Albanese opstand (1833-1912)
Albanese opstand (1833-1912) | ||||
---|---|---|---|---|
Onderdeel van Ottomaanse oorlogen in Europa | ||||
Illustratie van de Albanese rebellie uit 1911
| ||||
Datum | 1833-1912 | |||
Locatie | Ottomaanse Rijk (nu Albanië) | |||
Resultaat | Albanese overwinning | |||
Territoriale veranderingen |
Stichting moderne Albanië | |||
Strijdende partijen | ||||
| ||||
Leiders en commandanten | ||||
De Albanese opstand (1833-1912) verwijst naar een serie veldslagen op de Balkan uitgevochten tussen Albanese rebellen onder leiding van paramilitaire clanleiders en Ottomaanse strijdkrachten tijdens de Ottomaanse bezetting van Albanië. De rebellie duurde vanaf 1833 tot 1912. In november 1912 werd Albanië na 433 jaar Ottomaanse heerschappij onafhankelijk.
De opstanden waren het gevolg van de nationale ontwaking (Albanees: Rilindja Kombëtare) van de Albanezen. Een periode waarin vanaf de 19e eeuw het Albanees nationalisme werd gesticht en de Albanezen op de Balkan naar een eigen culturele, sociale en politieke natiestaat streefden.[1]
Geschiedenis
[bewerken | brontekst bewerken]Nadat het middeleeuws Albanië na een jarenlange oorlog in 1479 werd veroverd door de Ottomaanse sultans, zou Albanië vanaf dat jaar tot en met 1912 deel uitmaken van het Ottomaanse Rijk. De Albanezen kenden gedurende deze periode van 433 jaar geen eigen onafhankelijke staat maar slechts enkele autonome vorstendommen als vazal onder de Ottomaanse heerschappij.
Verloop
[bewerken | brontekst bewerken]In de 18e en 19e eeuw verzwakte het Ottomaanse Rijk, in deze periode riepen onder anderen Servië, Bosnië en Griekenland al onafhankelijkheid uit. De Albanezen streefden ook naar een eigen onafhankelijke staat. De grootste redenen hiervoor waren de wetten die de Jonge Turken hadden ingevoerd, die nadelig waren voor de Albanese bevolking. Zo kregen de Albanezen belastingverhogingen, dienstplicht in het Ottomaanse leger en werden de Albanezen ontwapend.
De Albanezen creëerden guerrillabewegingen aan het einde van de 18e eeuw, waar het moderne Albanese nationalisme van afstamt. Echter, de eerste grote Albanese opstand ontstond in 1910, gesteund door Bulgarije en Montenegro. Dit zou een tweeweekse conflict worden waarna de Ottomanen de controle terug kregen. In deze periode sprak de latere stichter van het moderne Albanië, politicus Ismail Qemali, in het Ottomaanse parlement over de rechten van de Albanezen, die in hun ogen minimaal waren. Hasan Prishtina, eveneens een politicus, en tegenstander van de Jong Turken waarschuwde hen al voor een toekomstig onafhankelijk Albanië. Ondertussen creëerde Isa Boletini, een Albanese nationalist uit Kosovo, een paramilitaire groepering die met wapens een eigen Albanese staat zouden opeisen. Na een maandenlang gewapend conflict zou Albanië in november 1912 haar onafhankelijkheid uitroepen.
Ismail Qemali en Hasan Prishtina, twee liberale grondbezitters, vormden het eerste bestuur van Albanië. Op 28 november 1912 werd Qemali voorzitter van het Voorlopige Parlement en daarmee in feite staatshoofd. Albanië werd na druk van Oostenrijk-Hongarije en Italië door de internationale gemeenschap erkend.
Afbeeldingen
[bewerken | brontekst bewerken]-
Albanese opstand uit 1910
-
De stad Skopje na bevrijding door Albanese rebellen in 1912
-
Ded Gjo Luli, een commandant aan Albanese zijde
-
Prek Cali, leider van de Albanese stam Kelmendi
-
Sokol Baci, clanleider van de Gruda-stam
-
Hamza Kazazi, Albanese guerrilla aanvoerder
Zie ook
[bewerken | brontekst bewerken]- Albanees-Ottomaanse Oorlog (1432-1479)
- Dit artikel of een eerdere versie ervan is een (gedeeltelijke) vertaling van het artikel Albanian Revolt op de Engelstalige Wikipedia, dat onder de licentie Creative Commons Naamsvermelding/Gelijk delen valt. Zie de bewerkingsgeschiedenis aldaar.