Naar inhoud springen

François Kinsoen

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Zelfportret van François-Joseph Kinsoen

François Kinsoen, ook Kinson gespeld (Brugge, 28 januari 1770[1]18 oktober 1839), was een Vlaams kunstschilder.

Jerôme Bonaparte, koning van Westfalen

Frans Jozef Kinsoen was de oudste zoon van smid Frans Kinsoen en van Jeanne Duslier. Hij was de oudste van minstens tien kinderen, van wie de meeste jong stierven.

Hij ging in de leer aan de Brugse Kunstacademie bij kunstschilder Bernard Fricx (1754-1814) en ornamentist L.F. De Grave. Hij werd in 1790 primus van de klas naar het model. Hij ging zich vervolmaken in Gent en in Brussel.

Hij verhuisde in 1794 naar Parijs, toen de Terreur ten einde liep. Zijn schildersstijl sloot aan bij die van Jacques-Louis David. Op 31 oktober 1801 trouwde hij in Parijs met Augustine Le Prince. Het huwelijk bleef kinderloos.

Kinsoen integreerde zich in het Parijse leven en zocht de steun en vriendschap van andere Bruggelingen en Belgen die talrijk in Parijs waren neergestreken. In 1806 en 1807 nam hij deel aan een banket dat deze landgenoten verenigde. In 1807 was hij vergezeld van zijn vrouw, dochter van een voormalige architect van de koning. Hij ontmoette er ook de vroegere prefect van het departement van de Leie, graaf Justin de Viry, en mocht zijn portret maken.

In 1808 werd hij officiële hofschilder bij Jérôme Bonaparte, de koning van Westfalen. In Kassel werd hij een gevierde portretschilder.

Portret van een dame door François-Joseph Kinsoen

Dit eindigde in 1813 bij het opdoeken van het jonge koninkrijk en Kinsoen keerde naar Parijs terug. Hij vond er vlug een nieuwe patroon in de persoon van de hertog van Angoulème (1775-1844), de zoon van koning Karel X. Hij mocht ook voor koning Lodewijk XVIII schilderen. Na de Julirevolutie van 1830 verdween ook deze werkgever. Ondertussen had hij ook al voor het hof van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden opdrachten uitgevoerd.

Kinsoen vond het de goede tijd om af en toe met zijn vrouw naar Brugge terug te keren en er nu en dan een portret te schilderen.

Heel wat van de schilderijen die nog in het bezit van de schilder waren gebleven, werden na de dood van het echtpaar op verschillende tijdstippen aangekocht door het echtpaar John en Joséphine Bowes, stichters van het Barnard Castle Museum in County Durham. Verschillende portretten door Kinsoen behoren tot de collectie van dit museum.

gravin Mac-Mahon met haar kleinzoon

De Kinsoens bleven in Parijs wonen, en hij produceerde verder veel portretten, vooral van dames uit de aristocratie. Hij nam er ook deel aan het mondaine leven en gaf muzikale avonden in zijn 'bien belle demeure'. Hij overleed toevallig in Brugge, tijdens een bezoek aan zijn zussen. Hij werd op het Brugs kerkhof begraven.

Werk van Kinsoen vindt men onder meer in de Musea van Arras, Bordeaux, Barnard Castle, Brugge, Den Haag, Moulins, Ajaccio en Versailles.

Kinsoen maakte het portret van heel wat prominenten, onder meer van:

Busteportret van Joseph Bonaparte, bewaard in het Bowes Museum



  • Charles CARTON, Ferdinand VANDEPUTTE e. a., Biographies des hommes remarquables de la Flandre occidentale, Brugge, 1847
  • M. HEINS, François Kinsoen, in: Biographie nationale de Belgique, T. X, 1888-1889, 777-778.
  • Henri PAUWELS, Groeningemuseum Brugge, Catalogus, Brugge, 1960.
  • Om en rond het neoclassicisme in België, 1770-1830, tentoonstellingscatalogus, Brussel, 1986
  • M.A. MEEUWS, Bijdrage tot de studie van het oeuvre van Frans Jozef Kinsoen, neoclassicistisch portretschilder, licentiaatsverhandeling (onuitgegeven), VUB, 1988.
  • Lexicon van West-Vlaamse beeldende kunstenaars, Deel I, 1992.
  • Dominiek DENDOOVEN, De Brugse academie in de achttiende eeuw, licentiaatsverhandeling (onuitgegeven), VUB, 1994.
  • Martial GUEDRON, Suvée, Odevaere, Kinsoen et Ducq: quatre peintres brugeois à Paris au temps du néo-classicisme, in: Jaarboek Stedelijke Musea, Brugge, 1995-1996.
  • Dominique VAUTIER, François-Joseph Kinsoen, in: The Dictionary of Art, Volume 18, Grove, Londen, 1996.
  • Bénézit Dictionary of Artists, Vol 7, Gründ, Parijs, 2006
  • Andries VAN DEN ABEELE, De Club van de Belgen in Parijs onder Napoleon, in: Le Livre et l’Estampe, 2008, blz. 117-153.
  • Daniël DE CLERCK, Een late hulde aan François Joseph Kinsoen, in: Brugs Ommeland, 2009.
  • Daniël DE CLERCK, Waar is het borstbeeld van Franciscus Kinsoen gebleven?, in: Brugs Ommeland, 2017.
  • Daniël De Clerck, Ode aan de vrouw van Frans-Jozef Kinsoen, in: Brugs Ommeland, 2018.
  • Daniël DE CLERCK, Frans Kinsoen in miniatuur?, in: Brugs Ommeland, 2018.
  • De dood van de vrouw Belisarius, Musea Brugge
    Daniël DE CLERCK, Wie is dat mysterieuze 'Kinsoen-meisje' in de Brugse collectie?, in: Handelingen van het Genootschap voor geschiedenis te Brugge, 2018.
  • Bosey BOICOURT, Blue Tulip. François-Joseph Kinsoen and his niece Adèle, 2019.
  • Daniël DE CLERCK, Brugse kunstenaars in Parijs: Kinsoen versus Suvée, in: Biekorf, 2019.
  • Daniel DE CLERCK, De 'Belisarius' van Franciscus Kinsoen, in: Biekorf, 2022.
  • Daniel DE CLERCK, Kinsoen, Brugge, Stichting Kunstboek, 2022.
  • Daniel DE CLERCK, Kinson, Brugge, Stichting Kunstboek, 2022.
  • Dominique MARECHAL, De Brfugse portretschilder Frans Kinsoen, in: Brugge die Scone, 2023.