Naar inhoud springen

Albanese anarchie van 1997

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door 81.82.200.245 (overleg) op 26 sep 2017 om 14:50. (De rellen)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Een CH-53E Super Stallion-helikopter van de Amerikaanse marine landt op het terrein van de Amerikaanse ambassade in Tirana om Amerikaanse burgers te evacueren op 18 maart 1997.

De Albanese anarchie van 1997 was een toestand van wetteloosheid die in maart 1997 ontstond nadat het door ponzifraudes gedomineerde financiële systeem van Albanië instortte en grootschalige rellen waren uitgebroken.

Aanleiding

In het midden van de jaren 1990, na de val van het communisme werd de Albanese economie geliberaliseerd. Het financiële systeem van het land werd vervolgens meer en meer gedomineerd door een systeem van ponzifraudezaken. Die werden ondersteund door de overheid en naar schatting twee derde van de Albanese bevolking, of twee miljoen mensen, investeerde erin. In december 1996 begon de financiële crisis in Albanië, nadat enkele investeringsfondsen instortten. In de hoofdstad Tirana werd vervolgens betoogd tegen de overheid die hiervoor verantwoordelijk werd gehouden. Op 24 januari 1997 kwam het onvermijdelijke einde dat hoort bij piramidespelen. Het systeem stortte in elkaar en zo'n 1,2 miljard Amerikaanse dollar – meer dan de helft van het toenmalige bruto binnenlands product – was in rook opgegaan, vooral spaargeld van burgers.

De rellen

Duizenden mensen gingen vervolgens dagelijks de straat op in de zuidelijke stad Lushnjë. Ze eisten hun geld terug van de overheid die ervan verdacht werd van hun investering te hebben geprofiteerd. Tegen maart waren de protesten gewelddadig geworden, vooral in de havenstad Vlorë. Tijdens de rellen werden meer dan een half miljoen wapens gestolen uit politie- en legerdepots. Het kwam tot gevechten met de oproerpolitie en overheidsgebouwen werden in brand gestoken. Op 1 maart nam premier Aleksander Meksi ontslag en op 2 maart riep president Sali Berisha de noodtoestand uit. De rellen breidden zich uit naar het noorden en hielden de hoofdstad twee weken in hun greep, terwijl het zuiden van het land onder controle van de rebellen en bendes viel. Intussen vluchtten zo'n 10.000 Albanezen de Adriatische Zee over naar Italië. Verschillende landen als Duitsland (Operatie Libel) en de Verenigde Staten (Operatie Zilveren Kielzog) evacueerden hun burgers.

Herstel van de orde

Op 28 maart autoriseerde de VN-veiligheidsraad met resolutie 1101 een internationale troepenmacht in Albanië om hulpgoederen te verdelen en de orde in het land te herstellen. Op 15 april begon deze door Italië geleide Operatie Alba. Bij de verkiezingen van juni en juli dat jaar werd de Democratische Partij van Sali Berisha verslagen door de Socialistische Partij en werd Rexhep Meidani de nieuwe president. De VN-troepen vertrokken uiteindelijk op 11 augustus.

Zie ook

  • (en) globalsecurity.org - Albanese burgeroorlog (1997)