Naar inhoud springen

Franz von Suppé

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Franz von Suppé
Franz von Suppé
Algemene informatie
Volledige naam Francesco Ezechiele Ermenegildo Cavaliere Suppé Demelli
Geboren 18 april 1819
Geboorteplaats SplitBewerken op Wikidata
Overleden 21 mei 1895
Overlijdensplaats WenenBewerken op Wikidata
Land Vlag van Oostenrijk Oostenrijk
Werk
Genre(s) Klassiek, Opera, Operette
Beroep componist
(en) AllMusic-profiel
(en) Discogs-profiel
(en) IMDb-profiel
(en) MusicBrainz-profiel
Handtekening
Handtekening
Portaal  Portaalicoon   Muziek
Gedenksteen op Zentralfriedhof

Francesco Ezechiele Ermenegildo Suppé-Demelli, beter bekend als Franz von Suppé (Spalato, 18 april 1819Wenen, 21 mei 1895) was een Oostenrijks componist die vooral operettes en toneelmuziek schreef.

Von Suppé werd geboren in Split (Italiaans: Spalato), (thans Kroatië), als zoon van een 'Dalmatische en Zuid-Nederlandse' vader en een Oostenrijkse moeder. Hij was een leerling van Ignaz Xaver Ritter von Seyfried in Wenen.

Hij begon zijn carrière als dirigent in Wenen. Als zodanig stond hij eerst in het Josephstädter Theater en was vanaf 1865 verbonden aan het Carltheater (Theater in der Leopoldstadt) in Wenen. In de tussentijd heeft hij ook nog in Presburg (Bratislava) gedirigeerd en in het Theater an der Wien (tot 1862).

De stijl van Von Suppé's werken is licht en elegant, maar kan ook zeer krachtig zijn.[1] Zijn ouverture Dichter und Bauer uit 1846 geniet nog altijd grote populariteit, evenals de operette Leichte Kavallerie uit 1866. Sowieso hebben vooral Suppé's aanstekelijke ouvertures repertoire gehouden. Van de ouvertures tot de meeste operettes zijn bewerkingen voor harmonieorkesten geschreven.

De eerste operette die hij schreef, Das Pensionat, was tevens de eerste Weense operette. Hij was daarbij onder invloed van Jacques Offenbach. Al werd hij niet zo populair als Johan Strauss jr., toch moet men de intrinsieke waarde van zijn operettes niet onderschatten.[2]

Pas op 56-jarige leeftijd behaalt hij voor het eerst wereldwijd succes met de operette "Fatinitza". Drie jaar later wordt dit succes nog overtroffen door "Bocaccio".[3]

Een collectie van Von Suppé wordt getoond in het Zeitbrücke-Museum. Het is gevestigd in Gars am Kamp, Neder-Oostenrijk, waar hij zijn zomerverblijf had. Een promenade is naar hem vernoemd.[4]

Werken voor orkest

[bewerken | brontekst bewerken]
  • Bellmann-Marsch - Marsch aus der Operette "Bellmann"
  • Coletta-Wals
  • Danza delle Chizzotte
  • Einzugsmarsch uit "Prinz Liliput"
  • Erzherzog Wilhelm-Marsch
  • Glückswalzer - Wals uit de operette "Die Jagd nach dem Glück"
  • Herrjegerle-Polka
  • In der Hinterbrühl, mars
  • L'Orientale, Poolse mazurka
  • Le Voyage en Afrique, Franse polka
  • Liebeswalzer - Wals uit de operette "Lohengelb, oder die Jungfrau von Dragant"
  • Romankapitel, Franse polka
  • Sieg der österreichischen Volkshymne, muzikale schilderij voor orkest, op. 45
  • Tiroler Tanz und Frischka
  • Wiener Jubelouvertüre

Werken voor harmonieorkest

[bewerken | brontekst bewerken]
  • 1868 Galopp-Marsch aus der Operette "Die Frau Meisterin"
  • 1874 Divertimento, voor trompet en harmonieorkest
  • Constitutions Marsch
  • Ein Deutschmeister-Marsch (Erzherzog Wilhelm-Marsch)
  • Fantasie uit de operette «Boccaccio»
  • Fatinitza-Marsch
  • Marsch nach Motiven aus der Operette «Boccaccio»
  • O du mein Österreich, mars. Deze is zo populair dat het ook wel het tweede volkslied van Oostenrijk genoemd wordt.[5]
  • Selectie uit de operette «Boccaccio»

Missen en gewijde muziek

[bewerken | brontekst bewerken]
  • 1835 Missa Dalmatica - Mis in F-groot voor de kerk tot de Heilige Franciscus van Assisi in Zara (nu: Zadar), voor 2 tenoren, bas, mannenkoor en orgel - première: 13 september 1835
  • 1855 Missa pro defunctis - Requiem in d-mineur, voor vier solisten, gemengd koor en orkest (ter nagedachtenis aan Franz Pokorny, directeur van het Theater an der Wien en voorganger van Suppé), uitgevoerd op 22 november 1855 in de Piaristenkerk "Maria Treu" in Wenen

Muziektheater

[bewerken | brontekst bewerken]
Voltooid in titel aktes première libretto
1837 Virginia 2 aktes niet uitgevoerd Ludwig Holt
1840 Gertrude della valle 3 aktes onvoltooid Giovanni Brazanovich
1847 Das Mädchen vom Lande 3 aktes 7 augustus 1847, Wenen, Theater an der Wien Karl Elmar = pseudoniem van: Karl Swiedack
1884 Pique Dame
(nieuwe versie van Die Kartenaufschlägerin)
2 aktes 22 juni 1884, Graz Karl Treumann
1865 Dinorah
(of: Die Turnerfahrt nach Hütteldorf)
(Parodie van een opera van Giacomo Meyerbeer)
3 aktes 4 mei 1865, Wenen, Carltheater Julius Caesar = pseudoniem van: Julius Hopp
1865 Die schöne Galathée 1 akte 30 juni 1865, Berlijn, Meysels Theater Poly Henrion = pseudoniem van: Leonhardt Kohl von Kohlenegg,
naar de opéra comique Galathée van Jules Barbier, Michel Carré en Victor Massé
1876 Fatinitza 3 aktes 5 januari 1876, Wenen, Carltheater F. Zell = pseudoniem van: Camillo Walzel en Richard Genée,
naar de opéra comique La Circasienne van Eugène Scribe en Daniel François Esprit Auber
1885 Des Matrosen Heimkehr 2 aktes 4 mei 1885, Hamburg Anton Langer
1887 Bellman 3 aktes 26 februari 1887, Wenen, Theater an der Wien Moritz West, Ludwig Held
Voltooid in titel aktes première libretto
1841 Jung lustig, im Alter traurig
(of: Die Folgen der Erziehung)
3 aktes 1841, Wenen C. Wallis
1844 Ein Morgen, ein Mittag und ein Abend in Wien 2 bedrijven 26 februari 1844, Wenen, Theater in der Josefstadt Franz Xaver Told von Toldenburg
1846 Dichter und Bauer 3 aktes 24 augustus 1846, Wenen, Theater an der Wien Karl Elmar
1848 Der Bandit
(of: Ein Abenteuer in Spanien)
5 aktes 1848, Wenen A. C. Ambo
1851 Dame Valentine
of Frauenräuber und Wanderbursche
3 aktes 9 januari 1851, Wenen, Theater an der Wien Karl Elmar
1858 Paragraph III 3 aktes 8 januari 1858, Wenen, Hofopera Moritz Anton Grandjean
1860 Das Pensionat 1 akte 24 november 1860, Wenen, Theater an der Wien C. K. (vermoedelijk de componist), naar Les Visitandines,
van Louis Benoît Picard en François Devienne
1862 Die Kartenaufschlägerin
(of: Pique Dame)
2 aktes 26 april 1862, Wenen, Kai-Theater Karl Treumann
1862 Zehn Mädchen und kein Mann 1 akte 25 oktober 1862 Wenen, Kaiheater Wilhelm Friedrich = pseudoniem van: Friedrich Wilhelm Riese
1863 Flotte Burschen
(of:
Das Bild der Madame Potifar)
1 akte 18 april 1863, Wenen, Kaitheater Josef Braun
1864 Das Corps der Rache 1 akte 5 maart 1864, Wenen, Carltheater Ludwig Harisch
1864 Franz Schubert

(met integratie van composities van Franz Schubert)

1 akte 10 september 1864, Wenen, Carltheater Hans Max = pseudoniem van: Johann von Päumann
1866 Leichte Kavallerie
of: Die Töchter der Puszta
2 aktes 21 maart 1866, Wenen, Carltheater Carl Costa = pseudoniem van: Karl Kostia
1866 Freigeister 2 aktes 23 oktober 1866, Wenen, Carltheater Carl Costa
1867 Banditenstreiche 1 akte 27 april 1867, Wenen, Carltheater B. Boutonnier
1868 Die Frau Meisterin 3 aktes 20 januari 1868, Wenen, Carltheater Carl Costa, naar Charles Coffey
1868 Tantalusqualen 1 akte 3 oktober 1868, Wenen, Carltheater de componist, naar Der Schmarotzer in der Klemme van Louis Angely
1869 Isabella 1 akte 5 november 1869, Wenen, Carltheater Josef Weyl
1870 Lohengelb
(of: Die Jungfrau von Dragant (Tragant))
(Parodie op de opera Lohengrin van Richard Wagner)
3 aktes 30 november 1870, Wenen, Carltheater Carl Costa en Moritz Anton Grandjean, naar Johann Nepomuk Nestroy
1872 Cannebas 1 akte 2 november 1872, Wenen, Carltheater Josef Doppler, naar August von Kotzebue
1873 Fünfundzwanzig Mädchen und kein Mann 1 akte 15 april 1873, Wenen, Hofopera Carl Treumann
1877-1878 Der Teufel auf Erden 3 aktes 5 januari 1878, Wenen, Carltheater Carl Juin = pseudoniem van Karl Giugno en Julius Hopp
1879 Boccaccio 3 aktes 1 februari 1879, Wenen, Carltheater Camillo Walzel en Richard Genée, naar Boccace ou Le Décaméron van Jean Bayard,
A. de Leuven, Léon-Lévy Brunswick en Victor-Arthur de Beauplan
1880 Donna Juanita
(In 1925 door Karl Pauspertl gearrangeerd tot
Der große Unbekannte)
3 bedrijven 21 februari 1880, Wenen, Carltheater Camillo Walzel en Richard Genée,
naar Die Verschwörung der Frauen oder Die Preußen in Breslau
van Arthur Müller
1881 Der Gascogner 3 aktes 22 maart 1881, Wenen, Carltheater F. Zell en Richard Genée, naar Eugène Sue
1882 Herzblättchen 3 aktes 4 februari 1882, Wenen, Carltheater Carl Tetzlaff
1883 Die Afrikareise 3 aktes 17 maart 1883, Wenen, Theater an der Wien Moritz West, Richard Genée, O. F. Berg
= pseudoniem van: Ottokar Franz Ebersberg
1888 Die Jagd nach dem Glücke voorspel en 3 aktes 27 oktober 1888, Wenen, Carltheater Richard Genée en Bruno Zappert
1895 Das Modell
(voltooid door: Alfred Zamara en Julius Stern)
3 aktes 4 oktober 1895 (postuum), Wenen, Carltheater Victor Léon, Ludwig Held
Voltooid in titel aktes soort van toneel tekst première
1841 Jung lustig, im Alter traurig, oder Die Folgen der Erziehung 3 aktes komedie met liederen C. Wallis 5 maart 1841
1841 Die Wette um ein Herz, oder Künstlersinn und Frauenliebe Karl Elmar 10 maart 1841, Wenen, Theater in der Josefstadt
1841 Stumm, beredt und verliebt Franz Xaver Told von Toldenburg 1 mei 1841, Sopron, toen nog: Ödenburg, Stedelijk Theater
1841 Die Bestürmung von Saida (samen met: Anton Titl en Karl Binder) Franz Xaver Told von Toldenburg 10 september 1841, Baden bei Wien, Arena in Baden
1841 Der Pfeilschütz in Lerchenfeld, die Hochzeit am Neubau und
das Testament in der Josefstadt

(met twee intermezzi van Josef Lanner)
Franz Xaver Told von Toldenburg 27 oktober 1841, Wenen, Theater in der Josefstadt
1841 Der Komödiant, oder Eine Lektion Liebe Karl Elmar 14 december 1841, Wenen, Theater in der Josefstadt
1842 Der Mulatte Theodor Hell 12 februari 1842, Bratislava, toen nog: Preßburg, Stedelijk Theater
1842 Nella, die Zauberin, oder Der Maskenball auf Hohengiebel Karl Elmar 11 mei 1842, Wenen, Theater in der Josefstadt
1842 Das grüne Band Karl Elmar, Heinrich Ritter von Levitschnigg,
Johann Heinrich Mirani, J. Seydl, W. Vogel
en Franz Xaver Told von Toldenburg
2 juli 1842, Wenen, Theater in der Josefstadt
1842 Rokoko Adolf Bäuerle 26 juli 1842, Bratislava, toen nog: Preßburg, Stedelijk Theater
1842 Ein Sommernachtstraum vrij geadapteerd van William Shakespeare
door E. Straube
31 augustus 1842, Wenen, Theater in der Josefstadt
1842 Das Armband (samen met: Pantaleon Hebenstreit) Friedrich Kaiser 8 september 1842, Wenen, Theater in der Josefstadt
1842 Die Hammerschmiedin aus Steyermark, oder Folgen einer Landpartie 2 aktes landelijke farce met liederen Josef Kilian Schickh 14 oktober 1842, Wenen, Theater in der Josefstadt
1844 Der Krämer und sein Kommis 2 aktes farce Friedrich Kaiser 28 september of 16 oktober 1844, Wenen, Theater in der Josefstadt
1844 Dolch und Rose, oder Das Donaumädchen Franz Xaver Told von Toldenburg 30 november 1844, Wenen, Theater in der Josefstadt
1844 Zum ersten Male im Theater Friedrich Kaiser 31 december 1844, Wenen, Theater in der Josefstadt
1844 Die Champagnerkur, oder Lebenshaß und Reue Karl Gruber 2 februari 1845, Wenen, Theater in der Josefstadt
1845 Die Müllerin von Burgos 2 aktes Vaudeville J. Kupelwieser 8 maart 1845, Wenen, Theater in der Josefstadt
1845 Der Nabob Karl Haffner 9 mei 1845, Wenen, Theater in der Josefstadt
1845 Die Industrieausstellung I Friedrich Kaiser 1 augustus 1845, Wenen, Theater in der Josefstadt
1845 Sie ist verheiratet 3 aktes komedie met liederen Friedrich Kaiser 7 november 1845, Wenen, Theater an der Wien
1846 Die Gänsehüterin, oder Hans und Gretchen geadapteerd van een tekst van G. Ball 11 februari 1846, Wenen, Theater an der Wien
1847 Die Schule der Armen, oder Zwei Millionen Friedrich Kaiser 26 oktober 1847, Wenen, Theater an der Wien
1848 Der ewige Jude 5 aktes Karl Schmidt, naar Eugène Sue
1848 Martl, oder Der Portiunculatag in Schnabelhausen
(Parodie van de opera Martha van Friedrich von Flotow)
3 aktes farce met muziek Alois Berla 16 december 1848, Wenen, Theater an der Wien
1848 Hier ein Schmied, da ein Schmied, noch ein Schmied und wieder ein Schmied Karl Elmar en Johann Nepomuk Vogel 30 december 1848, Wenen, Theater an der Wien
1849 Des Teufels Brautfahrt, oder Böser Feind und guter Freund 3 aktes farce met liederen Karl Elmar 30 januari 1849, Wenen, Theater an der Wien
1849 Gervinus, der Narr von Untersberg,
oder Ein patriotischer Wunsch
3 aktes farce met liederen Alois Berla 1 juli 1849, Wenen, Theater am Braunhirschengrund
1849 Unterthänig und unabhängig, oder Vor und nach einem Jahre 3 aktes komedie met liederen Karl Elmar 13 oktober 1849, Wenen, Theater an der Wien
1849 S'Alraunl 3 aktes Romantisch sprookje met liederen Anton von Klesheim 13 november 1849, Wenen, Theater an der Wien
1850 Die Liebe zum Volke, oder Arbeit - Geld - Ehre Karl Elmar 18 maart 1850, Wenen, Theater an der Wien
1850 Der Dumme hat's Glück 3 aktes farce met liederen Alois Berla 29 juni 1850, Wenen, Theater an der Wien
1851 Die Industrieausstellung II Leopold Feldmann 25 mei 1851, Wenen, Theater an der Wien
1852 Der Tannenhäuser Dramatisch gedicht met muziek Heinrich Ritter von Levitschnigg 27 februari 1852, Wenen, Theater an der Wien
1852 Pech Alois Berla 31 juli 1852, Wenen, Fünfhaus
1853 Die Heimfahrt von der Hochzeit E. Feldmann 8 januari 1853, Wenen, Theater an der Wien
1853 Die Irrfahrt um's Glück Karl Elmar 24 april 1853, Wenen, Theater an der Wien
1853 Die weiblichen Jäger Leopold Feldmann 30 juli 1853, Wenen, Fünfhaus
1854 Die Bernsteinhexe Heinrich Laube 5 januari 1854, Wenen, Theater an der Wien
1854 Trommel und Trompete Karl Elmar 1 april 1854, Wenen, Theater an der Wien
1854 Wo steckt der Teufel? 3 aktes farce met liederen Anastasius Grün(?) 28 juni 1854, Wenen, Theater an der Wien
1855 Das Bründl bei Sievering, oder Ein Blick in die Zukunft H. Merlin 14 april 1855, Wenen, Theater an der Wien
1856 Lord Byron Heinrich Ritter von Levitschnigg 8 juni 1856, Wenen, Theater an der Wien
1858 Der Werkelmann und seine Familie A. Langer 10 april 1858, Wenen, Theater an der Wien
1858 Die Kathi von Eisen Alois Berla 19 juli 1858, Wenen, Theater an der Wien
1859 Die Zauberdose, oder Um zehn Jahre zu spät Karl Elmar 19 december 1859, Wenen, Theater an der Wien
1887 Joseph Haydn muzikaal portret met melodieën
van Joseph Haydn
Friedrich von Radler 30 april 1887, Wenen, Theater in der Josefstadt
  • 1890 Nimm dich in Acht (Lobsinget den Wein)
  • Österreichisches Reiterlied, op. 41 - tekst: Otto Prechtler (opgedragen aan: Veldmaarschalk Josef Radetzky von Radetz)
  • Ruhe, müder Wanderer
  • Tell's Kapelle

Suppè vs Suppé en Suppe

[bewerken | brontekst bewerken]

Suppé's werd bij zijn geboorte ingeschreven als "Francesco Ezechiele Ermenegildo de Suppe" - naar verluidt per abuis zonder het Italiaanse accent grave op de laatste e - in het geboorteregister van Spalato.[6] Suppé's correcte naam was echter Francesco Ezechiele Ermenegildo Suppè, met de toevoeging van zijn moeders meisjesnaam Demelli. De familie was trots op hun Italiaanse achtergrond en de toevoeging van zijn moeders meisjesnaam moest dat nog eens benadrukken. Maar zodra Franz naar het buitenland ging, was het van de lange naam vrijwel uitsluitend de allerlaatste letter, de e met het italiaanse accent grave, die bij administraties en in publicaties tot hardnekkige schrijffouten leidde. Ondanks Franzs nadrukkelijke pogingen de juiste schrijfwijze te handhaven, is de naam Suppé, met het Franse accent aigu uiteindelijk gaan beklijven.

Postuum deed Julius Kromer, na op wetenschappelijke gronden aangetoond te hebben dat Franz' achternaam toch echt Suppè was, middels zijn scriptie Franz von Suppè. Leben und Werk in 1941 nog maar eens de oproep om uit respect voor de man zijn naam toch vooral correct te schrijven. Het leek niet te baten: de naam bleef foutief terugkomen en alleen gedurende Franzs 200e verjaardag en de 125e verjaardag van zijn overlijden werd aan zijn juiste naam herinnerd. Toch hebben deze memorials en een drietal meer studies naar de juiste naam effect gesorteerd: anno 2020 lijkt de naam Suppè eindelijk door de wetenschappelijke literatuur overgenomen te zijn.[6]

  • In 1898 werd in de Weense wijk Hietzing de "Suppégasse" naar hem benoemd.
[bewerken | brontekst bewerken]

Bronnen en referenties

[bewerken | brontekst bewerken]
  • M. José Munoz: Franz von Suppé et l'Opérette viennoise à l'ère du libéralisme (1860-1880), Metz: Université Paul Verlaine, Thése de doctorat, 2007. 426 p.
  • Andreas Weigel: Franz von Suppè (1819–1895). Mensch. Mythos. Musiker. Ehrenbürger von Gars. Begleitpublikation zur Jubiläums-Ausstellung des Zeitbrücke-Museums Gars. Mit Beiträgen von Andreas Weigel, Anton Ehrenberger, Ingrid Scherney und Christine Steininger. (Gars am Kamp) 2019. ISBN 978-3-9504427-4-8.
  • Hans-Dieter Roser: Chacun à son goût! Cross-Dressing in der Wiener Operette 18601936. in: Kevin Clarke (Hg.): Glitter and be gay. Die authentische Operette und ihre schwulen Verehrer. Männerschwarm, Hamburg 2007, ISBN 978-3-939542-13-1, S. 4159.
  • Hans-Dieter Roser: Franz von Suppé: Werk und Leben. Edition Steinbauer, Wien 2007, ISBN 978-3-902494-22-1.
  • Rudolf Flotzinger (Hrsg.): Oesterreichisches Musiklexikon. Band 5. Verlag der Österreichischen Akademie der Wissenschaften, Wien 2006, ISBN 978-3-7001-3067-3, S. 2359f.
  • Jean Grundy Fanelli: A chronology of operas, oratorios, operettas, cantatas and misellaneous stage works with music performed in Pistoia 1606-1943, Bologna: Edizioni Pendragon, 1998, 301 p.
  • Felix Czeike (Hrsg.): Historisches Lexikon Wien. Verlag Kremayr & Scheriau, Wien 1997, ISBN 3-218-00547-7 (Band 5) S. 399f.
  • H. Boehm: Ein Requiem von Franz von Suppé, in: Gottesdienst und Kirchenmusik N6:192-3 Nov-Dec 1995.
  • Volker Klotz: Operette : Porträt und Handbuch einer unerhörten Kunst, München: Piper, 1991, 756 p.
  • G. Rosenthaler: Suppé-Requiem im Musikverein, in: Oesterreichische Musikzeitschrift 42:253 May 1987.
  • Zdravko Blazekovic: Nekoliko podataka o vezama Franza von Suppéa s rodnom Dalmacijom. (Einige Aufgaben über die Verbindung von Franz von Suppé mit seiner Geburtsregion Dalmatien), Arti Musices. 14 (1983), S. 133-144.
  • Otto Schneidereit: Franz von Suppé : ein Wiener aus Dalmatien, 2. Aufl., Berlin: Lied d. Zeit, Musikverlag 1982. 166 S.
  • Otto Schneidereit: Franz von Suppu (Franz von Suppu 'bulg.). Edin viencanin ot Dalmacija, Sofija: Muzika 1980. 168 S.
  • Josip Andreis: Music in Croatia, Zagreb: Institute of Musicology - Academy of Music, 1982, 341 p.
  • Stephan Vajda: Mir san vom k.u.k. - Die kuriose Geschichte der österreichischen Militärmusik, Vienna: Ueberreuter, 1977.
  • Hans Heppenheimer: Franz von Suppé-Gedenkstätte in Gars am Kamp. Erinnerungen a. d. Mitbegründer d. Wiener Operette, Gars am Kamp: Marktgem. Gars am Kamp. 1974. 28 S.