Afasie

Zoek dit woord op in WikiWoordenboek
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Esculaap Neem het voorbehoud bij medische informatie in acht.
Raadpleeg bij gezondheidsklachten een arts.

Afasie is een taalstoornis (ICD-10: R47.0: dysfasie en afasie). De wetenschap die zich bezighoudt met het taal- en spraakgebrek ten gevolge van een hersenletsel heet afasiologie.

Het woord afasie komt van het Grieks en is een combinatie van a (= niet) en phanai (= spreken). In veel gevallen waarin de term afasie gebruikt wordt zou dysfasie strikt genomen beter zijn; de fatische functie is immers nooit in haar geheel gestoord. Echter de term dysfasie wordt in de praktijk gebruikt voor een aangeboren stoornis in het verwerven van de mondelinge taal.

Wanneer mensen communiceren, gebeurt dit meestal door middel van taal. Praten, het vinden van de juiste woorden, begrijpen, lezen, schrijven en gebaren maken zijn onderdelen van taalgebruik. Wanneer als gevolg van niet-aangeboren hersenletsel (NAH) één of meer onderdelen van het taalgebruik niet meer goed functioneren, noemt men dat afasie. De persoon kan de taal niet (goed) meer gebruiken. Hersenletsels die dit kunnen veroorzaken zijn cerebrovasculaire accidenten (CVA; een verzamelnaam voor hersenbloedingen en -infarcten), alsook hersentrauma door bijvoorbeeld een val op het hoofd.

Afasie is een taalstoornis. De ernst en omvang van de afasie zijn onder andere afhankelijk van de plaats en de ernst van het hersenletsel, het vroegere taalvermogen en iemands persoonlijkheid. Sommige mensen met afasie kunnen wel goed taal begrijpen (taalbegrip), maar hebben moeite met het vinden van de juiste woorden of met de zinsopbouw (taalproductie). Dit wordt vaak motorische afasie of afasie van Broca genoemd. Anderen ondervinden minder moeite met het produceren van taal, maar begrijpen anderen niet goed en ook hun eigen taal is vaak onverstaanbaar voor anderen; deze mensen hebben vaak grote problemen met het begrijpen van taal; sensorische afasie of afasie van Wernicke. Tevens kan iemand ook zowel problemen hebben bij taalbegrip als taalproductie. Dit wordt globale afasie genoemd.

Het verschijnsel afasie wordt ook binnen de psycholinguïstiek bestudeerd.

Vormen van afasie[bewerken | brontekst bewerken]

De centra van Broca en Wernicke

Er zijn verschillende vormen van afasie te onderscheiden, afhankelijk van het beschadigde hersengebied:[1][2][3]

  • Motorische afasie (ook expressieve afasie of afasie van Broca): de oorzaak hiervan ligt in een beschadiging van het motorische spraakcentrum (centrum van Broca). Mensen met deze aandoening begrijpen taal beter dan dat ze taal kunnen voortbrengen. Zo hebben ze vaak moeite met grammaticale verbanden uitdrukken en kunnen ze spreken in een telegramstijl zonder lidwoorden en bijvoeglijke naamwoorden.
  • Transcorticale motorische afasie: de oorzaak van deze vorm kan ook buiten het centrum van Broca liggen, in de motorische schors en in de verbindingen tussen het centrum van Broca en de motorische schors. Deze vorm van afasie lijkt op de afasie van Broca met het verschil dat herhaling van taal vaak intact is gebleven
  • Sensorische afasie (ook receptieve afasie of afasie van Wernicke): dit komt door een beschadiging van het sensorische spraakcentrum (centrum van Wernicke). Mensen die hieraan lijden kunnen beter taal produceren dan begrijpen. De woorden die ze gebruiken bestaan afzonderlijk, maar uiteindelijk is de zin vaak betekenisloos.
  • Transcorticale sensorische afasie (of papegaaienafasie): deze vorm van afasie lijkt op de afasie van Wernicke met het verschil dat herhaling van taal vaak intact is gebleven.
  • Geleidingsafasie (of conductieafasie): dit is een afasie die is ontstaan door beschadiging van de verbinding tussen de centra van Broca en Wernicke. Patiënten met deze aandoening kunnen taal produceren, maar kunnen niet herhalen wat zij kort daarvoor hebben gehoord.
  • Amnestische afasie (of anomische afasie): deze vorm van afasie typeert zich door problemen bij het vinden van de juiste woorden. Patiënten kunnen vaak wel in vloeiende zinnen spreken tot ze op een woordvindprobleem stuiten.
  • Gemengde afasie: hierbij is zowel het taalbegrip als de taalproductie verstoord. Vaak kunnen deze personen zich moeilijk tot niet talig uiten.
  • Akoestische afasie (of auditieve afasie): dit is een beschadiging aan de hersenbalk (corpus callosum). Mensen die hieraan lijden, zijn niet doof, maar kunnen taal die via het gehoor tot hen komt niet verwerken.
  • Alexie (visuele afasie): hierbij wordt gelezen tekst niet herkend, terwijl gesproken tekst wel goed wordt begrepen. Deze afasie komt door beschadiging van verbindingen tussen de visuele schors en de taalgebieden van Wernicke en Broca.

Afasie kan bij dove mensen leiden tot problemen bij het gebruik van gebarentaal. Hysterische afasie is een mogelijk bijverschijnsel van hysterie. Taalstoornissen na een herseninfarct (ischemisch CVA) of hersenbloeding (hemorragisch CVA), zoals problemen met het begrijpen en spreken van klanken, woordbetekenis en zinsbouw blijken zich wisselend te herstellen door invloed van de ernst van de afasie, de vorm van niet-aangeboren hersenletsel, behandelmethode etc.[4] Het grootste herstel gebeurd binnen de eerste drie maanden na het ontstaan van de afasie, maar tot op zes maanden erna kunnen er grote veranderingen zijn. Na de periode van de eerste zes maanden, zien we geen of weinig veranderingen.[5]

Tekenen en klachten[bewerken | brontekst bewerken]

Personen met afasie kunnen verschillende symptomen vertonen en vermelden afhankelijk van de soort afasie en de ernst.[6] Sommige van deze kenmerken kunnen echter ook toebehoren aan andere taal- en spraakstoornissen die op eenzelfde manier veroorzaakt kunnen worden zoals dysartrie en spraakapraxie. Deze stoornissen kunnen ook in combinatie voorkomen.

  • Moeite/onvermogen om taal te begrijpen (gesproken en/of geschreven)
  • Moeite/onvermogen om instructies te begrijpen en/of uit te voeren
  • Moeite/onvermogen om taal uit te spreken
  • Moeite/onvermogen om te lezen
  • Moeite/onvermogen om te schrijven
  • Moeite/onvermogen om woorden te vormen
  • Moeite/onvermogen om zinnen te vormen
  • Moeite/onvermogen om klanken en/of woorden en/of zinnen te herhalen
  • Moeite/onvermogen om te benoemen
  • Woordvindingsproblemen (anomie)
  • Herhaling van een lettergreep, woord of frase (stereotypen of automatismen)
  • Fonologische parafasieën (verwisselen, weglaten of vervangen van een of meerdere letters)
  • Semantische parafasieën (verwisselen van een woord door een gerelateerd woord zoals tafel i.p.v. boek zeggen)
  • Agrammatisme (geen vervoegingen en verbuigingen gebruiken)
  • Dysgrammatisme (incorrecte grammatica gebruiken)
  • Weinig spreken
  • Onsamenhangend spreken

Revalidatie[bewerken | brontekst bewerken]

Afasierevalidatie wordt vaak opgedeeld in drie tijdsperiodes waarin verschillende vooruitgang op verschillende manieren mogelijk worden gemaakt.[7]

  1. Acute fase - 7 dagen tot 3 maanden na het NAH: Deze fase wordt gekenmerkt door verbetering door intensieve therapie, aangeboden door een logopedist. Hierin is er normaliter snelste verbetering merkbaar.
  2. Subacute fase - 3 tot 6 maanden na het NAH: De verbetering van de afasie bereikt hierin een hoogtepunt en zwakt erna licht af. Ook tijdens deze fase wordt er vaak nog verbetering bereikt door het geven van doelgerichte logopedische therapie.
  3. Chronische fase - vanaf 6 maanden na het NAH: De verbetering van de afasie stagneert. Er wordt weinig tot geen vooruitgang meer geboden. Therapie richt zich voornamelijk op de omgang met de afasie voor zowel de patiënt als de omgeving van de patiënt.

Therapie[bewerken | brontekst bewerken]

Logopedische therapie heeft vele doelen.[8] Deze verschillen per persoon, per ernst, per soort afasie etc. Personen met afasie vinden het het meest waardevol om die therapie te volgen die hun participatie in het dagelijks leven vergroten. Therapie kan bestaan uit de volgende componenten:

  • Herstellen van de verloren taalvaardigheden
  • Versterken van intacte communicatievaardigheden
  • Compenseren voor verloren taalvaardigheden door het aanleren van strategieën en het gebruiken van alternatieve communicatiehulpmiddelen zoals picto's
  • Trainen van de omgeving om effectiever te leren communiceren
  • Generaliseren van het toepassen van strategieën in verschillende spreeksituaties
  • Informeren van zowel patiënt als omgeving over wat afasie is en hoe taal werkt in onze hersenen

Externe links[bewerken | brontekst bewerken]