Defence for Children International

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Defence for Children International
Defence for Children International
Geschiedenis
Opgericht 1979
Structuur
Voorzitter Benoit Van Keirsbilck
Werkgebied Wereldwijd; vestigingen in 48 landen
Hoofdkantoor Genève
Doel Bescherming van kinderrechten
Media
Website http://www.defenceforchildren.org

Defence for Children International (DCI) is een internatio­nale onafhankelijke organisatie met 42 internationale secties in alle werelddelen die wereldwijd opkomt voor rechten van kinderen.

Door onderzoek, voorlichting, belangenbehartiging, actie en rechtshulp verdedigt Defence for Children International de rechten van kinderen en stelt schendingen daarvan aan de kaak. Leidraad van het werk van Defence for Children International is het Verdrag inzake de Rechten van het Kind.

In 2003 ontving de organisatie de Geuzenpenning.

Nederland[bewerken | brontekst bewerken]

Defence for Children International Nederland houdt zich in het bijzonder bezig met de kernthema's: voorlichting over kinderrechten in het algemeen, vreemdelingenbeleid en kinderrechten, mishandeling en uitbuiting van kinderen en kinderen in conflict met de wet (kinderstrafrecht, kinderen in gevangenissen, herstelrecht, rechtshulp).

Palestina-Israël[bewerken | brontekst bewerken]

Op 16 april 2016 verscheen een nieuw rapport van Defence for Children International Palestine met feiten over de wijdverspreide, systematische en geïnstitutionaliseerde mishandeling, gedurende het gehele proces, van Palestijnse kinderen binnen het Israëlische militaire detentiesysteem. Het rapport, overeenkomstig met het UNICEF rapport uit 2013, is gebaseerd op getuigenissen van 429 kinderen, gevangen gehouden door Israëlische militairen of politie op de bezette Westelijke Jordaanoever tussen januari 2012 en december 2015. Daarbij waren 116 kinderen van 12 tot 15 jaar oud. Driekwart van hen onderging een of andere vorm van psychisch geweld na de arrestatie[1][2]

DCI-Palestine werd op 22 oktober 2021 bij monde van Benny Gantz , Israëlisch minister van defensie, met Al-Haq (en 5 andere Palestijnse mensenrechtengroepen) buiten de wet gesteld als terroristische organisaties met undercover-links met het PFLP . Iedereen die met hen samenwerkt riskeert strafrechtelijke vervolging. Israël zou dit aan de internationale instanties/groepen laten weten die Al-Haq en de andere financieel of anderszins ondersteunen. Volgens het ministerie was hun werk een coverup van hun link met deze terreurgroepering. De door hen ontvangen subsidies zouden in feite naar het PFLP gaan. De Israëlische mensenrechtengroep Btselem noemde de Israëlische beschuldiging "een karakteristieke handelwijze van totalitaire regimes" om van onwelgevallige groepen af te komen. Amnesty International en Human Rights Watch kwamen met een gezamenlijke verklaring, waarin zij o.a. stelden: Deze vreselijke en onterechte beslissing is een aanval van de Israëlische regering op de internationale mensenrechtenbeweging.[3]. De VS hebben Israël om tekst en uitleg gevraagd[4][5].

Externe links[bewerken | brontekst bewerken]