Koninkrijk Holland
Koningrijk Holland Royaume de Hollande | ||||||
---|---|---|---|---|---|---|
| ||||||
| ||||||
Kaart | ||||||
![]() | ||||||
Algemene gegevens | ||||||
Hoofdstad | Den Haag (1806-1808) Utrecht (1808) Amsterdam (1808-1810) | |||||
Oppervlakte | ± 48.000 km² | |||||
Bevolking | ± 2.178.000 (1806)[1] | |||||
Talen | Frans, Nederlands, Nedersaksisch, Fries | |||||
Religie(s) | Protestants, rooms-katholiek | |||||
Nat. feestdag | 25 augustus (Lodewijks naamdag) vanaf 1807: 2 september (Lodewijks verjaardag) | |||||
Volkslied | Geen | |||||
Munteenheid | Gulden | |||||
Regering | ||||||
Regeringsvorm | Monarchie | |||||
Dynastie | Bonaparte | |||||
Staatshoofd | Koning | |||||
Geschiedenis | ||||||
- Benoeming Lodewijk Napoleon tot koning | 1806 | |||||
- Annexatie door Frankrijk | 1810 |
Het Koninkrijk Holland (toenmalige spelling: Koningrijk Holland) was de officiële naam van Nederland tussen 1806 en 1810. Het was een zusterrepubliek of vazalstaat van het Eerste Franse Keizerrijk van Napoleon Bonaparte. Napoleon stelde zijn derde broer, Lodewijk Napoleon Bonaparte, aan als koning van Holland.
Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]
Het koninkrijk werd opgericht om de voormalige Bataafse Republiek beter te controleren. Iets vergelijkbaars gebeurde ook in Napels en Spanje, waar Napoleon zijn oudere broer Joseph als koning aanstelde. Na een georkestreerd verzoek vanuit Den Haag werd op 5 juni 1806 het koninkrijk opgericht, met Lodewijk Napoleon als koning. De naam van het leidende departement, Holland, werd nu aan het hele land gegeven.
In de Vierde Coalitieoorlog werden het Pruisische Oost-Friesland en het Russische Jeverland door Franse en Nederlandse troepen veroverd. In 1807 werden de beide gebieden samengevoegd tot het nieuwe departement Oost-Friesland dat een onderdeel van het koninkrijk Holland werd. Bij keizerlijk decreet werd Vlissingen in december 1807 onder Frans bestuur geplaatst.
Koning Lodewijk loste Napoleons verwachtingen niet in. Hoewel Napoleon zijn broer op het hart gedrukt had Fransman te blijven, profileerde Lodewijk Napoleon zich als een zeer 'Hollandse' koning. Hij probeerde de Nederlandse belangen te dienen in plaats van die van zijn broer, en het leger te verkleinen in plaats van, zoals zijn broer wilde, te vergroten. Nadelige Franse maatregelen zoals de dienstplicht en het Continentaal stelsel voerde hij met zeer veel tegenzin uit. Lodewijks pogingen de Nederlandse bevolking gunstig te stemmen vonden echter geen genade in de ogen van zijn broer. Napoleon was ontevreden over het functioneren van Lodewijk Napoleon als koning van Holland. Zo mocht de door Lodewijk Napoleon ingestelde Orde van de Unie in de omgeving van de keizer niet worden gedragen.
In de winter van 1809 kwam dan ook het einde van het koninkrijk in zicht. Op Walcheren vond een Engelse invasie plaats. Hoewel deze door Franse en Nederlandse strijdkrachten werd afgeslagen, betekende het een verdere beschadiging van Lodewijks positie als vorst. Napoleon vond dat het verzet te traag op gang was gekomen. In december 1809 werd Walcheren onder Frans bestuur geplaatst. Op 16 maart 1810 werd het gebied ten zuiden van de Waal en Merwede door Frankrijk ingelijfd en enkele maanden later het resterende deel van het koninkrijk.[2] In de hoop de Nederlandse zelfstandigheid te bewaren deed Lodewijk afstand van de troon. Hij werd op 1 juli formeel opgevolgd door zijn jonge zoontje Napoleon Lodewijk, als koning Lodewijk II. Napoleon negeerde dit besluit echter en lijfde de restanten van het koninkrijk Holland per decreet, gedateerd 9 juli 1810, in bij het Eerste Franse Keizerrijk. Het koninkrijk werd ontbonden.
Bestuurlijke indeling[bewerken | brontekst bewerken]
Staatkundige geschiedenis van de Nederlanden | ||
Noordelijke Nederlanden | Zuidelijke Nederlanden | Heilige Roomse Rijk & Duitse Bond |
Gouwen van Oost-Francië | Gouwen van West-Francië | Gouwen van Oost-Francië |
Vlaanderen |
Luik | |
1384 ![]() Bourgondische Nederlanden | ||
1482 ![]() Habsburgse Nederlanden | ||
1543 ![]() Zeventien Provinciën (vanaf 1566 in opstand) | ||
1588 ![]() Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden |
1585 ![]() Spaanse Nederlanden | |
1713 ![]() Oostenrijkse Nederlanden | ||
1795 ![]() Bataafse Republiek |
1794 ![]() Eerste Franse Republiek | |
1806 ![]() Koninkrijk Holland | ||
1810 ![]() |
1804 ![]() | |
Eerste Franse Keizerrijk | ||
1813 ![]() Vorstendom der Nederlanden |
1814 Generaal- gouvernementen | |
1815 ![]() Verenigd Koninkrijk der Nederlanden |
1815 ![]() Groothertogdom Luxemburg 1839 ![]() Hertogdom Limburg | |
1830 (1866) ![]() Koninkrijk der Nederlanden |
1830 ![]() Koninkrijk België |
1848 & 1867 ![]() Groothertogdom Luxemburg |
Na de oprichting van het koninkrijk Holland in 1806 werd bij wet van 13 april 1807 de departementale indeling opnieuw vastgesteld. De belangrijkste wijziging ten opzichte van de indeling tijdens het Bataafs Gemenebest was de splitsing van het departement Holland in de departementen Amstelland en Maasland en de afsplitsing van het nieuwe departement Drenthe van het departement Overijssel. Het departement Bataafs Brabant werd hernoemd tot departement Brabant en het departement Stad en Landen van Groningen tot departement Groningen. Verder werd bepaald dat de Maas de noordgrens van Brabant zou vormen. In juli 1807 kwam het departement Oost-Friesland hier nog bij wat het uiteindelijke aantal departementen op elf bracht.
Lijst van departementen[bewerken | brontekst bewerken]
- departement Amstelland
- departement Brabant
- departement Drenthe
- departement Friesland
- departement Gelderland
- departement Groningen
- departement Maasland
- departement Overijssel
- departement Utrecht
- departement Zeeland
- departement Oost-Friesland
Nalatenschap[bewerken | brontekst bewerken]
Met de invoering van het koninkrijk Holland kwam het Bataafs Gemenebest tot een einde.
Lodewijk verplaatste in 1808 de hoofdstad van het land van Den Haag naar Utrecht en vervolgens naar Amsterdam, waar hij zich vestigde in het Paleis op de Dam, tot dat moment functionerend als het stadhuis van Amsterdam. Dit besluit is ook na 1813 overeind gebleven, waardoor Amsterdam nog steeds formeel de hoofdstad van Nederland is.
Op cultureel gebied was Lodewijks nalatenschap zeer belangrijk. De koning trachtte de Nederlandse kunsten en wetenschappen te bevorderen. Dit deed hij onder andere door de instelling van het Koninklijk Instituut van Wetenschappen (de latere Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen) en de Koninklijke Bibliotheek. Ook gaf hij de aanzet tot de oprichting van het Rijksmuseum, dat in zijn begintijd onderdak vond in het Paleis op de Dam. Op godsdienstig gebied stelde hij fondsen in het vooruitzicht voor rooms-katholieken die een eigen kerk wilden bouwen. Ook trachtte hij de oecumene te bevorderen: hij droomde van kerkgebouwen waarin de verschillende christelijke kerken bij elkaar kwamen voor hun erediensten.

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]
Externe links[bewerken | brontekst bewerken]
Bronnen, noten en/of referenties
|