Collectief straffen

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Collectief straffen (Engels: collective punishment) is het straffen van een hele groep of bevolking voor de daden van een of meer individuele leden van die groep of bevolking. Hierbij wordt de hele groep verantwoordelijk gesteld voor de daden van de individuele persoon, zelfs als er geen directe relatie is met de dader.

In het internationaal recht is bij zowel internationale als niet-internationale gewapende conflicten het zonder militaire noodzaak collectief straffen in bezet gebied in diverse verdragen verboden en geldt als een oorlogsmisdaad.

Internationaal recht[bewerken | brontekst bewerken]

Vormen van collectief straffen[bewerken | brontekst bewerken]

De term 'collectief straffen' wordt bij gewapend conflicten niet alleen gebruikt in het geval van straffen bij misdaden, maar ook bij het opleggen van sancties aan bijvoorbeeld burgers en oorlogsgevangenen die regels overtreden, oorlogsmisdadigers, of het treiteren en opleggen van administrative maatregelen tegen een groep als vergelding voor een daad die een individu uit die groep heeft gepleegd. In het algemeen gaat het dus om het straffen van personen die niet verantwoordelijk zijn voor genoemde daden.[1]

Traditioneel wordt collectief straffen door bezettingsmachten gebruikt als afschrikkingsmiddel om aanvallen van verzetsbewegingen te voorkomen. Collectief straffen geldt als een oorlogsmisdaad. Het gebruik daarvan tegen oorlogsgevangenen of beschermde gevangenen (burgers) tijdens een gewapend conflict wordt verboden in het internationaal humanitair recht.[1]

Internationaal humanitair recht[bewerken | brontekst bewerken]

Haagse Conventies van 1899 en 1907[bewerken | brontekst bewerken]

Het verbod op collectief straffen tijdens oorlog werd voor het eerst in het internationaal humanitair recht vastgelegd op de Haagse Vredesconferentie in 1899.[2] Afdeeling III, artikel 50 van het Reglement betreffende de wetten en gebruiken van den oorlog te land bij het Verdrag nopens de wetten en gebruiken van de oorlog te land van 1899 luidt:[3]

Geenerlei gemeenschappelijke straf, in geld of van anderen aard, zal mogen worden uitgevaardigd tegen de bevolkingen op grond van persoonlijke handelingen, waarvoor zij in haar geheel niet als hoofdelijk aansprakelijk zouden kunnen worden beschouwd.

In de herziene versie van 1907 is de tekst onveranderd gebleven.[4]

Vierde Geneefse Conventie[bewerken | brontekst bewerken]

Artikel 33 van de Vierde Geneefse Conventie is rechtstreeks afgeleid van artikel 50 van de Haagse Conventies, maar verbiedt ook expliciet collectief straffen als de groep passieve verantwoordelijkheid draagt. De nadruk ligt op de strikt persoonlijke verantwoordelijkheid van de dader.[5] Het verbod geldt niet alleen voor internationale gewapende conflikten, maar ook voor niet-internationale.[2]

Het betreffende deel van artikel 33 van de Vierde Geneefse Conventie luidt:[6]

Geen beschermd persoon mag worden gestraft voor een vergrijp dat hij niet persoonlijk heeft begaan. Collectieve straffen, evenals alle maatregelen van vreesaanjaging of terrorisme, zijn verboden.

Internationaal strafrecht[bewerken | brontekst bewerken]

Al in 1919 waren er, bij de Vredesconferentie van Parijs plannen om 'collectief straffen' als oorlogsmisdaad strafbaar te achten in het internationaal recht. Pas in 1991 werd het ook als oorlogsmisdaad genoemd in de 'ontwerp-artikelen van misdaden tegen de vrede en veiligheid van de mensheid', opgesteld door de International Law Commission (ILC) van de Verenigde Naties. De ILC stelde in zijn begeleidende commentaar voor om het aan te merken als oorlogsmisdaad in zowel internationale als niet-internationale gewapende conflicten. In 1996 nam de commissie collectief straffen alleen op in diens gereviseerde ontwerp-artikelen als oorlogsmisdaad bij niet-internationale gewapende conflicten. Hoewel de ontwerp-artikelen het niet tot een verdrag haalden, werd 'collectief straffen' wel op genomen in het statuut voor het Rwandatribunaal, dat door de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties was vastgesteld. Ook in het statuut van het Speciaal Hof voor Sierra Leone was 'collectief straffen' als oorlogsmisdaad opgenomen. Volgens de uitspraken van het Speciaal Hof moet 'Collectief straffen' wordt onderscheiden van het aanvallen gericht tegen burgers, dat in het internationaal recht kan worden beschouwd als een oorlogsmisdaad. Wil er sprake zijn van 'collectief straffen' dan moet er niet alleen sprake zijn van een aanval/bestraffing van burgers, maar de daders moeten ook het oogmerk hebben om de bevolking collectief te straffen.[2]

Internationaal Strafhof[bewerken | brontekst bewerken]

'Collectief straffen' is niet opgenomen in het Statuut van Rome van het internationaal Strafhof. Hoewel het misdrijf opgenomen was in eerdere voorstellen van het voorbereidend comité, werd het niet opgenomen in het ontwerpstatuut van 1998. Volgens een van de voorzitters, Adriaan Bos,[7] van het voorbereidend comité werd collectief straffen verwijderd op voorstel van staten die betrokken waren bij de annexatie of bezetting van vreemd grondgebied. Wel kan het misdrijf door middel van een amendement opgenomen worden in het statuut, maar dan zou het alleen van toepassing zijn op verdragspartijen die deze wijziging zouden ratificeren. Wel zou het strafhof rechtsmacht hebben over daden gepleegd door onderdanen van derde staten die gepleegd zijn op het grondgebied van een partij die het amendement aanvaard heeft, tenzij het amendement deze mogelijkheid specifiek uitsluit (zoals bijvoorbeeld ook gebeurd is bij het misdrijf van agressie).[2]

Referenties[bewerken | brontekst bewerken]

  1. a b (en) Collective punishments. ICRC casebook glossary (nov 2023 bekeken)
  2. a b c d (en) A Short History of the War Crime of Collective Punishment. Kevin Jon Heller, Opinio Juris, 24 okt 2023
  3. Verdrag nopens de wetten en gebruiken van de oorlog te land 1907. Tekst op Wikisource
  4. Tekst op de Wettenbank (nov 2023 bekeken)
  5. (en) Article 33 - Individual responsibility, collective penalties, pillage, reprisals – Commentary of 1958. ICRC (nov 2023 bekeken)
  6. Vierde Geneefse Conventie, AFDELING I. Gemeenschappelijke bepalingen voor de grondgebieden van de Partijen bij het conflict en voor bezette gebieden. Tekst op Wikisource
  7. Aldus S. Darcy in 'Prosecuting the War Crime of Collective Punishment: Is It Time to Amend the Rome Statute?', JICJ (8) 2010, afl. 1, pp. 29–51.