Dropnetel
| Agastache foeniculum | |||||||||||||||||||
|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
| |||||||||||||||||||
| Taxonomische indeling | |||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||
| Soort | |||||||||||||||||||
| Agastache foeniculum (Pursh) Kuntze (1891) | |||||||||||||||||||
Afbeeldingen op  Wikimedia Commons
| |||||||||||||||||||
Agastache foeniculum op  Wikispecies
| |||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||
De dropplant (Agastache foeniculum) is een muntachtig kruid waarvan de bladeren naar anijs smaken. De geur doet echter aan de smaak van drop denken. Deze plant dient echter niet verward te worden met de zoethoutplant (Glycyrrhiza glabra) die werkelijk gebruikt wordt om drop te maken.
De bladeren van de dropplant lijken op de bladeren van Monarda, maar die plant heeft een rode bloem en de dropplant heeft een blauw/paarse bloem. De plant komt van nature voor op de prairies van Noord-Amerika. Er bestaan verschillende cultivars waarvan sommige met andere kleuren.
Toepassingen
Het kruid kent verschillende culinaire en medicinale toepassingen en is in Europa winterhard. De Apache-indianen gebruikten deze plant al als geneesmiddel.
Zie de categorie Agastache foeniculum van Wikimedia Commons voor mediabestanden over dit onderwerp.