal prinsgezinde vroedschapsleden en burgemeesters vervangen, zonder goedkeuring van de stadhouder. Op 9 mei 1787 kwam het tot een treffen rondom Utrecht, dat hulp kreeg vanuit Holland. De aanval was georganiseerd vanuit Amersfoort, toen het meest westelijk gelegen oranjegezinde bolwerk. Er viel een klein aantal slachtoffers, onder andere bij Vreeswijk. Enkele weken later vertrok Prinses Wilhelmina vanuit Nijmegen naar Den Haag in een poging om een verdere escalering te vermijden, maar vermoedelijk ook om steun te verwerven. Er waren al enkele jaren besprekingen aan de gang dat zij taken van haar man zou overnemen, die het aan overzicht ontbrak. Toen zij op 28 juni werd aangehouden langs de Vlist en opgebracht naar Goejanverwellesluis door het exercitiegenootschap uit Gouda, riep zij haar broer, de koning van Pruisen, te hulp. Op 10 juli eiste Frederik Willem genoegdoening van Holland, dat echter weigerde excuses aan te bieden. Op 26 juli mislukte een aanval op de stadhouderlijke troepen bij Soestdijk. Op 2 augustus werd de kerk in Amersfoort opgeblazen, waar stadhouderlijke troepen munitie hadden opgeslagen.

Pruisische interventie

De Staten-Generaal kondigde half augustus een verbod af Holland steun te bieden. In verschillende steden waren inmiddels commissies voor het defensiewezen actief, die de verdediging organiseerde. Eerst op 10 september werd een Pruisisch ultimatum van kracht. Drie dagen later trok een Pruisisch leger via Nijmegen de Republiek binnen. De stad Utrecht, verdedigd door Rijngraaf van Salm werd zonder slag of stoot ingenomen. De patriotten weken uit naar Amsterdam. Toen die stad zich op 10 oktober had overgegeven, vluchtten de kopstukken via Antwerpen en Brussel naar Noord-Frankrijk. Daar kregen de patriotten geldelijke steun van Lodewijk XVI, die hoopte zodoende de werkgelegenheid ter plekke te stimuleren. Onder de patriotten Johan Valckenaer en Court Lambertus van Beyma ontstond grote onenigheid over de administratie en de hoogte van de uitkering: oude vriendschappen sloegen om in vijandschappen.

In oktober 1787 werden honderden patriotten gevangen genomen en er volgden wraakakties door prinsgezinden. Er werden in de navolgende jaren vijf doodvonnissen uitgesproken. Het betrof Robert Jasper van der Cappelen van de Marsch, de leider van de patriotten in Gelderland, alsmede H.W. Daendels en twee van zijn medestanders uit Hattem, en Cornelis van den Burg, een burgemeester van Bolsward. De vonnissen zijn nooit uitgevoerd of omgezet in verbanning.

Franse bezetting

In 1794 kwamen de Fransen onder generaal Pichegru de Republiek bezetten, daarbij geholpen door het Bataafse Legioen van Daendels, dat uit uitgeweken patriotten bestond. In januari 1795 werden overal in de Republiek de prinsgezinde vroedschapsleden verzocht het kussen te verlaten. De Bataafse republiek werd ingesteld, met een uitgebreid hervormingsprogramma en veel vergaderingen. De patriotten raakten opnieuw verdeeld over de eenheidsstaat of instandhouding van de macht van de gewesten. De federalisten waren vooral bang dat Holland en Amsterdam teveel invloed zouden uitoefenen. Daendels reageerde in januari en juni 1798 met een tweetal staatsgrepen. Bij de laatste staatsgreep werden de radicalen onder de patriotten in hun invloed beperkt en tijdelijk opgesloten.

De betekenis van de patriottenbeweging moet niet worden onderschat. Van orangistische zijde werden de patriotten als excercerende winkeliers of landverraders afgeschilderd, vanwege hun heulen met Frankrijk. Veel van de ideeën uit de Franse Revolutie, zoals de eenheidsstaat, scheiding van kerk en staat, gelijkberechtiging en kritiek op slavernij werden tijdens de Bataafse Republiek verwezenlijkt. De hervormingen zijn tijdens het Koninkrijk Holland verder uitgewerkt en na 1813 door het Koninkrijk der Nederlanden overgenomen.

Canon van Nederland

De Patriotten zijn opgenomen in de canon van Nederland. De commissie-Van Oostrom heeft De Patriotten als één van de vijftig thema's opgenomen die niet in de geschiedenisles op een Nederlandse school mogen ontbreken.

Literatuur

  • Grijzenhout, F, W.W. Mijnhardt en N.C.F. van Sas, Voor vaderland en vrijheid. De revolutie van de patriotten (Amsterdam 1987).
  • Klein, S.R.E., Patriots Republikanisme. Politieke cultuur in Nederland (1766-1787) (Amsterdam 1995).
  • Rosendaal, J.G.M.M., De Nederlandse Revolutie. Vrijheid, volk en vaderland 1783-1799 (Nijmegen 2005).
  • Schama, S., Patriotten en bevrijders. Revolutie in de Noordelijke Nederlanden, 1780-1813 4e druk (Amsterdam 2005).
  • Verwey, G. (1996) Geschiedenis van Nederland. Levensverhaal van zijn bevolking. Deel IV. Op het twee plan, p. 60-87.
  • Zee, Th.S.M van der, J.G.M.M. Rosendaal en P.G.B. Thissen, 1787: De Nederlandse Revolutie? (Amsterdam 1988).