Anton Diffring

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Anton Diffring
Anton Diffring in Tales of Frankenstein (1958)
Algemene informatie
Volledige naam Alfred Pollack
Geboren Koblenz, 20 oktober 1916
Overleden Châteauneuf-Grasse, 19 mei 1989
Land Duitsland
Werk
Jaren actief 1940 - 1988
Beroep Acteur
(en) IMDb-profiel
(en) IBDB-profiel
(mul) TMDb-profiel
(en) AllMovie-profiel
Portaal  Portaalicoon   Film

Anton Diffring (Koblenz, 20 oktober 1916Châteauneuf-Grasse, 19 mei 1989) was een Duits acteur.

Regisseurs deden regelmatig een beroep op hem om Duitse (hogere) nazi-officieren zoals Reinhard Heydrich, Alexander Löhr, Joachim von Ribbentrop, Wilhelm Canaris en andere hatelijke (fictieve) Duitse militairen te belichamen.

Leven en werk[bewerken | brontekst bewerken]

Afkomst, opleiding en debuut[bewerken | brontekst bewerken]

Diffring werd als Alfred Pollack geboren in Koblenz. Zijn vader was een Joods winkelier. Diffring volgde toneellessen in Berlijn en in Wenen. Hij verliet Duitsland om aan de nazi's te ontsnappen, niet alleen omdat hij Joods was maar ook omdat hij homoseksueel was. Hij vestigde zich in het Verenigd Koninkrijk voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog. In 1940 was hij in een niet- gecrediteerde bijrol als een U-bootofficier te zien in de Tweede Wereldoorlogsfilm Convoy over het leven aan boord van een Royal Navy kruiser die konvooien moet beschermen tussen de Verenigde Staten en het Verenigd Koninkrijk. Hij vertolkte nog een niet-gecrediteerd bijrolletje als matroos maar zijn filmcarrière kwam pas tien jaar later van de grond, in 1950.

Typecasting als nazi in Britse films[bewerken | brontekst bewerken]

De ontsnappingsfilm Albert R.N. (1953) was de eerste oorlogsfilm waarin Driffing in de huid van een nazi kroop: een onbetrouwbare weerzinwekkende Hauptmann in een krijgsgevangenenkamp voor officieren.

Tijdens de jaren vijftig was de Britse filmindustrie gebrand op het verwezenlijken van Tweede Wereldoorlogsfilms. Diffring's blond haar, zijn streng en star gelaat, zijn minachtende mond, zijn staalblauwe ogen, zijn ijskoude blik en zijn gebeitelde, aristocratische trekken zorgden ervoor dat hij gecast werd als een sinistere verraderlijke officier, in het voormelde Albert R.N. en in vele andere oorlogsfilms zoals Betrayed (1954), The Sea Shall Not Have Them (1954), The Colditz Story (1955, als vals grijnzende luitenant-kampbewaker), The Black Tent (1956), Reach for the Sky (1956, als de officier die de Britse gevechtspiloot Douglas Bader gevangen nam) en Seven Thunders (1957). Ook de volgende decennia bleven cineasten Diffring typecasten als nazi in onder meer Incident at Midnight (1963, als oorlogsmisdadiger-dokter die een nieuwe identiteit heeft aangenomen), Operation Crossbow (1965), The Heroes of Telemark (1965), Where Eagles Dare (1968), Counterpoint (1968), The Day the Clown Cried (1972), The Battle of Sutjeska (1973) en Operation Daybreak (1975, waarin hij een brutale ijzingwekkende Reinhard Heydrich neerzette).

Ook voor zijn televisiewerk bleef typecasting hem achtervolgen: In 1983 gaf Diffring gestalte aan Hitlers minister van Buitenlandse zaken Joachim von Ribbentrop in de serie The Winds of War. In 1985 portretteerde hij Wilhelm Canaris in de serie Jane Horney. In The Masks of Death (1984), een Sherlock Holmes-mysteryfilm, vertolkte hij een Duitse graaf-diplomaat naast onder meer Peter Cushing en John Mills.

Tegen zijn imago in gaf hij gestalte aan een Poolse parachutist in The Red Beret (1953) en zelfs aan een Engelse SAS- kapitein in Uccidete Rommel (1969).

Diffring beperkte zich niet tot de Tweede Wereldoorlog: in de tijdens de Eerste wereldoorlog gesitueerde oorlogsfilms The Blue Max (1966) en Zeppelin (1971) vertolkte hij eveneens Duitse officieren.

Europese carrière[bewerken | brontekst bewerken]

In 1968 vestigde Diffring zich op het vasteland, eerst in Italië, later in Frankrijk. Vanaf dan speelde hij in Europese films (Frans, Duits, Italiaans ...), niet zelden in internationale coproducties. Hij vertolkte af en toe nog een nazi maar hij was meer en meer te zien in misdaadfilms, drama's, thrillers en spionagefilms, genres die tijdens zijn Britse periode ook al aan bod kwamen. Hij leende zijn talent ook aan exploitatiefilms (onder meer horror, soft porno, giallo), met veelzeggende titels als Hexen geschändet und zu Tode gequält (1973), Liebesbriefe einer portugiesischen Nonne (1977) en Los depredadores de la noche (1988), allebei van de Spaanse veelfilmer Jesús Franco.

Truffauts sciencefictiondrama Fahrenheit 451 (1966) en Michael Kohlhaas (Volker Schlöndorff, 1969) waren belangrijke films uit die periode.

Horrorfilms[bewerken | brontekst bewerken]

Diffring werd dus meermaals gevraagd voor horrorfilms, dikwijls voor de rol van een dokter. Vermeldenswaardig waren The Man Who Could Cheat Death (1959), Circus of Horrors (1960) en The Beast Must Die (1974). Daarnaast was hij te zien in het giallogenre, onder meer in L'iguana dalla lingua di fuoco (1971) en La morte negli occhi del gatto (1973). Hij nam eveneens de titelrol van de televisieserie Tales of Frankenstein (1958) voor zijn rekening. Wegens ontgoochelende kijkcijfers bleef het bij de pilootaflevering.

Diffring overleed in 1989 op 73-jarige leeftijd aan kanker.

Filmografie (ruime selectie)[bewerken | brontekst bewerken]