Atheris squamigera

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Geerlings' robot (overleg | bijdragen) op 21 sep 2018 om 17:42. (→‎Uiterlijke kenmerken: -/- spaties voor ref (verzoek op WP:VPB))
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Atheris squamigera
IUCN-status: Niet geëvalueerd (2008)
Exemplaar in een terrarium in Lausanne, Zwitserland.
Taxonomische indeling
Rijk:Animalia (Dieren)
Stam:Chordata (Chordadieren)
Klasse:Reptilia (Reptielen)
Orde:Squamata (Schubreptielen)
Onderorde:Serpentes (Slangen)
Superfamilie:Colubroidea
Familie:Viperidae (Adders)
Onderfamilie:Viperinae (Echte adders)
Geslacht:Atheris (Boomadders)
Soort
Atheris squamigera
Hallowell, 1856
Afbeeldingen op Wikimedia Commons Wikimedia Commons
Atheris squamigera op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie
Herpetologie

Atheris squamigera is een slang uit de familie adders (Viperidae) en de onderfamilie echte adders (Viperinae).[1]

Uiterlijke kenmerken

Deze slang heeft een zeer brede maar spits toelopende kop met daarop zeer ruwe en uitstekende schubben, vooral op de kop.[2] De kop heeft grote ogen met verticale pupillen, en over het hele lijf zitten grote, schubben op een zwarte achtergrond. De kleur van de schubben is variabel; van groen tot gelig of bruin, maar ook grijs en rood komen voor. De juvenielen zijn meestal knalgroen of knalgeel met een zwart vlekpatroon, en een duidelijke 'V' op de kop, zoals ook veel oudere dieren. Volwassen dieren worden niet zo lang; ongeveer 45-50 centimeter, vrouwtjes worden langer en kunnen ongeveer 80 centimeter bereiken.[3]

Algemeen

Atheris squamigera is zeer giftig, maar aan een aanval gaan vele waarschuwingen vooraf; schijnaanvallen, een trillende staart en sissen. Het is geen heel agressieve soort en de slang wordt liever gepasseerd dan dat hij een verstoorder achterna gaat. Atheris squamigera leeft van kleine zoogdieren en in mindere mate van vogels en reptielen.[2] De habitat bestaat uit bergwouden bij rivieren; het hoeft niet warm te zijn, wel vochtig. Deze soort komt voor in westelijk Kenia en grote delen van Angola, waar hij meestal op de bodem of in laaghangende struiken ligt te wachten tot een prooi voorbij komt. Ook is de slang in bomen te vinden, onder andere als er gerust wordt, maar de slang wordt nooit ver boven de grond aangetroffen.

Taxonomie

De soort werd voor het eerst wetenschappelijk beschreven door Edward Hallowell in 1856. Oorspronkelijk werd de wetenschappelijke naam Toxicoa squamata gebruikt. Later werd de slang in het geslacht Poecilostolus geplaatst en er zijn ook verschillende wetenschappelijke soortnamen gebruikt, zoals squamatus, Lucani en squamiger.[1] De literatuur is hierdoor niet altijd eenduidig over deze soort.

Er worden twee ondersoorten erkend, die verschillen in uiterlijk en verspreidingsgebied.

Bronvermelding