Tirana (stad)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Tirana
Tiranë
Stad (bashki) in Albanië Vlag van Albanië
Tirana (Albanië)
Tirana
Situering
Prefectuur Tirana
Coördinaten 41° 20′ NB, 19° 49′ OL
Algemeen
Oppervlakte 1110,03[1] km²
Inwoners 557.422[2]
(502 inw./km²)
Hoogte 110 m
Burgemeester Erion Veliaj
Overig
Postcode 1001-1028
Netnummer 04
Kenteken TR
Stichtingsjaar 1614
Website tirana.gov.al
Detailkaart
Kaart van Tirana
Uitbreiding van de agglomeratie Tirana met onder meer de voorstad Kamëz
Foto's
Portaal  Portaalicoon   Albanië

Tirana (Albanees: Tiranë, bepaalde vorm Tirana; Gegisch: Tirona) is de hoofdstad en veruit de grootste stad (bashki) van Albanië. De stad heeft 557.070 inwoners (2011) en is gelegen in het centrum van het land aan de rivieren de Tiranë en de Lanë, zo'n veertig kilometer oostelijk van de havenstad Durrës. De hele agglomeratie Tirana telt ruim 900.000 inwoners (2021). Tirana is bovendien de hoofdplaats van de gelijknamige prefectuur, waar ongeveer 32,2% van de totale bevolking van Albanië woont.

Tirana werd in 1920 de hoofdstad van Albanië. In dat jaar was het nog maar een klein plaatsje, dat bij wijze van compromis tussen het noorden en het zuiden van Albanië de hoofdstad mocht worden. In de loop van de 20e eeuw is Tirana ooit veel grotere plaatsen als Shkodër, Durrës en Korçë gaan overvleugelen, en is de stad in vrijwel alle opzichten de belangrijkste van het land geworden. De regering en het parlement, de Volksvergadering van Albanië, zijn er gevestigd, en ook het presidentieel paleis staat in het centrum van de stad.

Geschiedenis[bewerken | brontekst bewerken]

Het nationale museum van Albanië staat in Tirana

De streek rond Tirana wordt al vanaf de oude steentijd (paleolithicum) bewoond, getuige vondsten uit die periode. In de huidige stad zijn resten van een Romeinse villa uit de tweede of derde eeuw gevonden. In het begin van de zesde eeuw liet de Byzantijnse keizer Justinianus I in Tirana een versterking aanleggen, waarvan delen van de muren heden nog in het centrum van de stad te zien zijn.

Pas in het begin van de 17e eeuw werd Tirana een echte stad: volgens de overlevering stichtte de Ottomaanse generaal en edelman Sulejman Pasja in 1614 de stad: op een kruispunt van wegen bouwde hij een moskee (de huidige Et'hem Bey-moskee), marktplaats en hamam. De stad zou oorspronkelijk Tehran hebben geheten: Sulejman had voor de stichting van Tirana namelijk een succesvolle campagne gevoerd tegen het Perzische Rijk der Safawiden, en noemde zijn nederzetting naar de Perzische stad Teheran. In 1789 begon Molla Bey, de kleinzoon van Sulejman Pasja, met de bouw van de Et'hem Bey-moskee. Ze werd door zijn zoon Haxhi Et'hem Bey in 1821 afgewerkt.

Tirana bleef tot het begin van de 20e eeuw een kleine stad, totdat de hoofdstad van Albanië in 1920 op het Congres van Lushnjë van Lushnjë naar Tirana werd verplaatst. In korte tijd werd Tirana daarna de grootste en belangrijkste stad van het land. Het paleis van koning Zog I en het parlementsgebouw werden in de jaren 20 aangelegd.

Geografie[bewerken | brontekst bewerken]

Ligging[bewerken | brontekst bewerken]

De prefectuur Tirana wordt in het westen begrensd door de Adriatische Zee, maar in tegenstelling tot het westelijke district Kavajë, ten zuiden van Durrës, wordt het district Tirana uitsluitend door land omgeven. De hoofdstad ligt op een hoogte van 110 meter in het overgangsgebied tussen de kustvlakte rond Durrës in het westen en het meer heuvelige landschap in het oosten. Direct ten oosten van Tirana ligt de berg Dajt, het centrum van het gelijknamige nationaal park, en een populaire daguitstapjesbestemming onder veel stedelingen.

Tirana grenst volgens de wijzers van de klok aan de gemeenten Paskuqan, Dajt, Farkë, Vaqarr, Kashar, Bërxull en Kamëz, de zesde stad van het land.

Bestuurlijke indeling[bewerken | brontekst bewerken]

Administratieve componenten (njësitë administrative përbërëse) na de gemeentelijke herinrichting[3] van 2015 (inwoners tijdens de census 2011 tussen haakjes):

Baldushk (4576) • Bërzhitë (4973) • Dajt (20139) • Farkë (22633) • Kashar (43353) • Krrabë (2343) • Ndroq (5035) • Petrelë (5542) • Pezë (6272) • Shëngjergj (2186) • Tiranë (418495) • Vaqarr (9106) • Zall-Bastar (3380) • Zall-Herr (9389).

De stad wordt verder ingedeeld in 147 plaatsen: Allgjatë, Arbanë, Baldushk, Balshaban, Barbas, Bastar - Murriz, Bastar i Mesëm, Bërzhitë, Besh, Bizë, Brrar, Bulçesh, Bulticë, Burimas, Çalabërzezë, Çerkezë-Morinë, Daias, Dajt, Damjan-Fortuzaj, Darshen, Derje, Dobresh, Domje, Dorëz, Dritas, Durishtë, Façesh, Fage, Farkë e Madhe, Farkë e Vogël, Ferraj, Fikas, Fravesh, Fushas, Gjysylkanë, Grebllesh, Grecë, Gropaj, Gror, Gurrë e Madhe, Gurrë e Vogel, Hekal, Herraj, Ibë e Poshtme, Ibë, Isufmuçaj, Kakunj, Kallmet, Kashar, Katundi i Ri, Kërçukje, Kllojkë, Koçaj, Krrabë, Kryezi, Kus (Bërzhitë), Kus (Kashar), Lagje e Re, Lalm, Lanabreges, Linzë, Lugë-Shalqizë, Lundër, Maknor, Mangull, Mazrek, Mënik, Mëzez, Mihajas-Cirmë, Mjull Bathore, Mner i Sipërm, Mullet, Mumajes, Murth, Mushqeta, Mustafakoçaj, Ndroq, Njësia bashkiake nr.1, Njësia bashkiake nr.2, Njësia bashkiake nr.3, Njësia bashkiake nr.4, Njësia bashkiake nr.5, Njësia bashkiake nr.6, Njësia bashkiake nr.7, Njësia bashkiake nr.8, Njësia bashkiake nr.9, Njësia bashkiake nr.10, Njësia bashkiake nr.11, Pajanë, Parpujë, Parret, Pashkashesh, Pëllumbas, Percëllesh, Petrelë, Pezë e Madhe, Pezë e Vogël, Pezë Helmës, Picall, Pinar, Pinet, Priskë e Madhe, Priskë e Vogël, Prush, Qafmollë, Qeha, Qinam, Radhesh, Rozaverë, Sauk, Sauqet, Selbë, Selitë Mali, Selitë, Sharrë, Shëngjergj, Shëngjin i Vogël, Shëngjin, Shënkoll, Shënkoll, Shesh, Shishtufinë, Shkallë, Shpat i Sipërm, Shpatë, Shytaj, Skuterë, Stërmas, Surrel, Tujan, Urë, Vakumone, Vaqarr, Varosh, Verri, Vesqi, Vilëz, Vishaj, Vrap, Yrshek, Yzberish, Zall - Herr, Zall Dajt, Zall-Bastar, Zall-Mner, Zbarqe, Zhurje.

Stadsbeeld en bezienswaardigheden[bewerken | brontekst bewerken]

Skanderbegplein[bewerken | brontekst bewerken]

Zie Skanderbegplein voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Centraal in de stad ligt het Skanderbegplein (Sheshi Skënderbej), dat kolossale afmetingen heeft en in 2011-2012 volledig werd heringericht. Het is genoemd naar Albaniës nationale held Skanderbeg, die in de 15e eeuw gedurende verschillende decennia standhield tegen de oprukkende Turken.

Op het plein staat het Skanderbegmonument (Monumenti i Skënderbeut), een groot ruiterstandbeeld van de krijgsheer, naast een Albanese vlag. Aan de rand ervan bevinden zich verschillende regeringsgebouwen en het stadhuis van Tirana, het 15 verdiepingen tellende Tirana International Hotel, het grote Cultuurpaleis (Pallati i Kulturës) met binnenin de nationale opera en bibliotheek, de Klokkentoren (Kulla e Sahatit), de Et'hem Bey-moskee (Xhamia e Et'hem Beut), de nationale bank Banka e Shqipërisë en het Nationaal Historisch Museum (Muzeu Historik Kombëtar), met aan de voorkant de reusachtige mozaïek De Albanezen.

Noordelijk en zuidelijk van het Skanderbegplein[bewerken | brontekst bewerken]

Vanaf het Skanderbegplein loopt in noordelijke richting de Bulevardi Zogu I, die het plein met de ringweg (Unaza) en het station van Tirana verbindt. In zuidelijke richting loopt de statige Bulevardi Dëshmorët e Kombit ('boulevard der martelaren van de natie'), die de Lanërivier kruist. Deze laan huisvest onder meer een aantal overheidsgebouwen en het piramidevormige voormalige Mausoleum van Enver Hoxha (Piramida) en eindigt op het Sheshi Nënë Tereza ('Moeder Teresaplein'), waar het hoofdgebouw en het rectoraat van de Universiteit van Tirana (Universiteti i Tiranës) liggen. Aan Sheshi Italia ('Italiëplein') net ten oosten van Sheshi Nënë Tereza liggen het luxueuze Sheraton Hotel Tirana en het nationale Qemal Stafastadion (Stadiumi Qemal Stafa).

De Lanë in Tirana

Net ten zuiden van Sheshi Nënë Tereza en Sheshi Italia ligt op en rond een heuvel het 230 hectare grote Parku i Madh ('groot park'), de bij joggers, wandelaars en vissers populaire groene long van de stad. In het park liggen de Nationale Martelarenbegraafplaats van Albanië (Varrezat e Dëshmorëve të Kombit) — de grootste begraafplaats van het land — met het twaalf meter hoge standbeeld Moeder Albanië (Nëna Shqipëri) en het Britse Tirana Park Memorial Cemetery. Op beide begraafplaatsen liggen gesneuvelden uit de Tweede Wereldoorlog. Aan de voet van het park ligt een artificieel meer met net ten westen ervan een zwembadencomplex.

Westelijk van het Skanderbegplein[bewerken | brontekst bewerken]

Ten westen van de Bulevardi Dëshmorët e Kombit loopt parallel de Rruga Ibrahim Rugova, tot 2012 de Bulevardi Dëshmorët e 4 Shkurtit ('boulevard der martelaren van de vierde oktober'). Tussen beide lanen ligt ter grootte van een huizenblok het centrale stadspark Parku Rinia ('jeugdpark') met het iconische moderne restaurantcomplex Tajvani ('Taiwan').

De wijk Blloku ('het blok'), ten zuidwesten van Parku Rinia, wordt in het oosten door de Rruga Ibrahim Rugova en in het noorden door de Lanë begrensd. Blloku was tijdens de communistische periode voorbehouden aan hoge functionarissen van het regime, en verboden terrein voor de gewone man. Tegenwoordig is het een geliefde uitgaanswijk, met talrijke restaurants, cafés en bars. Aan de Rruga Ismail Qemali ligt het voormalige huis van dictator Enver Hoxha tegenover een aaneenschakeling van horecazaken met in de zomer terrasjes vol jongeren.

Westelijk van Blloku ligt het Selman Stërmasi-stadion (Stadiumi Selman Stërmasi), het tweede stadion van de stad.

Oostelijk van het Skanderbegplein[bewerken | brontekst bewerken]

Standbeeld van de Onbekende Partizaan

De Rruga Ludovik Shllaku en Rruga Luigj Gurakuqi verbinden het Skanderbegplein met Sheshi Avni Rustemi ten noordoosten ervan. Het plein biedt toegang tot de centrale markt Pazari i Ri ('nieuwe bazaar') maar huisvest zelf doorgaans ook kraampjes, met name olijven- en fruitstalletjes. Zuidelijk van de Rruga Luigj Gurakuqi loopt de Rruga George W. Bush naar de Lanë, met aan het westelijke eind het standbeeld van de Onbekende Partizaan en in de buurt van het oostelijke eind de Ottomaanse boogbrug Ura e Tabakëve ('leerlooiersbrug'). Sinds de jaren 1930 stroomt de Lanë niet langer onder de brug door. Ten zuidwesten van de Rruga George W. Bush ligt in een parkomgeving het gebouw van de Volksvergadering van Albanië; zuidwestelijk daarvan, aan de Bulevardi Zhan D'Ark langs de Lanë, staat de rooms-katholieke Sint-Pauluskathedraal uit 2002.

Olijvenstalletje op een avondlijk Sheshi Avni Rustemi

In de Rruga e Elbasanit, een blok ten oosten van het Mausoleum van Enver Hoxha en het Qemal Stafastadion, liggen verschillende ambassades, waaronder die van Rusland en de Verenigde Staten.

Sport[bewerken | brontekst bewerken]

Voetbal[bewerken | brontekst bewerken]

Tirana telt vier voetbalverenigingen die deelnemen aan de Albanese competities. SK Tirana werd opgericht in 1920 en speelt in het seizoen 2014-2015 in de Kategoria Superiore, Albaniës hoogste klasse. Ze is de meest succesvolle ploeg van het land; het team werd reeds 24 maal kampioen (voor het laatst in 2009) en 14 maal bekerwinnaar. Dinamo Tirana en Partizan Tirana hebben beide een geschiedenis die teruggaat tot de jaren 1940. Dinamo speelt in het seizoen 2014-2015 in de Kategoria e Parë of tweede divisie; Partizan promoveerde in 2012-2013 naar de Kategoria Superiore. Ook zij oogstten al vaak succes in de Kategoria e Superiore en in de Albanese voetbalbeker: Dinamo werd tot nog toe 18 maal kampioen — voor het laatst in 2010 — en won al 13 keer de beker; Partizan behaalde al 15 maal de titel (laatst in 1993) en won evenzoveel keer de bekercompetitie. Van de 72 kampioenschappen op het hoogste niveau die tot 2012 door de Albanese voetbalbond werden georganiseerd werden er in totaal 57, ofwel 79%, gewonnen door teams uit Tirana. Een kleinere club in de stad is KF Olimpik Tirana, die in 2010 werd opgericht en uitkomt in de Kategoria e Dytë of derde nationale klasse.

Het in 2019 geopende Air Albania Stadion, het voetbalstadion van het Albanese voetbalelftal

SK en Partizan Tirana hebben hun thuisbasis in het nationale Qemal Stafastadion aan Sheshi Italia, dat 19.500 zitplaatsen telt en daarmee het grootste voetbalstadion van het land is. Ook het Albanese voetbalelftal speelt er zijn thuiswedstrijden. Dinamo Tirana is gevestigd in het Selman Stërmasi-stadion in het westen van de stad, dat plaats biedt aan 12.500 toeschouwers.

In 2010 kondigde de regering aan dat het nationale stadion zal worden gesloopt om op dezelfde plaats een volledig nieuw stadion te bouwen ter gelegenheid van de honderdste onafhankelijkheidsverjaardag van Albanië op 28 november 2012. Het ontwerp van het moderne complex werd overgelaten aan het Spaanse architectenbureau RFA Fenwick Iribarren Architects, en de vorm ervan verwijst naar de contouren van Albanië. Oorspronkelijk was gepland dat het nieuwe stadion afgewerkt zou zijn tegen de herdenkingsplechtigheden in november 2012, maar op dat moment was men nog niet begonnen met de afbraak van het oude gebouw.

Andere balsporten[bewerken | brontekst bewerken]

De stad beschikt over een grote arena voor basket- en volleybal, die tijdens de Kosovo-oorlog in 1999 werd gebruikt om vluchtelingen in op te vangen. Basketbalclubs B.C. Partizani Tirana en PBC Tirana komen uit in de hoogste divisie in het Albanese basketbal en zijn respectievelijk het succesvolste (33 titels) als het op een na succesvolste (18 titels) teams van het land.

Futsal Klub Tirana is de zaalvoetbalafdeling van SK Tirana. Het volleybalteam van de vereniging heet eveneens SK Tirana.

Partnersteden[bewerken | brontekst bewerken]

Tirana onderhoudt 31 stedenbanden:

Geboren of woonachtig in Tirana[bewerken | brontekst bewerken]

Zie lijst van Tiranezen voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

Externe links[bewerken | brontekst bewerken]

Commons heeft mediabestanden in de categorie Tirana.