Naar inhoud springen

Fenomeen

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Dit is een oude versie van deze pagina, bewerkt door Bitbotje (overleg | bijdragen) op 13 dec 2019 om 12:21. (repareer woord geschreven in meerdere schriften, replaced: φαíνεόθαι → φαίνεόθαι met AWB)
Deze versie kan sterk verschillen van de huidige versie van deze pagina.
Het aansteken van een lucifer is een observeerbare gebeurtenis en daarom een fenomeen

Een fenomeen of verschijnsel (van het Griekse φαινόμενον, phainomenon, iets wat gezien kan worden) is een observeerbare gebeurtenis, in het bijzonder een opmerkelijke gebeurtenis.[1]

Kant

Het concept 'fenomeen' heeft een specifieke betekenis in de filosofie van Immanuel Kant. In Kritik der reinen Vernunft plaatst hij de term 'fenomeen' tegenover 'noumenon'. Fenomenen beschrijven de wereld zoals we deze ervaren en staan tegenover de wereld zoals zij onafhankelijk van onze ervaringen bestaat (Ding an sich). Mensen kunnen, volgens Kant, niet de ware aard van dingen kennen, alleen de dingen zoals ze ervaren worden. Zo zou filosofie — de term 'filosofie' verwees in de tijd van Kant naar wat we nu 'wetenschap' noemen — zich bezig moeten houden met het begrijpen van fenomenen.

De theorie van Kant heeft geleid tot een traditie in de filosofie die fenomenologie wordt genoemd. Belangrijke vertegenwoordigers in de fenomenologie zijn onder andere Hegel, Husserl, Heidegger, Merleau-Ponty en Derrida.

Kants beschrijving van fenomenen wordt ook als invloedrijk beschouwd in de ontwikkeling van psychodynamische modellen in de psychologie en van theorieën die de wijze beschrijven waarop de hersenen, verstand en de externe wereld met elkaar in interactie zijn.

Heidegger en Husserl

Het woord fenomeen is afgeleid van de mediale werkwoordvorm, (het onderwerp verricht de handeling bij zichzelf), φαίνεόθαι uit het Grieks. Daarom omschrijft Heidegger het begrip 'fenomeen' als volgt: Als Bedeutung des Ausdrucks 'Phänomen' ist daher 'festzuhalten: das Sich-an-ihm-selbst- zeigende, das Offenbare. Deze omschrijving is bijna identiek aan de omschrijving door Husserl. Husserl stelt dat 'het zijnde' in geval van originaire gegevenheid verschijnt als so wie es in sich selbst ist, terwijl Heidegger spreekt van an-ihm-selbst. In grote lijnen komen beide omschrijvingen overeen behalve het verschil dat Husserl van in spreekt en Heidegger van an.[2]

Algemeen gebruik

In het algemeen, los van de gespecialiseerde (filosofische) betekenis, staat 'fenomeen' voor 'iedere observeerbare gebeurtenis'. Fenomenen maken wetenschappelijke informatie mogelijk. In een poging fenomenen te verklaren zoals aardbevingen, bliksem, regen, vuur, zonlicht, onweer en roest heeft dat geleid tot de ontwikkeling van de moderne wetenschap. Fenomenen worden vaak uitgebuit door technologie.

Op bijna ieder vakgebied is het mogelijk om fenomenen op te sommen die specifiek voor dit vakgebied relevant zijn. Bijvoorbeeld, in het geval van optica en licht, zijn observeerbare fenomen te vatten onder het onderwerp optische fenomenen.

Sommige observeerbare gebeurtenissen worden als alledaags beschouwd, andere zijn alleen mogelijk met zorgvuldige manipulatie door middel van dure en gevoelige apparatuur. Sommige maken deel uit van belangrijke experimenten die tot grote ontdekkingen geleid hebben.

Zie ook

Zoek fenomeen op in het WikiWoordenboek.