Op 11 juni 1861 werden wetgevende verkiezingen gehouden in België. 58 van de 116 Kamerzetels werden herverkozen, namelijk die in de provincies Oost-Vlaanderen, Henegouwen, Luik en Limburg.
De politieke samenstelling van deze reeks (en van de gehele Kamer van volksvertegenwoordigers tussen haakjes) was als volgt:
In het arrondissement Gent kwamen 5822 stemmers opdagen (op 6468 ingeschreven kiezers). De zittende volksvertegenwoordigers waren alle zeven liberaal; onder hen kwamen Camille Joseph De Bast en Adolphe-Henri Neyt niet meer op.
De uitslag was nipt en gaf een verdeelde verkiezing van beide partijen.