Naar inhoud springen

Bas (zangstem)

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door StrepuBot (overleg | bijdragen) op 19 mrt 2020 om 18:16. (+References)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Sopraan, C4 - C6
Mezzosopraan, A3 - A5
Alt en Contratenor, F3 - F5
Tenor, C3 - C5
Bariton, A2 - A4
Bas, E2 - E4

De bas (van Latijn bassus, diep, laag) is in de zangkunst de laagste mannelijke zangstem met een toonomvang van ongeveer E groot tot d'. Ook degene die zingt met deze stem wordt als 'bas' aangeduid.

De bas is tevens de naam van de vierde stem in de vierstemmige harmonieleer. In een vierstemmige bewerking van een lied zingt de bas vaak de grondtoon van een akkoord.

Qua toonhoogte (deelregister) kan de bas worden onderverdeeld in:

  • de 'diepe' bas (basso profondo of, in het Frans, 'basse noble'), bijvoorbeeld Sarastro in Die Zauberflöte van Wolfgang Amadeus Mozart;
  • de 'vrolijke' bas (basso buffo), bijvoorbeeld Don Basilio in Il barbiere di Siviglia van Gioacchino Rossini;
  • de 'serieuze' bas (basso serioso of basso cantato), bijvoorbeeld Filippo II in Don Carlo van Giuseppe Verdi; en
  • de 'volgbas' (basso continuo), een vooral instrumentale bas; dit was een fundamenteel stijlelement van de barokmuziek vanaf het begin van de 17e eeuw; deze doorlopende instrumentale basstem dient als begeleiding van de zangers en de overige instrumentalisten.

Bekende bassen zijn onder anderen Boris Christoff, Nicolai Ghiaurov, Ruggero Raimondi, Samuel Ramey, Fjodor Sjaljapin en Iwan Rebroff.

Vooral door Russische componisten wordt voor zeer diepe bassen geschreven, Tsjesnokov bijvoorbeeld schrijft tot G1 voor.[1]

Referenties