Naar inhoud springen

Bisschoppelijk Mandement van 1954

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Geerlings' robot (overleg | bijdragen) op 20 sep 2018 om 19:59. (-/- spaties voor ref (verzoek op WP:VPB))
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.

Het Bisschoppelijk Mandement De katholiek in het openbare leven van deze tijd was een herderlijk schrijven van de Nederlandse katholieke bisschoppen van 1 mei 1954. Hierin verwierpen de Nederlandse bisschoppen elke scheiding tussen godsdienst en leven, terwijl zij de gelovigen aanspoorden zich in te zetten voor de maatschappij door actief werkzaam te zijn in de katholieke sociale organisaties en hun eenheid op staatkundig terrein te bewaren. Daarom werd het katholieken ook verboden lid te zijn van socialistische vakverenigingen en partijen.[1]

In het schrijven werd het lidmaatschap van de socialistische PvdA aan de katholieken ontraden, maar de uiteindelijke beslissing daarover was een zaak van het eigen geweten. Wel stelden de bisschoppen dat een doorbraak van katholieken naar de PvdA afbraak van de eigen katholieke partij (KVP) betekende.[2]

Katholiek engagement

Het schrijven benadrukte in het eerste deel dat katholieken zich voor de maatschappij moesten inzetten door deelname aan katholieke organisaties. De bisschoppen verwierpen elke scheiding tussen godsdienst en leven. In het derde deel werd lidmaatschap van socialistische organisaties, zoals de VARA (Vereniging Arbeiders Radio Amateurs) en de socialistische vakvereniging NVV verboden. De bisschoppen spraken hun mening uit dat het onverantwoord was de weg van de doorbraak te gaan. Lidmaatschap van de Partij van de Arbeid werd ontraden. Regelmatig naar de VARA luisteren was ongeoorloofd.[bron?]

Ontvangst

De KAB (Katholieke Arbeidersbeweging) en het CNV reageerden instemmend op het Mandement. De reacties van de doorbraaksocialisten zoals Joan Willems waren uiteraard negatief. Velen legden alle nadruk op de verbodsbepalingen uit het derde deel. Het betoog dat in het eerste deel wordt gehouden voor katholieke inzet voor de maatschappij, kreeg daardoor minder aandacht.[bron?]

De katholieken in de PvdA, zoals Willems, Ruygers, van Lier en Tans, verlieten de partij niet. Het Mandement zorgde mede voor de terugkeer van de KNP onder leiding van oud-minister Welter in de KVP. De KNP werd opgeheven en onder meer Welter kreeg een plaats op de KVP-kandidatenlijst.[2]

Politieke gevolgen

De verhoudingen tussen PvdA en KVP verslechterden door het Mandement, maar tot een breuk tussen beide regeringspartijen kwam het niet. De verkiezingen van 1956 zouden echter fel zijn. In 1955 ontstond een korte crisis en in 1956 verliep de formatie - nadat de PvdA de grootste partij was geworden - uiterst moeizaam.[2]

Zie ook