Erythricium aurantiacum
Erythricium aurantiacum | |||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Taxonomische indeling | |||||||||||||||
| |||||||||||||||
Soort | |||||||||||||||
Erythricium aurantiacum (Lasch) D. Hawksw.] & A. Henrici (2015) | |||||||||||||||
Synoniemen | |||||||||||||||
Marchandiobasidium aurantiacum | |||||||||||||||
Afbeeldingen op Wikimedia Commons | |||||||||||||||
|
Erythricium aurantiacum is een parasiet die voorkomt op korstmossen. Hij komt voor op het boomvoetknoopjeskorst (Bacidina sulphurella) en het heksenvingermos (Physcia tenella). Hij is te herkennen als groepjes kleine oranje sclerotia op een wit aangetast korstmos.
Kenmerken[bewerken | brontekst bewerken]
Het hymenium bestaat uit een of meer lagen basidia op verticaal vertakte, dunwandige hyfen. Basidia hebben een grootte van 25-40 × 12-15 mm. Sterigmata zijn aanwezig per vier per basidium. Gladde basidiosporen aan één zijde vaak afgeplat of licht hol, hyaliene, meestal gesepteerd, niet gekleurd in jodium, met een prominente afgeknotte apiculus (1,5–3 µm diameter). De sporenmaat is 13–17,5 (–18,5) × 8–11,5(–13,5) µm. Hyphidia, cystidia en andere steriele hymeniale elementen ontbreken.
Verspreiding[bewerken | brontekst bewerken]
Hij komt voor in Europa en in het oosten van Noord-Amerika[1]. In Nederland komt hij zeer zeldzaam voor.
Bronnen, noten en/of referenties
|