Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Vinvlugt(overleg | bijdragen) op 23 dec 2016 om 23:59. (snoei) Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Leeswaarschuwing: Onderstaande tekst bevat details over de inhoud of de afloop van het verhaal.
In het vorige verhaal Kiekeboe in Carré kwam Kiekeboe in Amsterdam in contact met de heer Jelle Wagersma, een Mata Hari-kenner. Een zekere Linda Colinda wilde hem een schilderij van Mata Hari verkopen. Ze had het niet zelf in haar bezit, maar ze zou de schuilplaats wijzen. Na veel moeilijkheden vond Kiekeboe het schilderij, gemaakt door Antoine Pinard, achter een spiegel in Carré. Maar er waren nog kapers op de kust. Gerrit Bol en zijn domme handlanger Balthazar zaten ook achter het schilderij aan. Balthazar werd ingerekend. Gerrit Bol wist met zijn wagen te ontsnappen, maar kwam in een gracht terecht. Toen de wagen werd opgevist, was Gerrit Bol verdwenen. En dan liep er nog een geheimzinnige met een bolhoed rond, maar niemand weet wie hij is.