Arisch ras

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
(Doorverwezen vanaf Arier)
Het ideaalbeeld van zoals de nazi's zich het Arische ras voorstelden

Het Arisch ras is een groep mensen volgens de verouderde rassenleer. In de leer van de nazi's zou deze groep superieur zijn aan anderen.

De term Ariërs werd oorspronkelijk gebruikt als aanduiding voor de Iraanse volkeren en de Noord-Indiërs (Indo-Ariërs) en voor de ruimere etnische groep waartoe deze volken behoren. Sinds de Tweede Wereldoorlog wordt vooral in de Westerse wereld echter de term Indo-Iraniërs gebruikt.

In Europa was de term Ariër een negentiende-eeuwse aanduiding voor de Indo-Germanen die enige duizenden jaren voor het begin van onze jaartelling Europa vanuit het oosten bevolkten.

Ariërs[bewerken | brontekst bewerken]

Zie Ariërs voor het hoofdartikel over dit onderwerp.

De naam Ariër is ontleend aan het Sanskriet, Pali en Avestische woord voor edel of de spirituele. Het zou in het westen voor het eerst zijn gebruikt door de Duitse taalkundige Friedrich von Schlegel in het boek Über die Sprache und Weisheit der Indier (1808), maar dat wordt hier niet gestaafd.[1] Integendeel, het begrip Ariër is door hem nooit gebruikt. De benaming komt bij Herodotus vandaan en is door de Franse oriëntalist Abraham Hyacinthe Anquetil-Duperron opgevoerd.[2] Vanaf 1830 komt het begrip voor in de Duitse literatuur bij Karl Otfried Müller.[3]

De Duitse filoloog Max Müller identificeerde de Kaukasus als de bakermat van het Ariërdom. Een ruitervolk dat daar geleefd zou hebben, zou niet alleen Europa zijn binnengevallen maar ook aan de basis van de Perzische en Indische cultuur hebben gestaan.

Rassenleer[bewerken | brontekst bewerken]

Zowel Müller als Von Schlegel onderzochten de ontwikkeling van culturen aan de hand van overeenkomsten tussen talen. Rondom hun theorieën werd echter in de loop van de negentiende eeuw door Arthur de Gobineau een leer ontwikkeld waarin de Ariërs als een ras werden beschouwd. Deze leer, ariosofie, hield in dat het nageslacht van de Ariërs (Europeanen, Perzen en Indiërs) veruit superieur was aan andere volkeren. Als ultieme tegenpool voor de Ariërs fungeerde in dergelijke theorieën het door de aanhangers als minderwaardig beschouwde Semitische ras. Tot dit ras werden de sprekers van Semitische talen als het Hebreeuws en het Arabisch gerekend. Helena Blavatsky, de stichtster van de Theosofische Vereniging, kende het Arische ras een dusdanig hoog beschavingsgehalte toe dat zij het ras als wortelras der beschaving omschreef.[4] Het Thule-Gesellschaft, die de occulte inspiratiebron voor vele hooggeplaatste nazi's werd, baseerde zich op de geschriften van de occultiste Helena Blavatsky.

Politiek[bewerken | brontekst bewerken]

In de twintigste eeuw adopteerden de nazi's deze verhalen als ondersteuning voor hun rassenleer. De blonde, blauwogige Germaan werd daarbij voorgesteld als de Ariër in zijn zuiverste vorm. De nazi-ideoloog Gerhard Heberer dreef deze verheerlijking van de typische Duitser nog verder op de spits door te stellen dat de Kaukasische beschaving die tot op dat moment als de bakermat van het Ariërdom werd beschouwd, uiteindelijk terug te voeren viel op een nog oudere beschaving die in Europa was ontstaan, grofweg op de plaats die later bekend zou staan als Duitsland.

Ook de Britten gebruikten de verhalen over het mythische Arische ras om er hun heerschappij over India mee te verantwoorden. Zij waren immers blank en daarmee de afstammelingen van de Kaukasiërs.

Na de Tweede Wereldoorlog[bewerken | brontekst bewerken]

Na de Tweede Wereldoorlog raakte in Europa het onderverdelen van de mensheid in rassen in onbruik. De term Ariër was bovendien zo besmet geraakt dat de vermeende grondleggers van de vroegste Europese culturen in het vervolg als Indo-Europeanen werden aangeduid. Met die term wordt een cultuur bedoeld en niet zoiets als een mensenras.

Zie ook[bewerken | brontekst bewerken]

Literatuur[bewerken | brontekst bewerken]

  • Léon Poliakov, De Arische mythe over de bronnen van het racisme en de verschillende vormen van nationalisme, 1979. ISBN 9029533935 (orig. Le mythe aryen, 1971)
  • Kevin Coogan, Dreamer of the Day. Francis Parker Yockey & The Postwar Fascist International, Autonomedia, 1999. ISBN 9781570270390


Zie de categorie Nazi ideal racial types van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.